»

»

»

»

»

»

»
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»


PALM



Let op!
Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.andredenhaan.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.
I. Abraham Jansz. Palm, jong gezel van Dordrecht (1602), kaaskoper te Dordrecht, trouwde NG Dordrecht 3/17 mrt. 1602 Grietgen Wijken Dirksdr., van Dordrecht (1602)

1 juli 1611: Geertruijt Schoormans, weduwe van Barent Fonck zilversmid, geassisteerd met Hendrick Schoormans, haar broer, verkoopt aan Abraham Jansz. kaaskoper een huis in de Voorstraat, staande tussen het huis van Gijsbrecht Claesz. de Roch en de Pelserbrug. Waarborg: Hendrick Schoormans en Clara Habbarts, weduwe van Adriaen Schoormans. De koper betaalt deels met het overnemen van een schuld van 1112 gl. t.b.v. de kinderen van Willem Geeritsz. verver, en deels met een hypotheek van 888 gl. t.b.v. Cornelis Jansz., burger van Dordrecht. Borgen: Willem Jansz. koopman en Frans Dirksz. Wijcken. (ORA Dordrecht inv. 1588, f. 109v e.v.)

1620: Abraham Jansz. kaaskoper betaalt in de verponding voor zijn huis in de Voorstraat 18 ponden, belenders: Gijsbert Claesz. Roch en de weduwe van Willem Gijsbertsz. coemen. (Stadsarchief Dordrecht nr. 3, inv. 3969, f. 201 e.v.)

1622: Abraham Jansz. kaaskoper (in de Voorstraat bij de Vuilpoort) betaalt in het hoofdgeld 11 ponden voor 1 man, 1 vrouw, 4 kinderen, 1 dienstmeid (www.dordtenazoeker.nl)

1626: Abraham Palm (in de Voorstraat) in de 1000e penning van Dordrecht aangeslagen voor een vermogen van 12.000 gl.

1633: Abraham Jansz. koopman betaalt in de verponding 22 gl. 10 st. voor zijn huis in de Voorstraat, belenders: Adriaen Spierincx schoenmaker, die huurt van de houtkoper Frans Rochusz., en Jan Schilthouwer, die huurt van voornoemde Abraham Jansz. koopman (Schilthouwer betaalt 22 gl. 10 st.). (Stadsarchief Dordrecht inv. 3971, f. 237 e.v.)

Kinderen (o.a.):

a. Jan, gedoopt NG Dordrecht sept. 1604

b. Johannes (Jan) Abrahamsz. Palm, gedoopt NG Dordrecht febr. 1612, volgt IIa

c. Margriete Palm, gedoopt NG Dordrecht juni 1616

d. Franchoijs Palm, gedoopt NG Dordrecht mrt. 1620, volgt IIb 

IIa. Jan Abrahamsz. Palm, gedoopt NG Dordrecht sept. 1604, jongman van Dordrecht wonende bij de Pelserbrug (1633), trouwde NG Dordrecht 4/20 sept. 1633 Maijken de Braet Adriaensdr., van Dordrecht wonende bij de Pelserbrug (1633)

ONA Dordrecht inv. 182, akte 139: testament dd 21 jan. 1669 van Maeijken Braets, weduwe van Johan Abrahamsz. Palm, burgeres van Dordrecht, ziek te bed liggende. Zij prelegateert aan kapitein Johannes van Ravesteijn en Margrieta Palm, haar schoonzoon en dochter, het huis, waarin zij woont, staande omtrent de Vuilpoort tussen de Dolhuisstraat en het huis van de weduwe van Walterus Cools. Aan de huisarmen van de NG diaconie van Dordrecht legateert zij 200 gl. en aan het Arme-Weeshuis eveneens 200 gl. Tot erfgenamen van al haar overige na te laten goederen benoemt zij haar zoon en dochter, Abraham Palm en Margarieta Palm, de vrouw van Johannes van Ravesteijn, met die voorwaarde evenwel, dat haar kinderen alleen het vruchtgebruik zullen hebben van de navolgende percelen land en dat die goederen na hun overlijden eigendom zullen worden van hun wettige kinderen, t.w.:
- de helft van 24 morgen land, gemeen liggende met de weduwe van kapitein Willem Willemsz. Oudeman onder Kijfhoek (bruiker: Pieter Leendertsz.)
- 4 morgen land in de Trekdam onder 's-Gravendeel (bruiker: Cors Cornelisz.)
- 4 morgen 2 hont land aan de Uiterdijk onder Strijen, verpacht aan Fabius Postilius
- de helft van 5 morgen 3 hont land, gemeen liggende met Maijken Willemsdr. Oudeman aan de Blaak (bruiker: Aert Dircxsz.)
- de helft van 10 morgen land, gemeen liggende met Maijken Willemsdr. Oudeman onder ... [sic], verpacht aan Leendert Cornelisz. In't Velt, schout van Mijnsheerenland
- de helft van 7 morgen land, gemeen liggende met voornoemde weduwe Oudeman in Mijnsheerenland (bruiker: Cornelis Willemsz. van der Mast)
- de helft van 4 morgen land, gemeen liggende met de weduwe Oudeman aan de Stougjesdijk (bruiker: Sander Jacobsz.)
- de helft van 4 morgen land, gemeen liggende met Adriaen Braets in het Volgerland van de Hitsert (bruiker: Pieter Jansz. Geus)
De testatrice wil voorts, dat uit haar na te laten goederen een kapitale som van 24.000 gl. belegd zal worden, waarvan haar zoon en dochter het vruchtgebruik zullen hebben en de eigendom ervan na hun overlijden zal toekomen aan hun kinderen. Tot dat legaat zullen gerekend worden vier losrentebrieven van samen 8840 gl., waarvan haar zoon Abraham Palm het vruchtgebruik heeft en die hem zijn aanbedeeld bij de boedelscheiding van zijn grootvader, wijlen Abraham Jansz. Palm. De testatrice heeft haar zoon het kapitaal en de verlopen interest van genoemd bedrag verstrekt t.b.v. de betaling van een door hem gekochte hofstede onder Piershil. Haar zoon mag op zijn erfdeel voor 8000 gl. aannemen testatrices hofstede, genaamd "Pruijlenberch", groot tien en een halve morgen land, tuin en boomgaard, liggende onder het Volgerland van Sandelingenambacht. Tot executeurs-testamentair en voogden over haar minderjarige erfgenamen benoemt zij mr. Abraham Palm, haar zoon, en kapitein Johannes van Ravesteijn, haar schoonzoon.

