DE CARPENTIER

Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.andredenhaan.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.
Bron:
De Nederlandsche Leeuw 1904, kol. 303-309
I. Roeland Carpentier, geboren te Meessen, werd door de Gentenaars in 1578 aangesteld tot secretaris der Achttienmannen en 23 aug. 1578 pensionaris van IJperen, maar nam bij de overgave van de stad door de hertog van Parma in 1584 de wijk naar het noorden vestigde zich in Delft, waar hij ouderling der NG gemeente was en na 1610 overleed, trouwde Josina van Hecke, die later in Utrecht woonde en daar op 17 april 1628 haar testament maakte, waaruit blijkt, dat er drie kinderen waren, nl.:
a. Johan Carpentier Roelandsz., geboren in 1577, kocht in 1610 in Dordrecht het huis "het Zeepaard" van Anthonis Blonck, verkreeg 15 juli 1619 octrooi tot het vervaardigen van zilver draadwerk, hetgeen wegens het verkopen van verzilverd koperdraad werd vernietigd op 15 aug. 1624, was 23 juli 1627 reeds uit Dordrecht vertrokken, vermoedelijk naar Utrecht, trouwde Maria Hellinx Servaesdr.
6 jan. 1610: Anthonis Blonck, brouwer en burger van Dordrecht, verkoopt voor 6925 gl. aan Johan Carpentier, koopman en burger van Dordrecht, een huis, brouwerij en verdere toebehoren, genaamd "'t Zeepaert", staande in de Wijnstraat tussen het huis van Herman van de Wolde en dat van Boudewijn Coninck Gijsbrechtsz., schepen in wette van Dordrecht, strekkende voor van de straat tot achter aan de "nieuwe gediepte haven" [Kuipershaven] toe. Waarborgen: Adriaen Stevensz. zeilmaker en Pieter Matthijsz., burgers van Dordrecht. (ORA Dordrecht inv. 1587, f. 1 e.v.)
Het huis het Zeepaert in de Wijnstraat (met rode luiken)
26 sept. 1625: Pieter de Carpentier en Cornelis van Nes, beiden burgers van Dordrecht, stellen zich borg voor Josina van Heck en dat tot voldoening van de sententie op 25 sept. 1625 gewezen tussen Josina van Heck enerzijds en Blasius van Haerlem de jonge als curator van Johan de Carpentier anderzijds (De Nederlandsche Leeuw 1904, kol. 304)
Kinderen (o.a.):
a. Josina de Carpentier, gedoopt NG Dordrecht 12 okt. 1601, overleden ald. 24 febr. 1634, trouwde NG Dordrecht 1/24 mei 1622 Cornelis van Es Samuelsz., geboren ca. 1585, trouwde 2e Helena van den Honert, weduwe van kapitein Arnoldus de Vries
Josina de Carpentier (Rijskmuseum Amsterdam)
b. Catharina Carpentier, gedoopt Waals Dordrecht 6 febr. 1605, trouwde ca. 1625 Arend Sonnemaans,
Kinderen (allen NG gedoopt te Dordrecht):
b-1. Johanna, mrt. 1626
b-2. Josina Sonnemaans, geboren naar schatting ca. 1630, trouwde mr. Roeland de Carpentier (zie III)
b-3. Maria, mei 1627
b-4. Elisabeth, april 1629
b-5. Jacob, dec. 1630
b-6. Catharina, aug. 1636
b-7. Magdalena, juli 1638, jonge dochter van Dordrecht wonende bij de Sluispoort (1673), trouwde NG Dordrecht 15 jan. 1673 (ondertrouw, procl. in de Waalse kerk) Jacob Sonnemans, jongman van Dordrecht wonende op de Nieuwe Haven (1673)
ONA Dordrecht inv. 276, f. 143 e.v.: Josijna Sonnemans, weduwe van Roelant de Carpentier, lid van de Oudraad te Dordrecht, stelt zich borg voor een obligatie, die door haar zwager Jacob Sonnemans, achtraad te Dordrecht, onder borgtocht van haar zuster Anna Maria Sonnemans is verleden voor notaris H. van Dijck te Dordrecht op 25 febr. 1675.
ORA Dordrecht inv. 1749, f. 113v: op 31 mrt. 1693 verkoopt Willem van de Lisse, wijnkoper en burger van Dordrecht, voor 450 gl. aan Magdelena Sonnemans, weduwe van Jacob Sonnemans, achtraad van Dordrecht, een lakenraam in het Geldelozepad, staande en gelegen tussen het raam van Adriaen van Beuren en de tuin of het raam van Pr. van Hemstede.
b-8. Helena, febr. 1641
b-9. Arent (Aernoudt) Sonnemans, 15 juli 1643, jongman van Dordrecht wonende bij de Sluispoort (1666), houtkoopman, trouwde NG Dordrecht/Rijsoord 24 okt./7 nov. 1666 Johanna Hardemee, jonge dochter van Dordrecht wonende op de Hoge Nieuwstraat (1666)
ORA Dordrecht inv. 1624, f. 88: op 28 febr. 1674 verkoopt notaris Hugo van Dijck, als gemachtigde van het Gerecht van Dordrecht, voor 5300 gl. aan Arnoldus Sonnemans, houtkoper en burger van Dordrecht, een huis met pakhuis erachter, staande omtrent de Grote Sluispoort op de hoek van de passage naar de Nieuwe Kalkhaven, strekkende voor van de straat en achter uitkomende met het genoemde pakhuis op de Kalkhaven, laatst eigendom geweest van Nicolaes Kilsdonck.
