»

»

»

»

»

»

»
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»


VAN DIEMEN



Let op!
Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.andredenhaan.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.

Voor oudere generaties van dit geslacht zie M. Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht (1677), deel II, p. 1037 e.v.

I. Jacob van Diemen Gijsbertsz., trouwde Klara van de Poel

ORA Dordrecht inv. 1531, akte 342: op 22 dec. 1546 verklaart op verzoek van Claertgen van Diemen Soetgen Wijnantsdr., weduwe van Jan Cornelisz. schipper, oud ongeveer 63 jaar, dat toen wijlen Henricxgen Moermans ziek aan de pest in bed lag, zij erbij geweest is, toen Henricxgen bekende, dat zij Claertgen een zeker bedrag schuldig was, zonder te zeggen hoeveel die schuld bedroeg. Toen Truijchgen, de dochter van Claertgen, gekomen is voor het ziekbed van Henricxgen met een papier, waarop stond hoeveel zij aan Claertgen schuldig was, heeft Henricxgen die schuld bekend.

Kinderen:

a. Vrank van Diemen Jacobsz., priester

b. Geertruijd van Diemen Jacobsdr., trouwde Bartholomeus Mon van Eijssel, schepen van Dordrecht 1552

30 sept. 1560: Screvel Monnesz., voor zichzelf en tevens vervangende zijn moeder, Geertruijt van Diemen Jacobsdr., verleent procuratie aan Pieter van Bree Cornelisz., o.a. om voor hem haring en andere handelswaar te kopen. (ORA Dordrecht inv. 702 (oud), akte 82)

ORA Dordrecht inv. 736, f. 286: op 30 jan. 1582 compareren Bartholomeus Monnen voor zichzelf, Melchior Veris, als van man van Pieterken Monnendr. en Jan Otten, als man van Anneken Monnendr., samen vervangende Joris Cornelisz.van Schiedam, als man van Fransken Monnendr., allen erfgenamen van wijlen Mon van Eijssel Bartholomeusz., schepen van Dordrecht. Zij verlenen procuratie aan hun broer resp. zwager Screvel van Eijssel Monnesz., hun mede-erfgenaam, om te procederen tegen Adriaen Govertsz. Mosienbroeck en Henrick Pietersz. Meerenburg c.s. aangaande zeker land of aanwas, gelegen aan de Dussen.

c. Cornelis van Diemen Jacobsz., geboren ca. 1513, volgt II

d. Aletta (Aeltgen) van Diemen Jacobsdr., geboren ca. 1518, trouwde Adriaan van Bonkelwaard Voppensz.

ORA Dordrecht inv. 1540, akte 932: op 12 mrt. 1564 verklaart op verzoek van Damiaen Adriaensz. Aeltgen Jacobsdr. van Diemen, weduwe van Adriaen Foppensz., 46 jaar oud, poorteres van Dordrecht, dat ongeveer 12 jaar tevoren Adriaen Foppensz. in zijn huis op de Riedijk had staan een tonnetje "met coeperen spannekens", dat toebehoorde aan Herman van Elten, die in Den Bosch woonde en altijd kwam logeren in het huis van Adriaen Foppensz., welk tonnetje zij, getuige, nog altijd in haar huis op de Nieuwe Haven op zolder heeft staan.

e. Anna van Diemen Jacobsdr.

f. Ermgard van Diemen Jacobsdr.

g. Balten van Diemen Jacobsz.


