RUIJMERS

Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.andredenhaan.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.
I. Otto Ruijmers, jongman van Rees (1726), spekverkoper te Dordrecht, trouwde Gerecht (onderscheiden gezindten) 11/27 april 1726 (de bruidegom geassisteerd met zijn oom Frans Pitten, de bruid met Margrita Pitten, vrouw van Adriaan van Hall, eerder weduwe van Casper van der Linden) Casperina van der Linden, jonge dochter van Dordrecht (1726)
ONA Dordrecht inv. 953, akte 27 (de testateur staat niet in de 200e penning): op 21 sept. 1726 testeert voor notaris P. van Well Frans Pitten, meerderjarig jongman, mr. schrijnwerker te Dordrecht, ziekelijk zijnde. Hij legateert aan zijn halfzuster Helena Vogels, vrouw van Jan Voorwijk, een bedrag van 3 gl. 3 st. zonder meer, aan zijn nicht Casperijntje van der Linden, vrouw van Otto Ruijmers, "voor een pilgift", een somma van 100 gl., aan zijn nicht Anna Dore, vrouw van Marinus Koevoets, zijn eiken kast en een somma van 25 gl., aan zijn neef Hermanus van der Linden zijn beste laken rok, camisool en broek, aan zijn neef Mattijs Dore al zijn verdere na te laten wollen kleren en een somma van 100 gl., eveneens "tot een pilgift", en aan zijn zuster Margarita Pitten, vrouw van Adriaen van Hal, voor de ene helft, en aan zijn zuster Maria Elisabet Pitte, voor de andere helft, al zijn linnen kleren. Hij vermaakt aan zijn beide zusters, hun leven lang gedurende, ieder voor de helft, het vruchtgebruik van al zijn overige na te laten goederen, na aftrek van de lasten. In de eigendom van die goederen benoemt hij tot zijn erfgenamen de gezamenlijke kinderen of wettige nakomelingen van zijn zuster Margarita Pitten, voor de ene helft, en die van zijn zuster Maria Elisabet Pitten, voor de andere helft, "met expresse wille en begeerte nogtans dat de kinderen van sijne suster Margarita Pitten, noijt, over 't gene sij uijt kragte [van dit testament] ... sullen comen te erven ten behoeve van haren vader Adriaan van Hal en sullen vermogen te disponeren". Tot executeurs-testamentair en voogden over zijn minderjarige erfgenamen stelt hij aan zijn drie "behout neven", Hermanus Pippinghuijsen, Otto Ruijmers en Evert Pappelmans. Akte door testateur ondertekend.
ORA Dordrecht inv. 1651, f. 79v e.v.: op 20 nov. 1727 verkoopt Jan Bos Baan, kamerbewaarder te Dordrecht, krachtens zekere "executorie" van de Kamer Judicieel van Dordrecht dd 24 juli 1727, verleend op zekere "condemnatie" van dezelfde Kamer dd 3 april 1727 ten verzoeke van Jacoba van de Graeff, weduwe van Govert Braats, lid van de Oudraad en koopman te Dordrecht, voor 1080 gl. aan Ottho Ruijmers, spekverkoper te Dordrecht, een huis in de Voorstraat omtrent de Pelserbrug, staande tussen het huis van de weduwe Gelsing en dat van Johannes 't Hooft. Het verkochte huis is eigendom geweest van Frans Cattron, vleeshouwer te Dordrecht.
ONA Dordrecht inv. 908, akte 9: op 5 mrt. 1739 verklaart Margarita Pitten, weduwe van Adriaan van Hal, haar neef Hermanus Pippinghuijsen te ontslaan van de voogdij over haar minderjarige erfgenamen. In zijn plaats benoemt zij tot voogden haar schoonzoons Otto Ruijmers en Hendrik Schouten.