ORA Dordrecht inv. 1748, f. 126: op 24 nov. 1682 verkopen Johannes Laroij, predikant te Rijsoord, als medevoogd met majoor Abraham Palm over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Arnoldus Sonnemaens en Johanna Hardemer, voor 300 gl. aan Herman van der Beeck, burger van Dordrecht, een tuin en tuinhuisje buiten de Sluispoort op stadsgrond, gelegen en staande in het Geldelozepad tussen de tuin van Reijnier Rosmaer en het raam van de kinderen en erfgenamen van Pr. van Slingelant.
b-10. Anna Maria Sonnemans, 7 april 1645
b-11. Johannes, aug. 1647
c. Jasper (Casparus) Carpentier Johansz., gedoopt Waals Dordrecht 11 okt. 1615, ingeschreven als student in de theologie te Leiden 9 nov. 1633, predikant te Sliedrecht (1636), Amersfoort (1646), Amsterdam (1650), overleden ald. op 12 mei 1667, begraven Amsterdam (Westerkerk) 17 mei 1667, trouwde Dordrecht 28 juli 1637 Hester Wassenburgh, dochter van Petrus Wassenburg, predikant te Dordrecht, en Sijbrechtsgen Verheem
ds. Casparus de Carpentier
II. Pieter de Carpentier Roelandsz., geboren 2 juni 1591, gedoopt NG Delft 16 juli 1591, schepen van Dordrecht, overleden 17 dec. 1672, trouwde Maria de Wit Claesdr., geboren naar schatting ca. 1590, overleden 19 mrt. 1631, dochter van Nikolaas de Wit Willemsz. en Michaëlia van Loon Joostendr. (Balen, o.c., deel II, p. 1303 e.v.)
NG trouwboek Dordrecht 6 juli 1614: Pieter Carpentier Roelantsz., koopman van Delft en Maria de Wit Claesdr., weduwe van Henrijc Neuij, van Dordrecht, getr. 20 juli 1614.
- 9 april 1631: extract van het testament dd 14 sept. 1627 van Pieter de Carpentier, koopman en burger van Dordrecht, en zijn inmiddels overleden vrouw, Maria de Wit, gecollationeerd door notaris D. Eelbo. De testateuren hebben naast de langstlevende van hen beiden tot voogd benoemd haar broer, Thomas de Wit Nicolaesz. (Weeskamer Dordrecht, inv. 18, f. 152v)
ORA Dordrecht inv. 1621, f. 160: op 21 okt. 1667 verkopen Thielman Dijcken en Anna Panhuijsen, burgers van Dordrecht, als procuratie hebbende van Hendrick Tijcquet, echtgenoot van Anna Panhuijsen, volgens procuratie gepasseerd voor notaris H. van de Stam te Maastricht op 19 okt. 1667, voor 4800 gl. aan Pieter de Carpentier, lid van de Oudraad te Dordrecht, een huis en ververij, staande op de Nieuwe Drappierskade tussen het huis van Bartholomeus Roonaer en dat van Hendrick Crena, alsmede vier lakenpersen, staande in het huis van Hendrick Tijcquet, gelegen op de Hoge Nieuwstraat, t.w. twee kleine persen in de winkel of voorkamer en twee grote persen, staande op de overdekte binnenplaats.
ORA Dordrecht inv. 1628, f. 81v: op 9 mrt. 1682 verkopen Pieter de Carpentier, lid van de Oudraad van Dordrecht, als procuratie hebbende van Josijna de Carpentier, Maria de Carpentier, Emmerentia de Carpentier, weduwe van Herbert van der Meijden, baljuw van Gouda, Jacomina de Carpentier, weduwe van mr. Gasper Appelonij, secretaris van het Hof van Holland, en Arent Muijs van Holij, oud-burgemeester van Dordrecht, weduwnaar van Isabella de Carpentier, voor zichzelf en als voogd over de minderjarige kinderen en tevens vervangende de meerderjarige kinderen van wijlen mr. Roelant de Carpentier, lid van de Oudraad te Dordrecht, allen erfgenamen van Pieter de Carpentier, in zijn leven lid van de Oudraad van Dordrecht, voor 2375 gl. aan Vaster de Ram, burger van Dordrecht, een huis of pakhuis, staande aan de Nieuwe Haven tussen het huis van Maria Paradijs, weduwe van Jan van Tricht, en het huis of pakhuis, dat door de koper onlangs is gekocht van de erfgenamen van Jan Willemsz. van Liesvelt.