II. Cornelis van Diemen Jacobsz., geboren ca. 1513, wantsnijder, lakenkoper, burgemeester van 's heren wege 1578, schepen 1561, 1562, 1565, 1673, raad 1557, 1558, thesaurier 1576, 1577, van Dordrecht, munter op de 6e plaats bij het Serment van de Munt van Holland, hoogheemraad van de polders Oud- en Nieuw Reijerwaard, overleden tussen 1581 en 1589, trouwde Liduwina (Liedewij) Gijsbertsdr. Besemer, overleden na 24 juli 1590, dochter van Gijsbert Besemer Heijndriksz., heemraad van Sandelingenambacht en NN. (Ons Voorgeslacht 2010, p. 301-302)

ORA Dordrecht inv. 1529, akten 161 en 168: op 2 okt. 1543 verklaart Cornelis van Diemen van Jacobsz. schuldig te zijn aan Baeltgen Stevensz., weduwe van Thomas Henricxsz., een somma van 448 gl. wegens de koop van een huis. Borg: Mon Meusz. Het huis staat aan de Landzijde bij de Wijnbrug tussen de St. Janssteiger en het huis van de weduwe van Jacob Cornelisz. Borg voor verkoopster: Cornelis Claesz. van Beveren.

ORA Dordrecht inv. 1531, akten 188 en 189: op 2 okt. 1546 verkoopt Cornelis van Diemen Jacobsz. wantsnijder aan Pieter Willemsz. van Alblas een huis op de Riedijk aan de rivierzijde, staande tussen het huis van Thomas Jansz. de wantsnijder en dat van Cornelis Jansz. Borstrock. Waarborg: Jop Ghemensz. De koper is schuldig aan de verkoper een somma van 450 gl. Borg: Gherit Aertsz.

ORA Dordrecht inv. 1539, akte 527-528: op 2 mei 1562 verkoopt Frans Anthonisz., schepen in wette van Dordrecht, als man van Elijsabeth van Diemen Willemsdr., tevens vervangende de broers en zusters van zijn vrouw en hun kinderen of erfgenamen, en Bastiaen Cornelisz., wonende te Delft, voor zichzelf en tevens vervangende zijn broers en zusters en zij zijn tante Gouken, aan Cornelis van Diemen Jacobsz., schepen in wette van Dordrecht, twee derde delen van een huis aan de Poortzijde, staande tussen het huis, genaamd "die Blauwe Hant" en het huis van Mat Heijn Lammen. De koper is schuldig aan de verkopers een somma van 300 gl.

ORA Dordrecht inv. 1541, akte 302: op 9 april 1565 verklaart Cornelis Jacobsz. van Diemen, lakenkoper en schepen in wette van Dordrecht, volledig betaald te zijn door Sijmon Pijl, rentmeester van jonkheer Nicolaes van Assendelft, van de laatste termijn van een bedrag van 223 gl., welke hij tegoed had van Floris van Assendelft, heer van Goudriaan, ridder, wegens de verkoop van lakens, die Nicolaas van Assendelft beloofd had zelf te zullen betalen volgens contract, gepasseerd voor het Hof van Holland van 7 mrt. 1558.

ORA Dordrecht inv. 1567, f. 35: op 26 aug. 1574 leggen op verzoek van Jeutken Dircxsdr., weduwe van Jacob Spaen Jan Adriaensz., 66 jaar oud, Cornelis van Diemen Jacobsz., 61 jaar oud, schepenen van Dordrecht, Adriaen Pietersz. Nan, raad in wette, 49 jaar oud, en Heijndrick Ottesz., lid van de Oudraad, 40 jaar oud, een verklaring af.

ORA Dordrecht inv. 1579, f. 107v: op 5 okt. 1593 verkopen Jacob van Diemen, voor zichzelf en tevens vervangende zijn broer Gijsbert van Diemen, Anthonis Jordensz., weduwnaar van Pietronella van Diemen, en Henrick van Slingelant Simonsz., als man van Anthonette van Diemen, beiden voor zichzelf en vervangende Geerit Jansz. de Bruijn, lakenkoper te Rotterdam, als man van Maria van Diemen, aan Cornelis Willemsz. de With olieslager een huis met een "oversteck", komende aan het huis van Dirck Jacobsz. Clootwijck, staande omtrent de Wijnbrug en genaamd "de Haven", staande tussen het huis van Dirck Jacobsz. Clootwijck en dat van de weduwe van Claes Jansz. de Heer, welk huis Cornelis van Diemen Jacobsz. tijdens zijn leven heeft gebruikt en in eigendom heeft gehad. De koper is schuldig aan de verkopers een somma van 3400 gl. Borgen: Thomas de Wit heer Willemsz., lid van de Oudraad te Dordrecht, en Jan van Meeuwen tollenaar.