ORA Dordrecht inv. 1663, f. 140v: op 21 jan. 1762 verkopen Jan Ruijmers, Casparus Ruijmers, Ludovicus Lutz, als man van Hermina Ruijmers, alsmede Pieter Schat en Jan Sweerhoff, als voogden over de minderjarige erfgenamen, samen voor elf twaalfde parten erfgenamen van Casparina van der Linden, weduwe van Otto Ruijmers, en Jan van der Star en Arnoldus Kolster, als curators over de boedel van Stephan van Hall, die voor een twaalfde part erfgenaam van Casparina van der Linden is, voor 292 gl. aan Geertruij Wissing, wonende te Dordrecht, een huis in de Nieuwstraat, staande tussen het huis van Cornelis Weijmans en dat van Jan Rothman.
ORA Dordrecht inv. 1663, f. 156: op 5 april 1762 toont Leendert van der Horst, notaris te Dordrecht, de staat en scheiding van de boedel van Casparina van der Linde, weduwe van Otto Ruijmers, waaruit blijkt, dat aan Casparus Ruijmers, spekslager en burger van Dordrecht, is toebedeeld een huis op de Voorstraat omtrent de Pelserstraat, staande tussen het huis van Jan George Wittig en dat van Elias Maurits, voor een somma van 1499 gl. 11 st. 8 penn., "waarin hem wegens sijn erffportie i de voors. nalatenschap was competerende" een somma 720 gl. 7 st. 10 penn., zodat hij nog moet betalen een bedrag van 779 gl. 3 st. 14 penn.
Kinderen (o.a.):
a. Joanna, gedoopt Oud-Kath. Dordrecht 31 mrt. 1727, jong overleden
b. Anna Margareta Ruijmers, gedoopt RK Dordrecht 16 okt. 1728, jonge dochter van Dordrecht woont tegenover de Pelserbrug (1747), trouwde Gerecht Dordrecht 13/29 april 1747 (de bruidegom met schriftelijk consent van zijn ouders Dirk van Hall en Elisabeth Dams, de bruid geassisteerd met haar vader Otto Ruijmers) Steven van Hall, jongman van Emmerik woont bij de Engelenburgerbrug in Dordrecht (1747)
ORA Dordrecht inv. 1658, f. 94: op 1 april 1749 verkopen Jan Pluijm, mr. glasmaker, als man van Dirksje Voorstappen, en Cornelis Giltaaij, mr. zilversmid, als man van Adriana Voorstappen, allen wonende te Dordrecht, beiden dochters en mede-erfgenamen van Catharina Meesters, weduwe van Hendrik Voorstappen, en Jan Pluijm nog, samen met Cornelis Giltaaij in plaats van diens vader Jan Giltaaij aangesteld tot voogd over het minderjarig kind en mede-erfgenaam van voorn. Catharina Muts [sic], die is overleden in Dordrecht, voor 750 gl. aan Steven van Hall, burger van Dordrecht, een huis op de Varkenmarkt, staande tussen het huis van Evert van Well en dat van Philip Maderne.
ORA Dordrecht inv. 1662, f. 179: op 5 juli 1759 verkoopt Anna Ruijmers, als procuratie hebbende van haar man Stephan van Hal, wonende te Dordrecht, volgens onderhandse procuratie door haar man in het ambacht Breugen in Breijel op 1 juni 1759 ondertekend en bezegeld, voor 625 gl. aan Snoeij Ariensz. Snoeij, burger van Dordrecht, een huis op de Varkenmarkt, staande tussen het huis van Evert van Well en dat van Philip Maderne.