ONA Dordrecht inv. 263, f. 15: op 9 febr. 1693 comp. Josina de Carpentier, Maria de Carpentier, Emmerentia de Carpentier, weduwe van Herbert van der Meij, hoofdofficier van Gouda, mr. Simon Muijs van Holijk, ontvanger-generaal van Grafelijkheidstol van Geervliet, zoon van Isabella de Carpentier, bij haar verwekt door Arent Muijs van Holij, oud-burgemeester van Dordrecht, Pieter Nolthenius, koopman te Dordrecht, als man van Maria de Carpentier, dochter van wijlen Roelant de Carpentier, en Adriaen van Nispen, advocaat voor het Hof van Holland en voornoemde Simon Muijs van Holij, als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van en kleinkinderen van Roelant de Carpentier, allen erfgenamen van Pieter Appolonij, hun neef van moederszijde. De comparanten verklaren, dat zij de obligaties, die Pieter Appolonij heeft nagelaten, onderling verdeeld hebben.
ONA Dordrecht inv. 263, f. 214: op 12 febr. 1696 comp. Josina de Carpentier, voor zichzelf en tevens vervangende Maria de Carpentier, Emmerentia de Carpentier, weduwe van Herbert van der Meij, hoofdofficier van Gouda, Arent Muijs van Holij, weduwnaar van Isabella de Carpentier, Simon Muijs van Holij, zijn zoon, door hem verwekt bij Isabella de Carpentier, Pieter Nolthenius, koopman te Dordrecht, als man van Maria de Carpentier, Simon Muijs van Holij nog als voogd over de kinderen van Sara de Carpentier en Jan Borchard Metscher, als man van Emmerentia de Carpentier, samen met mr. Arent Roeland de Carpentierk inderen van mr. Roelant de Carpentier, allen kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Pieter de Carpentier de oude, alle welke personen ook erfgenamen zijn van Pieter Appollonij, enige zoon van wijlen Jacomina de Carpentier. Comparanten verlenen procuratie aan Jan Franchois de Casteker en NN van der Moer om te comparerem voor het gerecht van Vrouw Jacoba's Land, anders gezegd de Fijnaart, of elders en daar over te dragen aan mr. Arent Roelant de Carpentier hun resp. aandelen in een hofstede, groot 43 gemeten en 88 en een halve roede, met het huis en schuur daarop staande, gelegen in de Henriettepolder, anders gezegd het Boerengors, onder de Fijnaart, nagelaten door Pieter de Carpentier de oude.
Kinderen (allen NG gedoopt te Dordrecht):
a. Josijntjen de Carpentier, febr. 1615, ongehuwd, begraven 19 april 1704
b. Maria de Carpentier, april 1617, dichteres, ongehuwd
c. Emerents (Emmerentie) de Carpentier, dec. 1618, kinderloos overleden 8 mei 1666, trouwde Herbert van der Meijde, hoofdofficier van Gouda.
ORA Dordrecht inv. 1639, f. 44v: op 12 mei 1701 verkopen mr. Simon Muijs van Holij, veertigraad van Dordrecht, en ontvanger van de Grafelijkheidstol van Geervliet, en Pieter Nolthenius, koopman te Dordrecht, al executeurs-testamentair van Emmerentie de Carpentier, weduwe van Herbert van der Meijde, hoofdofficier van Gouda, voor 5800 gl. aan Albertus van Nievelt, notaris te Dordrecht, een huis in de Wijnstraat omtrent de Beurs, staande tussen het huis van de arts Govert van der Kesel en dat van Hendrick van der Banck de jonge, koopman te Dordrecht. Het huis heeft een vrije uitgang op de Varkenmarkt.
d. Roeland de Carpentier Pietersz., jan. 1621, volgt III
e. Isabeau (Isabella) de Carpentier febr. 1624, jonge dochter van Dordrecht wonende in de Wijnstraat (1658), trouwde NG Dordrecht 20 okt./3 nov. 1658 Arendt Muijs van Holij, jongman van Dordrecht wonende in de Wijnstraat (1658)
ONA Dordrecht inv. 247, f. 292: op 19 mrt. 1663 maken Arent Muijs van Holij en zijn vrouw Isabella de Carpentier een aanvulling op hun besloten testament. Die aanvulling houdt in, dat als de langslevende van hen gaat hertrouwen, hij of zij verplicht is hun kinderen boven hetgeen hen in genoemd tetament beloofd is, bij hun mondigheid of huwelijk onder hen allen een bedrag van 4000 gl. uit te keren.