Kinderen (o.a.):

a. Jacob van Diemen Cornelisz., geboren ca. 1542, trouwde Margaretha van Beaumont Jansdr., dochter van Jan van Beaumont Govertsz. en Janneken Ooms, brouwster

ORA Dordrecht inv. 1546, akte 47: op 19 aug. 1574 verklaart op verzoek van de dekens van het Lakenkopersgilde te Dordrecht, Jacob van Diemen Cornelisz., 32 jaar oud, dat ongeveer zes weken te voren, toen hij stond in het huis van Cornelis van Diemen, daar gekomen is een huisman, die bij zich hade twee ellen wit wollen laken, en gevraagd waar hij dat laken gekocht had, zei "tot een bocxmaecker ende gaende vuijten huijse, wese opten huis van Jan inde Scoppen". Hij vertelde ook nog, dat hij voor dat laken 12 st. de el gegeven had.  burgemeester van 's heren wege 1604, schepen 1603, in Dordrecht.

ORA Dordrecht inv. 1547, f. 124: op 29 mei 1576 comp. Adriaen Pietersz. Nan, lid van de Oudraad, als man van Cornelia van Beaumont Jansdr., Govert van Beaumont Jansz., Marijken van Beaumont Jansdr., weduwe van Jan Geritsz., Herber van Beaumont Jansdr., Cornelis Oom van Beaumont Jansz., Reijnsburch van Beaumont Jansdr., weduwe van Adriaen Mol Dircxsz., Philips Paeijman Gijsbertsz., als man van Dircxken van Beaumont Jansdr., Gijsbert van Diemen Cornelisz., als man van Anthonia van Diemen Jansdr., Jacob van Diemen Cornelisdr., als man van Margaretha van Beaumont Jansdr., allen erfgenamen van Joanna Ooms Cornelisdr., weduwe van Jan van Beaumont Govertsz. Zij verklaren, dat zij de goederen, die Janneken Ooms heeft nagelaten, onderling verdeeld hebben.

Kinderen:

a-1. Herbert van Diemen Jacobsz., in Brielle overleden

a-2. Rochia van Diemen Jacobsdr., trouwde Johan Bordels 

a-3. Johanna van Diemen Jacobsdr., trouwde Johan Berk Dircksz., burgemeester van Dordrecht

ONA Dordrecht inv. 321 (geen folionummers): op 8 juli 1666 testeert Johanna van Diemen, weduwe van burgemeester Johan Berck, ziek te bed liggende. Zij bevestigt het besloten tetament, dat zij heeft gemaakt met haar man voor notaris C. van Bijwaert 12 juni 1651, alsmede het codicil, dat zij heeft gepasseerd voor notaris J. Cop op 24 mrt. 1656, voor zover niet strijdig met het hierna volgende. Tot haar erfgenamen benoemt zij de kinderen van mr. Dirck Berck, haar zoon, Emmerentia Berck, weduwe van Christiaen Snellen, haar dochter, Margareta Berck, echtgenote van Johan Hallincg, oud-burgemeester van Dordrecht, haar dochter, en de kinderen van Erckenraet Berck, weduwe van Johan Berck, haar dochter, elke staak voor een vierde deel. Zij legateert haar kleren aan haar dochter Emmerentia Berck en wenst dat "de kleederen van weijnich importantie" uitgedeeld zullen worden aan haar behoeftige verwanten. Zij wil, dat haar erfgenamen na haar overlijden aan de dienstboden, die die dan bij haar inwonen, zullen uitkeren een zodanige somma als zij zullen oordelen te behoren. Tot voogden over haar minderjarige erfgenamen benoemt zij haar schoonzoon Johan Hallincg en Adriaen van der Mast, lid van de Oudraad te Dordrecht.