c. Johannes Ruijmers, volgt IIa
d. Willem, gedoopt RK Dordrecht 22 juli 1731, jong overleden
e. Caspar Ruijmers, gedoopt RK Dordrecht 7 okt. 1735, volgt IIb
f. Hermina Ruijmers, gedoopt RK Dordrecht 9 mei 1738, jonge dochter van Dordrecht wonende op de Voorstraat (1761), weduwe van Dordrecht wonende in de Nieuwe Breestraat (1782), trouwde 1e Gerecht (onderscheiden gezindten) 7/24 okt. 1761 (de bruidegom geassisteerd met zijn oom Dirk van Hoorn, de bruid met haar voogd Johannes Sweerhoff) Lodewijk Luts, jongman van Keulen wonende op de Voorstraat (1761), 2e Gerecht (onderscheiden gezindten) 17 jan./9 febr. 1782 (RK trouwboek Dordrecht 9 febr. 1782: est Aethiops [hij is een zwarte]) Pierre Gagné de Veaudoux, weduwnaar geboren van Martinique wonende in de Vriesestraat (1782)
IIa. Johannes Ruijmers, jongman van Dordrecht wonende bij de Pelserbrug (1756), spekslager te Dordrecht, trouwde Gerecht Dordrecht (onderscheiden gezindten) 7/31 jan. 1756 (de bruidegom geassisteerd met zijn moeder Casparina van der Linden, weduwe van Otto Ruijmers, de bruid met haar stiefvader Jan Kluijt) Catharina Ligtermoet, jonge dochter van Dordrecht wonende naast de Lombardbrug (1756), weduwe van Dordrecht wonende bij de Lombardbrug (1770), trouwde 2e Gerecht Dordrecht (onderscheiden gezindten) 16 nov./1 dec. 1770 Johannes Michaël Melord, jongman van Breda wonende in de Tolbrugstraat Waterzijde in Dordrecht (1770)
ORA Dordrecht inv. 1661, f. 182v: op 25 mrt. 1756 verkopen Willem Kolster en Abraham Kimijser, kooplieden te Dordrecht, voor 1400 gl. aan Johannes Ruijmers, mr. spekslager en burger van Dordrecht, een huis in de Voorstraat omtrent de Zeevismarkt, staande tussen het huis van Gerardus Verveer en dat van Jacobus van Hoogstraten. De koper is schuldig aan Willem Kolster een somma van 700 gl.
ORA Dordrecht inv. 1661, f. 185: op 1 april 1756 verkoopt Abraham de Voogt, vleeshouwer en burger van Dordrecht, voor 200 gl. aan Johannes Ruijmers, spekslager en burger van Dordrecht, een stal of loods met tuintje erachter, staande aan het einde van het Bagijnhof aan de vest.
ORA Dordrecht inv. 1666, f. 117: op 15 mei 1770 verkoopt Catharina Ligtermoet, weduwe van Johannes Wilhelmus Ruijmers, wonende te Dordrecht, voor 1600 gl. aan Govert Scheij, spekslager te Dordrecht, een huis op de Voorstraat tussen de Beurs en de Vismarkt, staande tussen het huis van de weduwe van Johannis Cornelis Venders, thans echtgenote van Cornelis van Leeuwen en dat van notaris Gerardus Verveer.
ORA Dordrecht inv. 1666, f. 172v: op 15 nov. 1770 verklaart Catharina Ligtermoet, weduwe van Johannes Wilhelmus Ruimers, wonende te Dordrecht, schuldig te zijn aan Nicolaas Brands, pastoor van de RK gemeente "op de Haven", en Fredrik Damen, wijnkoper te Dordrecht, als voogde over haar minderjarige kinderen, een somma van 1700 gl., verbindende een huis op de Voorstraat, staande tussen de Lombardbrug en het huis van Hendrik van Oijen, een stal of loods met een tuintje erachter, staande aan het einde van het Bagijnhof aan de Vest, en een vleesstal in de Hal van Dordrecht, getekend nr. 18.
ORA Dordrecht inv. 1666, f. 301v: op 24 dec. 1771 verkoopt Johannes Michaël Melort, als man van Catharina Ligtermoet, eerder weduwe van Jan Ruijmers, voor 165 gl. aan Johan Adam Jonkers en Jan Christoffel Jonkers, wonende te Dordrecht, een loods, staande aan de stadsvest aan het einde van het Bagijnhof naast het huis van De Quint.