ORA Dordrecht inv. 1629, f. 28: op 23 juni 1683 verkopen Lijsbeth Rutgers, weduwe en erfgename van Johannes van de Linde, viskoper en burger van Dordrecht, en Joost van Sevenom, viskoper en burger van Dordrecht, als voogd over de kinderen van Johannes van de Linde, voor 1300 gl. aan Arent Muijs van Holij, burgemeester van Dordrecht, een huis [in de Voorstraat] tegenover de Munt van Holland, staande tussen het huis van de weduwe van mr. Jan Bol chirurgijn en dat van Jan [NN].
Kinderen:
e-1. mr. Simon Muijs van Holij Arentsz., gedoopt NG Dordrecht 28 febr. 1660, jongman van Dordrecht (1688), lid van de Oudraad en schepen in wette van Dordrecht, begraven Dordrecht (Grote Kerk) 31 mrt. 1718 (mr. Simon Muijs van Holij, een wapenbord, het huis met rouw behangen, 2 paar sleepmantels), trouwde NG Dordrecht 6/22 juni 1688 Anna Elisabeth de Witt Cornelisdr., jonge dochter van Dordrecht (1688), begraven Dordrecht (Grote Kerk) 5 jan. 1722 (Anna Elisabeth de With, weduwe van mr. Simon Muijs van Holij, met 11 koetsen extra, een wapenbord, het huis met rouw behangen)
ORA Dordrecht inv. 1639, f. 56 e.v.: op 28 juni 1701 verkoopt mr. Matthijs Snoeck, lid van de Oudraad te Dordrecht, voor 2100 gl. aan mr. Simon Muijs van Holij, ontvanger-generaal van de Grafelijkheidstol van Geervliet en veertigraad van Dordrecht, een huis in de Wijnstraat tegenover de Nieuwbrug, staande tussen het huis van Cornelia de Rovere, weduwe van Samuel Everwijn, en dat van Josina de Carpentier.
e-2. Maria, gedoopt NG Dordrecht 4 april 1663
f. Heijltghen (Helena) de Carpentier, febr. 1626, ongehuwd, begraven Dordrecht (Augustijnenkerk) 22 okt. 1639
g. Jacomina de Carpentier, dec. 1627, jonge dochter van Dordrecht wonende bij de Nieuwbrug (1663), overleden april 1689 (begraven in de Augustijnekerk te Dordrecht), trouwde NG Dordrecht 22 april/8 mei 1663 mr. Gaspar Apollonij, jongman wonende te 's-Gravenhage (1663), advocaat voor het Hof van Holland
Gildenarchieven Dordrecht, inv. 8, inschrijving dd 8 aug. 1630: Pieter Carpentier gildenbroeder van het Houtkopersgilde geworden, heeft zeven kinderen, genaamd Roelant, Josijnken, Marij, Emerens, Heijlken, Jacomij[n]ken en Pieternella Carpentier, betaalt 7 1/2 gl., tweede eed.
Pieter Carpentier betaalde in de verponding van 1633 voor zijn huis in de Wijnstraat 25 ponden. Belenders: de weduwe van Hendrick van Dilsen (eigen) en Cornelis Mathijsz. wijnkuiper (eigen). (Stadsarchief Dordrecht inv. 3971, f. 55v)
III. mr. Roelandt de Carpentier Pietersz., gedoopt NG Dordrecht jan. 1621, jongman van Dordrecht wonende in de Wijnstraat (1648), weduwnaar van Dordrecht wonende tegenover de Augustijnenkerk (1655), advocaat voor het Hof van Holland (1648), raad van Dordrecht (1655), lid van de Oudraad te Dordrecht (1665), trouwde 1e NG Dordrecht 29 nov./15 dec. 1648 Sara Leijsten, weduwe van Dordrecht wonende in de Wijnstraat (1648), trouwde 1e Dirck Stoop licentmeester, 2e NG Dordrecht 11 april/27 april Lucia Repelaer Antonisdr., weduwe van Dordrecht wonende omtrent te Visbrug (1655), trouwde 1e Gualter Kools, 3e NG Dordrecht 23 aug.1665 (ondertrouw, procl. in de Waalse kerk) Josina Sonnemans, jonge dochter van Dordrecht wonende ald. (1665)
21 mrt. 1652: Pieter Jaspersz. Leijsten, koopman en burger van Dordrecht, verkoopt aan Roelant de Carpentier, raad in wette van Dordrecht, 3 huizen of woningen, staande naast elkaar tegenover de Hofpoort tussen de steiger van het Couvet [de Grote Appelsteiger tegenover het Steegoversloot, ook: Cauvet of Kawet] en het huis van Dirck Jansz. Tegelberch. Eén van de panden, "zijnde den principalen huise", komt uit op het Couvet. (ORA Dordrecht inv. 778 (oud), f. 94v)
ORA Dordrecht inv. 1747, f. 11: op 29 aug. 1656 koopt mr. Roelant de Carpentier, schepen in wette van Dordrecht, een huis buiten Dordrecht bij de Gebrande Buurt op stadsgrond.