ONA Dordrecht inv. 322, f. 25: inventaris dd 27 april 1667 van de goederen, die zijn nagelaten door Johanna van Diemen, weduwe van Johan Berck, burgemeester van Dordrecht, overleden te Dordrecht, opgemaakt op verzoek van Emmerentia Berck, weduwe van Christiaen Snellen, Margareta Berck, de vrouw van Johan Hallincg, oud-burgemeester van Dordrecht, kinderen van mr. Dirck Berck, lid van de Oudraad van Dordrecht, en de kinderen van Johan Repelaer, als weduwnaar van Erckeraet Berck, allen erfgenamen van Johanna van Diemen, ten overstaan van burgemeester Johan Hallincg en mr. Adriaen van der Mast, als testamentaire voogden over de weeskinderen van mr. Dirck Berck en die van Johan Repelaer, Johan Snellen en Johan Repelaer.

Tot de boedel behoren o.a. de volgende schilderijen:

- de portretten van Dirck Berck van Berckenroode en diens echtgenote

- portret van prins Willem de Oude

- portret van een vaandrig

- een Mariabeeld

- schilderij van Lucretia

- historie uit de "Evidues" [=Ovidius?]

- schilderij van de gevangenis van Jozef en de bakker

- schilderij zijnde naakte beelden

- schilderijtje "sijnde een boerenplaegerij"

- twee portretten van burgemeester Berck en diens vrouw

- schilderijtje zijn de Indus

- dito van een "kortegarde"

- dito van de verkondiging van Christus' geboorte

- dito van Haswerus [Ahasverus]

- een schilderij voor de schoorsteen in de keuken zijnde "een out antiqiteijt"

- drie landschappen

- een verloren zoon

- schilderij van de kruisiging van Christus

- portret van Matthijs Berck

- twee landschapjes

- een bloempotje

- schilderij van de hel

- portret van prins Maurits

- een schilderij met opzittende hondjes

- predikant Besius

- portret van een vrouw

- twee portretten van grootvader Van Diemen en zijn vrouw

- schilderij zijnde een verschiet

- dito zijnde een historie

- dito zijnde Romeinen

- een schilderij met een dood kind

- schilderij van Susanna

ONA Dordrecht inv. 322, f. 98: op 11 mei 1668 comp. voor een Dordtse notaris mr. Pompeus Berck en mr. Johan Berck, voor zichzelf en tevens vervangende Engelbertus Kettelaer, als man van Johanna Berck, Johanna Berck zelf en Margareta Berck, hun zwager en zusters, alsmede dr. Johan Snellen, als procuratie hebbende van Emmerentia Berck, weduwe van Christiaen Snellen, zijn moeder, en Johan Hallincg, regerende burgemeester van Dordrecht, als man van Margareta Berck, voor zichzelf en tevens vervangende Adriaen van der Mast, lid van de Oudraad, samen als voogden over het minderjarige kind van wijlen Erckenraet Berck, bij haar verwekt door Johan Repelaer, allen erfgenamen van Johan Berck, burgemeester van Dordrecht, en Johanna van Diemen, resp. hun ouders en grootouders. Zij verklaren, dat Johan Berck en Johanna van Diemen in een besloten codicil dd 29 mrt. 1668 hebben bepaald, dat alvorens hun erfgenamen tot hun erfenis zullen worden "geadmitteert", zij gehouden zullen zijn de boedel te ontlasten van alle borgtochten en hetgeen zij aan de boedel schuldig zijn. Aan Pompeus en Johan Berck zal uit de opbrengsten van de verkoop van het huis van hun vader, Dirck Berck, tijdens zijn leven echtgenoot van Johanna de Rovre, uitgekeerd worden een bedrag van 1500 gl.  