Kinderen (allen RK gedoopt in Dordrecht):
a. Casparina, 16 juli 1761
b. Nicolaus Otto, 25 mei 1764
c. Helena, 19 okt. 1767
IIb. Casparus Ruijmers, gedoopt RK Dordrecht 9 okt. 1735, jongman van Dordrecht wonende bij de Pelserbrug (1761), spekslager te Dordrecht, trouwde Gerecht (onderscheiden gezindten) 10/24 april 1761* (de bruidegom heeft schriftelijk consent van zijn moeder Casperina van der Linden, weduwe van Otto Ruijmers) Dorothea Maria Veltman, jonge dochter van Dordrecht woont bij het Groothoofd (1761), overleden 20 sept. 1783
* Deze trouwinschrijving is voorzien van de volgende aantekeningen:
"Also het briefje van consent onder de hand is door Kolster aan de moeder vernomen of sij consent gaff, en heeft geantwoort Jae".
"Also de bruijt Maria Veltman door haar vader nog moeder Jan Veltman en Anna Hopman niet en was geadsisteert, ofte van deselve eenig consent heeft becomen tot het aangaan van het voors. huwelijk, soo heeft den geswore clercq Arnoldus Kolster op ordre en uijt naam van Heeren Commissarissen in gevolge van het 3 articul van de Politique ordonnantie zig vervoegt aan ... Jan Veltman en Anna Hopman en aan deselve kennis gegeven van het ... voorgenome huwelijk van haar gemelde dogter en deselve geïnsinueert, zoo zijn daar tegens eenige reedenen hadden in te brengen, deselve binnen 14 dagen aan opgemelde Heerenn Commissarissen te komen bekent maken, off dat anders hun stilswijgen sal werden gehouden voor consent".
ORA Dordrecht inv. 1673, f. 144: op 11 nov. 1783 verkoopt "Arnoldus Kolster, Eerste Klerk ter Secretarie wonende binnen dese Stad, als last en procuratie hebbende van Franciscus Dominicus Bauduin, med.a Dr. en Gerrit Veltman, beide wonende binnen deze Stad, als bij Acte van den 3e Julij 1778 voor Leendert van der Horst als Notaris binnen dese Stad, en twee getuigen verleden, door wijlen Dorothea Maria Veltman in leven weduwe en boedelhoudster van wijlen Casparus Ruijmers, gewoont hebbende, en den 20 Septem(ber) 1783 overleden binnen dese Stad, aangesteldt voogden over de minderjarigen an andere Toesigt behoevenden, in haar en haar voorn: overleden mans nalatenschap geregtigt, en mitsdien voogden over Casparina Martina Ruijmers, Anna Maria Ruijmers, en Otto Ruijmers, met hun drien de Eenige Kinderen door wijlen opgemelte Casparus Ruijmers aan de overledene verwekt, en door haar allen nog minderjarig nagelaten en dienvolgende alzo te zamen de Enige en al geheele Erfgenamen bij versterf van wijlen meergemelte overledene", voor 3550 gl. aan Samuel Crena, achtraad te Dordrecht, een huis in de Voorstraat schuin tegenover de Pelserbrug, van achteren uitkomende op de stadsgracht, staande tussen het huis van de koper en dat van Elias Mauritz.
Kinderen (allen RK gedoopt in Dordrecht):
a. Casparina Maria Ruijmers, 12 nov. 1762, jonge dochter van Dordrecht wonende bij het Groothoofd (1784), trouwde Gerecht (onderscheiden gezindten)/RK Dordrecht 22 april/9 mei 1784 (de bruidegom heeft consent van zijn vader Jan Rijmerik, de bruid geassisteerd met haar voogd Gerrit Veltman) Wijnand Jansz. Rijmerik, jongman van Rijpwetering wonende in de Dolhuisstraat te Dordrecht (1784)
b. Anna Maria Ruijmers, 10 dec. 1766
c. Otto Ruijmers, geboren Dordrecht 23 mrt. 1775, broodbakker in Zwijndrecht, trouwde Dordrecht 26 mei 1813 Maria Sijsse, geboren 11 jan. 1782
Kinderen (allen geboren in Zwijndrecht):
c-1. Johannes Ruijmers, 22 okt. 1815
c-2. Maria Geertruij Ruijmers, 30 aug. 1819
c-3. Catrina Ruijmers, 21 aug. 1821