ORA Dordrecht inv. 1625, f. 79v: op 7 mrt. 1676 verkoopt notaris Arent van Neten, als daartoe door het Gerecht gemachtigd, voor 1200 gl. aan Josina Sonnemaen, weduwe van mr. Roelant Carpentier, een huis tegenover de Augustijnenkerk, staande tussen het huis van de koopster en dat van Maijken Aernouts. Het huis is eerder eigendom geweest van de weduwe van Pieter Blusse, koopmansbode van Dordrecht op Haarlem.
Kinderen (allen NG gedoopt te Dordrecht):
ex 1:
a. Pieter, 22 juli 1651
b. Roelandt. 15 juni 1654
ex 2:
c. Anthonij, 24 jan. 1656
d. Sara Lucia de Carpentier, 9 mrt. 1657, overleden 30 nov. 1686, weduwe wonende te Dordrecht (1678), trouwde 1e 3 mrt. 1676 luitenant Gerard van der Meij Herbertsz, 2e NG Dordrecht 30 jan. 1678 (ondertrouw, procl. te Tiel) Hendrik van Lidt de Jeude, geboren ca. 1650, ontvanger van Maas en Waal, wonende te Tiel (1678), overleden Tiel 1 mei 1701, zoon van Cornelis van Lith de Jeude en Anna Wijnands van Resandt
Kinderen:
d-1. Anna Lucia van Lith de Jeude, geboren Tiel 5 okt. 1679, overleden Dordrecht 14 juli 1728, trouwde 1700 Cornelis van de Graaff,
ORA Dordrecht inv. 1659, f. 92: op 15 dec. 1750 verkopen Sara Isabella van Lith de Jeude, weduwe van mr. Willem Blankert, wonende te Dordrecht, Belia Adriana van de Graaff, voor zichzelf en als procuratie hebbende van haar broer Jacob van de Graaff, majoor van het regiment cavalerie van luitenant-generaal de graaf van Nassau la Lecq in garnizoen liggende te Den Bosch, Sara Lucia van de Graaff, Sebastiaan van de Graaff, majoor in Nederlandse dienst, wonende te Leerdam, Hendrik van de Graaff en Cornelis van de Graaff, allen legatarissen van Emmerentia de Carpentier, laatst weduwe van Hendrik Pus, voor 810 gl. aan Jan Kerkkering, burger van Dordrecht, een huis in de Voorstraat tegenover de Augustijnenkerk, staande tussen het huis van Isabella Maria Nolthenius en de erfgenamen van Anthonij Pus, aan de ene zijde en het huis, dat wordt bewoond door Jan van der Wall en dat zal worden aanbedeeld aan Sara Isabella van Lith de Jeude, aan de andere zijde. Dezelfde verkopers verkopen voor 770 gl. aan Aart van Cappel, knaap in de Munt van Holland, een huis in de Voorstraat tegenover het Steegoversloot, staande tussen de steiger en het huis van Sara Isabella van Lith de Jeude.
d-2. Sara Isabella van Lith de Jeude, geboren Tiel 20 mei 1683, overleden Leiden jan. 1762, trouwde Willem Stevensz. Blanckaert
e. Maria de Carpentier, 13 nov. 1667, geboren te Dordrecht en wonende bij de Sluispoort (1690), trouwde NG Dordrecht 3 dec. 1690 (ondertrouw) Pieter Nolthenius, jongman geboren te Strijen wonende in de Wijnstraat (1690), koopman te Dordrecht
ORA Dordrecht inv. 1639, f. 146: op 7 okt. 1702 verkopen Bartholomeus Targier, Abraham Targier doctor Johan Targier, wonende te Dordrecht, voor 800 gl. aan Pieter Nolthenius, koopman te Dordrecht, een huis in de Voorstraat tegenover de Wijnbrug, staande tussen het huis van Johannis van Santvoort en dat van Pieter van Beaumont.
ORA Dordrecht inv. 1640, f. 41v e.v.: op 26 juli 1703 verklaart Pieter Nolthenius, koopman te Dordrecht, schuldig te zijn aan Maria van Lingen, weduwe van de heer Zuitland, kolonel van een regiment voetknechten in Nederlandse dienst, een somma van 8000 gl., verbindende een huis, pakhuis en kelder in de Wijnstraat, staande tussen de Schrijversstraat en het huis van mr. Bartholomeus van Segwaart, schepen in wette van Dordrecht.
ORA Dordrecht inv. 1640, f. 109 en 112 e.v.: op 1 juli 1704 verkopen Jacob Pompe, heer van de Oostendam, en Dirck Spruijt, veertigraad van Dordrecht, als curators van de insolvente boedel van Pieter Nolthenius, gewezen koopman te Dordrecht, voor 1240 gl. aan Jan Moria, mr. draaier en burger van Dordrecht, een huis [in de Voorstraat] tegenover de Wijnbrug in de omgeving van de Nieuwstraat, staande tussen het huis van Pieter van Beaumont en dat van Johannis Sandifort. De koper is schuldig aan mr. Gerrard Francken, advocaat voor het Hof van Holland, een somma van 1000 gl. Borg: zijn schoonvader Elias Boom, winkelier in Gouda.