ONA Dordrecht inv. 322, f. 189: op 26 april 1669 verlenen Johan Hallincg, regerend burgemeester van Dordrecht, voor zichzelf en tevens vervangende Emmerentia Repelaer, Emmerentia Berck, weduwe van Christiaen Snellen, en mr. Pompeus Berck, voor zichzelf en tevens vervangende zijn broer en zusters, allen erfgenamen van Johanna van Diemen, weduwe van burgemeester Johan Berck, procuratie aan Johan Snellen, arts te Dordrecht, om voor schout en schepenen van Ooltgensplaat te transporteren aan Cornelis Willemsz. de Grijse, wonende "op de Stadt", een woning met "timmeragie en plantagie", gelegen in de Grote Block onder de jurisdictie van Ooltgensplaat in de 23e kavel, groot 40 gemeten, zo aan hoofd- als volgerland, gemeen met de erfgenamen van Geerit van Blocklant, die tijdens zijn leven woonde in Utrecht, en de helft van ca. 5 gemeten, gemeen met voorn. De Grijse.

a-4. Lidewy van Diemen Jacobsdr., trouwde Gerit Berk Dircksz.

b. Gijsbert van Diemen Cornelisz., geboren ca. 1546, volgt III

c. Petronella van Diemen, trouwde Anthonis Jordensz., huidenvetter

ORA Dordrecht inv. 1568, f. 227: op 8 dec. 1576 stelt Anthonis Jordensz. huidenvetter zich bor voor Cornelis van Diemen, thesaurier van Dordrecht, voor een bedrag van 90 ponden 10 schellingen, waartoe jonkheer Pieter van Roon onlangs is veroordeeld door het Hof van Holland, om dat bedrag aan Pieter van Roon te restitueren, indien bij het definitieve vonnis van het Hof van Holland "sulcx bevonden wert te behoeren".

ORA Dordrecht inv. 1580, f. 67v: op 5 juni 1597 verkoopt Willem Thomasz., schrijnwerker en burger van Dordrecht, aan Anthonis Jordensz., weduwnaar van Petronella van Diemen Cornelisz., een jaarlijkse losrente van 6 Rijnse gl., verzekerd op een huis in de Weeshuisstraat.

Kind:

c-1. Cornelia Anthonisdr., trouwde 1 mrt. 1605 Herman Oem Jansz.

d. Jonge Jacob van Diemen Cornelisz., geboren ca. 1550, trouwde Maria Jansdr.

e. Anthonia van Diemen Cornelisdr., trouwde Henrik van Slingeland Simonsz.

ORA Dordrecht inv. 1578, f. 167: op 13 febr. 1593 verkoopt Jacob van Diemen Cornelisz., als daaraan toebedeeld zijnde bij overlijden van zijn vader Cornelis van Diemen Jacobsz., aan Johan den Jacques de la Faille ten behoeve van de kinderen van Charles de la Faille, door hem verwekt bij Cecilia Gramaije, een jaarlijkse eeuwige rente van 16 Vlaamse ponden en een rente van 6 Vlaamse ponden. Henrick van Slingelandt Sijmonsz., als man van Anthonette van Diemen Cornelisdr., verkoopt aan idem een rentebrief van 5 Vlaamse ponden.

f. Maria van Diemen Cornelisdr., trouwde Gerit Jansz. de Bruijn van Berendrecht


III. Gijsbert van Diemen Cornelisz., geboren ca. 1546, pasteibakker, trouwde Anthonia van Beaumont Jansdr., dochter van Jan van Beaumont Govertsz. en Janneken Ooms, brouwster

ORA Dordrecht inv. 1568, f. 28: op 8 okt. 1575 verkoopt Aechgen Thijmansdr., weduwe van Gijsbert Cornelisz. van Diemen een huis [in de Voorstraat] omtrent de Munt, staande tussen het huis van Henrick Lucasz. pasteibakker en dat van Henrick Cornelisz. schoenmaker, met de eigendom van een gang, uitkomende in het Steegoversloot, liggende onder het huis van Cornelis Jacobsz. boogmaker. Waarborg: Pieter Jacobsz. van Bemont. De koper is schuldig aan de verkoopster een somma van 1000 gl. Borg: Cornelis van Diemen Jacobsz.

ORA Dordrecht inv. 1547, f. 104: op 30 april 1576 leggen op verzoek van Heijltgen Willemsdr., weduwe van Cornelis Henricxsz. wijnschroeier, Gijsbert van Diemen Cornelisz. lakenkoper, ongeveer 30 jaar oud, en Jonge Jacob van Diemen Cornelisz., ongeveer 26 jaar oud, een verklaring af.

ORA Dordrecht inv. 740: op 3 mrt. 1588 verkoopt Schrevel van Eijssel Monnesz., burger van Dordrecht, aan Ghijsbrecht van Diemen Cornelisz. een huis genaamd "Emaus", staande in het Gravenstraatje tussen het huis van Maerten Jan Vos en dat van Pieter Willemsz. kuiper, met de loods daarachter staande, strekkende van voren van de straat af tot het erf van jonkheer Pieter van Heerjansdam. Het huis is belast met o.a. een somma van 150 Rijnse gl., welke verkoper schuldig is aan Jan Dircxsz. timmerman wegens de laatste termijn van het erf, waarop het huis staat.

ORA Dordrecht inv. 1579, f. 179v: op 3 mei 1594 verkoopt Schrevel van Eijssel Monnensz. aan Ghijsbrecht van Diemen Cornelisz., pasteibakker in "den Sting", een huis in de Gravenstraat, staande tussen het huis van Jan Ruijsch en dat van Ghijsbert Cornelisz. metselaar. Waarborgen: Mon van Eijssel Schrevelsz. en Jacob van Diemen. De koper is schuldig aan 1275 gl. Borgen: Arien Cornelisz. Roch en Henrick Fransz. schipper.

ORA Dordrecht inv. 1584, f. 193v: op 18 dec. 1606 comp. Cornelis Oom Jansz. van Beaumondt lakenkoper voor zichzelf en tevens vervangende Anthonia van Beaumondt Jansdr., weduwe van Gijsbrecht van Diemen, en de kinderen van wijlen Herber van Beaumondt Jansz., zijn broer, Huijgo Repelaer brouwer als man van Grietgen Jansdr., voor zichzelf en tevens vervangende de overige kinderen van wijlen Maria van Beaumondt, de moeder van zijn vrouw, Johan Bordels, als man van Roecxken van Diemen Jacobsdr., voor zichzelf en tevens vervangende de broer en zusters van zijn vrouw, kinderen van Margaretha van Beaumondt Jansdr., tevens vervangende Reijnsburch van Beaumondt Jansdr., weduwe van Hendrick Hoinck, Jan van Beaumondt Govertsz. houtkoper, voor zichzelf en tevens vervangende zijn halfbroers en zusters, allen erfgenamen van Cornelia van Beaumondt Jansdr., resp. hun zuster en tante, voor de helft, en Loijken Adriaen Pieter Nansdr., weduwe van Henrick Zijbertsz., voor de andere helft. Zij verkopen voor 2600 gl. aan Cornelis van Beaumondt Govertsz. houtkoper een huis in de [Oude] Houttuin, genaamd "den Entvogel", staande tussen het huis van Jan de Vries, secretaris van de waterschepenen van Dordrecht, en het huis, dat toebehoord heeft aan wijlen mr. Adriaen van Blijenburch. Het verkochte huis is de verkopers aangekomen bij overlijden van Cornelia van Beaumondt.

ORA Dordrecht inv. 1588, f. 81: op 17 mei 1611 verkopen Nicolaes van Haerlem, als man van Janneken van Diemen, Gijsbrecht van Haerlem, als man Liedewij van Diemen, Cornelis van Diemen, voor zichzelf en tevens vervangende Johan van Diemen, zijn broer, Jan Govertsz. van Beaumont en Herman Cors Jansz., als testamentaire voogden van de onmondige kinderen van wijlen Gijsbrecht van Diemen en Anthonette van Beaumont Jansdr., m.n. Cornelis van Diemen de jonge, Clara van Diemen en Jacob van Diemen, aan Cornelis Cornelisz. Smith en Hendricxken Cornelisdr. Smith een huis in de Kolfstraat, staande tussen het huis van Aert Jorisz. metselaar en het huis, dat bewoond wordt door Abraham Nicolaesz.