ORA Dordrecht inv. 1640, f. 117 e.v.: op 8 juli 1704 verkoopt Jacob Pompe, heer van Oostendam, als curator van de insolvente boedel van Pieter Nolthenius, door de Kamer Juditieel van Dordrecht als zodanig aangesteld op 4 sept. 1703, aan Dirck Spruijt, veertigraad van Dordrecht en mede-curator van genoemde boedel, een weldoortimmerd, hecht en sterk koopmanshuis met twee wijnkelders, pakzolders, koetshuis en paardenstal, staande in de Wijnstraat tegenover de Kraan naast het huis van Bartholmeus van Segwaert, lid van de Oudraad te Dordrecht, en strekkende langs de Schrijversstraat tot aan het huis van de weduwe van Warnart van den Branden. De koopsom bedraagt 13.000 gl., welk bedrag de koper "als mede rendant van reeckening aenneempt in den ontfangh vande eerste te doene reeckeningh des gemene boedels, in ontfangh te sullen brengen".
ORA Dordrecht inv. 1641, f. 99: op 23 mrt. 1706 verkoopt Cornelis Verlengh, burger van Dordrecht, voor 2100 gl. aan Maria de Carpentier, vrouw van Pieter Nolthenius, een huis in de Nieuwstraat, staande tussen de dwarsgang en het huis van Adriaan Mortier.
ORA Dordrecht inv. 1652, f. 7v: op 21 jan. 1730 verkoopt Roelandt Nolthenius, als procuratie hebbende van Maria de Carpentier, weduwe van Pieter Nolthenius, en Emmerentie de Carpentier, weduwe van Johan Burghart, alsmede mr. Arent Roelandt de Carpentier, heer van Rijsoord, kinderen en erfgenamen van mr. Roelandt de Capentier en Josina Sonnemaans, resp. hun moeder, oom en tante, voor 550 gl. aan Gerardus Bomius, wonende te Dordrecht, een huis op de Hoge Nieuwstraat, staande tussen het huis van de weduwe Braats en dat van [naam niet vermeld].
Kinderen (allen NG gedoopt te Dordrecht):
e-1. Roelandt Nolthenius, 30 april 1692
e-2. Clara Cornelia Nolthenius, 27 juli 1693, trouwde ds. Isaac Faassen, gedoopt NG Dordrecht 29 april 1691, predikant te Roosendaal (1723), zoon van Wilhelm Faassen en Cornelia van der Wal
Zoon:
e-2-1. Roeland Izaak Faassen Nolthenius, heer van Rijsoord, gedoopt NG Roosendaal 29 april 1736, begraven Dordrecht 7 sept. 1781, trouwde Gerecht/NG Dordrecht 23 april 1767 Amarante Onderwater, gedoopt NG Breda 18 nov. 1742, overleden Dordrecht 18 dec. 1813, dochter van Pompejus Onderwater en Abegael Catharina de Salis, trouwde 2e 's-Gravenhage 3 juli 1787 Arnould Louis Rossin d'Ocquerie, geboren te Meaux, overleden 8 april 1806
e-3. Isabella Maria Nolthenius, 23 jan. 1697
f. Emmerenta de Carpentier, 11 jan. 1669, overleden 6 okt. 1749 trouwde 1e Johan Bourgard Metsger, 2e 14 april 1730 Hendrik Pus, heer van Op- en Neerandel
ONA Dordrecht inv. 459, akte 18: op 16 mrt. 1704 testeren Johan Bourghar Metzger, koopman te Dordrecht, en zijn vrouw Emmerentia de Carpentier. De eerststervende van hen beiden legateert aan de armen van de NG gemeente te Dordrecht een somma van 200 gl. Zij benoemen de langstlevende van hen beiden tot universeel erfgenaam. De langstlevende zal gehouden zijn aan hun kinderen bij hun mondigheid of huwelijk een bedrag van 1000 gl. uit te keren. Als de testateur voor de testatrice komt te overlijden zonder kinderen na te laten, moet de testatrice aan zijn ouders de legitieme portie uitkeren. In dat geval moet legateert hij ook aan Josijna Verschuur, dochter van Cornelis Verschuur, oppercommies van Walcheren, en kleinkind van Justus Verschuure, ontvanger van Walcheren en kiezer van Middelburg, een somma van tweehonderd zilveren ducatons. Als de testatrice als eerste komt te overlijden zonder kinderen na te laten, legateert zij aan haar tante Maria Sonnemans, weduwe van Hendrik van Tongeren, koopman te Rotterdam, een somma van 500 gl. aan Roeland Nolthenius, zoon van Pieter Nolthenius, koopman te Dordrecht, verwekt bij haar zuster Maria de Carpentier, een somma van 500 gl., aan Cornelia Nolthenius, het oudste dochtertje van haar zuster, haar grote diamanten borststrik met