ORA Dordrecht inv. 1590, f. 33: op 12 april 1613 verkopen Cornelis van Diemen, Cornelis van Diemen de jonge, Clara van Diemen, weduwe van Cornelis Vinck, geassisteerd met Adriaen Vinck, en Herman Oom Jansz., als voogd van Jacob van Diemen, voor 5600 gl. aan Pieter Pietersz. pompmaker een huis, genaamd "de Henne", staande [in de Voorstraat] omtrent de Munt tussen Gijsbrecht Cornelisz. pasteibakker en Henrick Henrick Wijnants kleermaker, met een vrije uitgang in het Steegoversloot. Waarborgen: Ernst Schriek en Herman Jansz. Oom. De koper is schuldig aan de verkopers een bedrag van 4000 gl. Borgen: Isaack Roovers en Barbara Denijs.

5 juni 1655: comp. voor notaris A. Muijs van Holij te Dordrecht mr. Cornelis Cauw, advocaat, zich sterk makende voor Jacob Gijsbertsz. van Diemen, zijn schoonvader, Johan van Diemen, en Barnardus Bisbinck, als man van Maria van Diemen, samen vervangende Jan Jansz. Geelgieter, als man van Catarina van Diemen, samen kinderen en erfgenamen van Johan Gijsbertsz. van Diemen, Arent Dichter, als man van Anthonetta van Haerlem, tevens zich sterk makende voor Cornelia van Haerlem, samen kinderen en erfgenamen van Liduwina Gijsbertsdr. van Diemen, alsmede vervangende Michiel de Bruijn van Berendrecht, als man van Anthonetta van Haerlem, dochter en mede-erfgename van Johanna Gijsbertsdr. van Diemen, Heijndrick Vrijmoet, als man van Catarijna Conincx en Johannes Schilthouwer, als man van Anthonia Conincx, beiden dochters van Clara Gijsbertsdr. van Diemen, beiden tevens zich sterk makende voor Cornelis, Aelbrecht en Jacob Conincx, eveneens kinderen van Clara van Diemen, samen kinderen en kindskinderen van Gijsbert Cornelisz. van Diemen en zulks fideï-commissaire erfgenamen van Anthonia Cornelisdr. van Diemen, in haar leven vrouw van Heijndrick Sijmonsz. van Slingelant. De comparanten verlenen procuratie aan Jacob van Bijemont om aan mr. Gualterus van der Poorte, secretaris van de weeskamer te Middelburg, te transporteren een stuk zaailand onder de jurisdictie van Oud-Beijerland, groot 3 morgen 291 roeden, liggende in Schaepsteede, dat gebruikt wordt door Arijen Cornelisz. Schaepsboer. De koopsom bedraagt 2265 gl. 5 st. (Afschrift van deze akte in ORA Oud-Beijerland inv. 10)

Kinderen:

a. Johanna van Diemen Gijsbertsdr., trouwde Nicolaas van Haarlem

b. Lidewij van Diemen Gijsbertsdr., trouwde Gijsbert van Haarlem, koopman, trouwde 2e Anna Paignijet, weduwe van Jan Sijbertsz. Wor

ONA Dordrecht inv. 16, f. 93: testament dd 3 nov. 1624 van Ghijsbert van Haerlem en zijn vrouw Liedewij van Diemen, wonende te Dordrecht, beiden ziek. Zij legateren aan de Armen van Dordrecht een bedrag van 1000 gl., aan Anthonij van Beaumont, zijn zwager zijn kleren van fluweel, aan Cornelis Melchiorsz. Coninck, zijn zwager, al zijn, testateurs, fijne hemden en kragen, en aan Cornelia van Haerlem, hun dochter, testatrices diamanten ring, vergulde ketting en al het zilver "tot haeren lijve behoirende". Aan de langstlevende van hen beiden maken zij het vruchtgebruik van al hun overige na te laten goederen. De langstlevende zal gehouden zijn hun kinderen te onderhouden tot hun mondigheid of huwelijk en hun dan een somma van 2000 gl. uit te keren. Tot voogden over hun minderjarige erfgenamen benoemen zij de langstlevende van hen beiden, Jan van Haerlem en Cornelis van Diemen, resp. hun broer en zwager, en Herman Oom Jansz., hun neef. 

ONA Dordrecht inv. 16, f. 127: huwelijkse voorwaarden dd 9 jan. 1627 van Ghijsbrecht van Haerlem, koopman en burger van Dordrecht, weduwnaar van Liedewij van Diemen, en Anna Paignijet, weduwe van Jan Sijbertsz. Wor, geassisteerd met Alidt van Beverwijck, weduwe van Dominicus Boot, haar tante. 

c. Johan van Diemen Gijsbertsz., volgt IV

d. Cornelis van Diemen Gijsbertsz., bakker, trouwde Machtelt Jansdr.

ORA Dordrecht inv. 1604, f. 7v: op 30 nov. 1629 verkopen Lens Hermansz. van Elsloo en Job Gillisz., als executeurs-testamentair van Machtelt Jansdr., weduwe van Cornelis van Diemen bakker, voor 1700 gl. aan Willem Doene van Hoogelande een huis omtrent de Spuipoort, staande tussen het huis van Cornelis Godschalcx en de vest.

e. Clara van Diemen Gijsbertdr., OSP, trouwde 1e Cornelis Vink Adriaansz., 2e Cornelis Melsen Konink

f. Jacob van Diemen Gijsbertsz., trouwde Maria du Bois


IV. Jan (Johan) van Diemen Gijsbertsz., trouwde 1e Agneta Prikkers, 2e Belia Geij, 3e Maria van Dannewaard Jansdr.

ORA Dordrecht inv. 1603, f. 18v: op 13 mei 1628 verklaart Johan van Diemen schuldig te zijn aan Gijsbert van Haerlem, burger van Dordrecht, een somma van 600 gl., verbindende zijn huis in de Grotekerksbuurt, staande tussen het huis van mr. Jacob de With en dat van Gijsbert de Jager.

Kinderen:

ex 1:

a. Johanna van Diemen, trouwde Christiaan van der Vaart

b. Anthonia van Diemen, trouwde Jacob de Witt

c. Catharina van Diemen, trouwde Jan Middelkoop

ex 3:

d. Maria van Diemen, jonge dochter van Dordrecht wonende bij het Groothoofd (1654), trouwde NG Dordrecht 13 dec./29 dec. 1654 Barend Bisbink, jongman van Dordrecht wonende bij de Boom (1654), landschapsschilder, trouwde

Bisbinck of "Bispinck werd geboren na 1622 (het jaar dat zijn ouders trouwden) in Dordrecht. Na 1646 vertrok hij naar Utrecht om leerling te worden van Jan Both. Na zijn terugkeer in Dordrecht trouwde hij in december 1654. Zijn vrouw sterft echter bijna een jaar later (november 1655). Bispinck verhuisde hierna naar Den Haag en Hulst (1657). Na dit jaar zijn geen gegevens meer bekend van hem." (Wikipedia)

Kind:

d-1. Johannes Bisbinck, gedoopt NG Dordrecht 5 nov. 1655

e. Jan van Diemen, volgt V


V. Jan (Johan) van Diemen Jansz., trouwde Anthonetta van Hees Matthijsdr.

Kinderen (o.a.):

a. Jan van Diemen, bezitter van de helft van de Vicariën, behorende tot het St. Pancraas- altaar.

b. Matthijs van Diemen

c. Johanna van Diemen