omtrent zestig diamanten, aan Maria Ysabella Nolthenius, het jongste kind van haar zuster, haar "tourpaarlen" met de diamanten boot daaraan, alsmede een zilveren lampet, bestaande uit een lampetkan en schotel, waarop gesneden staat het wapen van de Carpentieren, en aan Joost Reijnvaan, zoon van Ewaldus Reijnvaan en Maria Verschuure, dochter van Justus Verschuure, een somma van tweehonderd zilveren ducatons. De testatrice legateert, als zij de eerststervende is, aan haar zuster Maria de Carpentier, of bij vooroverlijden aan haar kinderen, een somma van 6000 gl., die uitgekeerd moet worden niet eerder dan na de dood van haar, testatrices, man. Zij benoemen elkaar tot voogd over hun minderjarige erfgenamen. De testateur benoemt, als hij de eerststervende is zonder kinderen na te laten, benoemt tot voogd over Josina Verschuure haar grootvader Justus Verschuure, terwijl de testatrice, als zij de eerststervende is zonder kinderen na te laten, tot voogd over Joost Reijnvaan zijn grootvader Justus Verschuure benoemt en tot voogd over de kinderen van Maria de Carpentier, haar zuster, mr. Matthijs Snoek, regerende schepen van Dordrecht, of bij zijn overlijden zijn zoon … [sic] Snoek, indien hij dan meerderjarig is.
ORA Dordrecht inv. 1653, f. 75 e.v.: op 6 nov. 1732 verkopen Jan Kuijter, koopman te Dordrecht, als man van Marija Raats, voor zichzelf en als procuratie hebbende van Jan Bosman, wonende te Nijmegen, als man van Willemijna Raats, volgens procuratie gepasseerd voor notaris Evert Sanders van Well te Nijmegen op 22 okt. 1732, en Jan Kuijter nog als voogd van Abraham Raats, zoon van Rijnier Raats, en Florus Cup, commies te Tiel, als man van Adriana Raats, Leendert de Voogt, als man van Anna van Heck, en Martinus den Ouden, als man van Cornelia van Heck, allen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Cornelia van der Meer, weduwe van Herman Raats, voor 1510 gl. aan Hendrik Pus, heer van Op- en Neerandel, een huis in het Steegoversloot, staande tussen het huis van Caatje Kortpenning en dat van Dominicus Verdijs.
ORA Dordrecht inv. 1755, f. 98: op 30 jan. 1748 verkopen Lucas Mol, wonende onder De Mijl, voor zichzelf en als procuratie van Jan Vogel, als man van Neeltje Mol, wonende te Oudenbosch, volgens procuratie gepasseerd voor notaris D. van den Broek te Oudenbosch op 14 jan. 1748, en tevens vervangende Ariaantje Mol, weduwe N. de Waal, wonende te Tholen, alsmede Pleun Smits, als man van Maijke Mol, Jacoba Mol, weduwe van Jan Gijsen, wonende even buiten Dordrecht, en nog Jan Rosendaal en Jacob Rossendaal, kinderen van Cornelia Mol, vrouw van Jan Rosendaal, voor 70 gl. aan Hendrik Pus, heer van Op- en Neerandel, majoor in het regiment van generaal Petorius, en zijn vrouw Emmerentia de Carpentier, vrouwe van Rijsoord, een huis en erf, staande buiten de Sluispoort op stadsgrond tussen het huis van de kopers en dat van Laurens Fritsert.
ORA Dordrecht inv. 1659, f. 92 e.v.: op 15 dec. 1750 verkopen Sara Isabella van Lith de Jeude, weduwe van mr. Willem Blankert, wonende te Dordrecht, Belia Adriana van de Graaff, voor zichzelf en als procuratie hebbende van haar broer Jacob van de Graaff, majoor van het regiment cavalerie van luitenant-generaal de graaf van Nassau La Lecq, in garnizoen te Den Bosch, en van Sara Lucia van de Graaff, wonende te Dordrecht, Sebastiaan van de Graaff, majoor in Nederlandse dienst, wonende te Leiden, en Hendrik en Cornelis van de Graaff, allen legatarissen van Emmerentia de Carpentier, laatst weduwe van Hendrik Pus, voor 810 gl. aan Jan Kerkkering, burger van Dordrecht, een huis in de Voorstraat tegenover de Augustijnenkerk, staande tussen het huis van Isabella Maria Nolthenius en de erfgenamen van Anthonij Pus aan de ene zijde en het huis, dat wordt bewoond door Jan van de Wall en dat toebedeeld zal worden aan Sara Isabella van Lith de Jeude.
ORA Dordrecht inv. 1659, f. 93.: op 15 dec. 1750 verkopen Sara Isabella van Lith de Jeude, weduwe van mr. Willem Blankert, wonende te Dordrecht, Belia Adriana van de Graaff, voor zichzelf en als procuratie hebbende van haar broer Jacob van de Graaff, majoor van het regiment cavallerie van luitenant-generaal de graaf van Nassau La Lecq, in garnizoen te Den Bosch, en van Sara Lucia van de Graaff, wonende te Dordrecht, Sebastiaan van de Graaff, majoor in Nederlandse dienst, wonende te Leiden, en Hendrik en Cornelis van de Graaff, allen legatarissen van Emmerentia de Carpentier, laatst weduwe van Hendrik Pus, voor 770 gl. aan Aart van Cappel, knaap in de Munt van Holland, een huis in de Voorstraat tegenover het Steegoversloot, staande tussen de [Grote Appel]steiger en het huis van Sara Isabella van Lith de Jeude.
g. mr. Arendt Roelandt de Carpentier, 21 mrt. 1670, sedert 1694 heer van Rijsoord, advocaat te Dordrecht, ongehuwd, testeert 25 febr. 1729 (codicil dd 21 mrt 1734), begraven Dordrecht (Grote Kerk) 23 mrt. 1743 (mr. Arent Roelant de Carpentier, heer van Rijsoord, ongehuwd, met drie koetsen extra, de eerste boete, in de Prinsenstraat).
ORA Dordrecht inv. 1639, f. 151v: op 7 nov. 1702 schenkt Josina Sonnemans, weduwe van mr. Roelant de Cerpentier, lid van de Oudraad te Dordrecht, als donatie inter vivos aan haar zoon mr. Arent Roeland de Cerpentier, heer van Rijsoord, een huis buiten de Vuilpoort, waarin zij thans woont, met een nieuw gebouwd pakhuis en wijnkelder erachter, alsmede een leeg erf, gelegen naast het grote huis, met haar meubelen en huisraad, inclusief porselein, zijde, linnen en wol, tin, koper, schilderijen, houtwerk en al haar ongemunt goud en zilver, op voorwaarde, dat zij van genoemde donatie haar leven lang het vruchtgebruik zal hebben.
ORA Dordrecht inv. 1646, f. 57: op 16 okt. 1715 verkoopt Johan Borgart Metger, koopman te Dordrecht, als executeur-testamentair van Jacob Sonneman, koopman te Dordrecht, voor 640 gl. aan mr. Arent Roelant de Carpentier, heer van Rijsoord, een huis, bestaande uit twee aparte woninkjes, staande op het Slikveld bij de Sluispoort, het ene bewoond wordende door Aaltie Geurtse, weduwe van Guiljam Poulusse, en het andere door Claas de Vries.
ORA Dordrecht inv. 1647, f. 51: op 13 juli 1717 verkoopt Catarina van Sitter, weduwe van Jan Tielen, voor 450 gl. aan mr. Arent Roelant de Carpentier, heer van Rijsoord, een huis naast de Sluispoort, laatst bewoond door Lammert van Nieuwerkerk, en toebehoord hebbende aan Jan Adriaansz. Blaauw.
ORA Dordrecht inv. 1656, f. 211 e.v.: op 5 nov. 1743 verkopen mr. Roeland Nolthenius, advocaat en notaris te Dordrecht, voor zichzelf en als voogd over de kinderen van zijn zuster zaliger Clara Cornelia Nolthenius, bij haar verwekt door ds. Isaacq Faessen, en als procuratie hebbende van zijn zuster Isabella Maria Nolthenius, allen erfgenamen van mr. Arend Roeland de Carpentier, heer van Rijsoord, voor resp. 300, 700 en 900 gl. aan Anthonij Sonnemaens en Cornelia Pieters Poelje, wonende te Dordrecht, 1e een huis in de Kleine Kalkstraat bij de Sluispoort, bewoond door Joris Boers, 2e een kuiphuis en pakhuis, staande daar tegenover op het Slikveld, het pakhuis staande naast het sterfhuis van de heer van Rijsoord en het kuiphuis naast het volgende huis, en 3e een huis, staande naast het kuiphuis, bewoond in twee percelen.
ORA Dordrecht inv. 1657, f. 94v e.v.: op 21 sept. 1745 verkopen Cornelia Pietersdr. Poelje en Anthonij Sonnemaens, beiden wonende te Dordrecht, als gelegateerde mede-erfgenamen van mr. Arend Roeland de Carpentier, heer van Rijsoord, die in Dordrecht is overleden, voor 3700 gl. aan Abraham Bosselaar, mr. metselaar en burger van Dordrecht, een huis met een tuin erachter en een naastgelegen apart erf met een loods "van besijde", staande in de Prinsenstraat omtrent de Sluispoort, van achteren uitkomende op het Slikveld en voren belend door het huis van Franchois en het huis van Jacob Spaan. De koper is schuldig aan de verkopers een bedrag van 2600 gl.