ORA Dordrecht inv. 1621, f. 99: op 16 okt. 1666 verkoopt Govert de With, notaris te Dordrecht, als door het Gerecht van Dordrecht gemachtigd tot het transporteren van het huis van Abraham van den Berch, voor 3600 gl. aan Maria Braets, weduwe van Johan Palm, een huis, staande op de hoek van de Ruitensteiger.

ONA Dordrecht inv. 182, f. 222 e.v.: op 12 febr. 1669 verklaart Johannes van Ravesteijn, koopman en burger van Dordrecht, als man van Margieta Palm, voor zichzelf en tevens vervangende mr. Abraham Palm, zijn zwager, samen erfgenamen van Marija Braets, weduwe van Johan Palm, dat zij van Adam Jansz. van Thijel, koopman en burger van Dordrecht, ontvangen hebben een somma van 155 gl., zijnde de kooppenningen van de helft van een huis, staande aan 's herenvest achter het huis en de zeperij van Van Thijel, waarvan de wederhelft aan Van Thijel toebehoort, die het heeft gekocht van Van Ravesteijns schoonmoeder.

Kinderen:

a. Abraham Palm, gedoopt NG Dordrecht aug. 1634

b. Margrieta Palm, gedoopt NG Dordrecht mei 1636, volgt III

III. Margrieta Palm, gedoopt NG Dordrecht mei 1636, jonge dochter van Dordrecht wonende bij de Vuilpoort, trouwde NG Dordrecht 1/17 okt. 1656 Johannes van Ravesteijn, jongman van Rotterdam wonende bij de Tolbrug (1656), koopman


ORA Dordrecht inv. 1623, f. 133: op 8 okt. 1671 verkoopt Geertgen Lucas, laatst weduwe van Philips Claesz. Marchael, voor 2100 gl. aan Johannes van Ravensteijn, achtraad van Dordrecht, en Hendrick Buijtendijck, mr. chirurgijn en burger van Dordrecht, een huis bij de Vuilpoort, staande aan de havenzijde tussen het huis van Johannes van Druijnen en dat van Jan de Clerck mandenmaker.

ORA Dordrecht inv. 795, f. 20 e.v.: op 3 mei 1687 verkopen Willem van Ravesteijn, koopman te Dordrecht, als procuratie hebbende van Margarita Palm, weduwe van Johannes van Ravesteijn, en Cornelia Boon, weduwe van Hendrick Buijtendijck, voor 2160 gl. aan Imant 't Hooft, lijndraaier en burger van Dordrecht, een huis bij de Vuilpoort, staande tussen het huis van Johannes de Clerck mandenmaker en dat van Leendert Roos. De koper is schuldig aan Margarita Palm, weduwe van Johannes van Ravesteijn, een bedrag van 1000 gl.
 
IIb. Francois Palm, gedoopt NG Dordrecht mrt. 1620, weduwnaar van Dordrecht (1664), vaandrig (1650), kapitein van een compagnie voetvolk in Nederlandse dienst, "commanderende" op het fort "de Groote Warande" bij Breda (1664), kolonel van een regiment voetvolk in Nederlandse dienst (1674), gewond tijdensde  slag bij Seneffe in de Spaanse Nederlanden op 11 aug. 1674, overleden te Bergen (B) op 14 aug. 1674, later werd een Korps Mariniers naar hem vernoemd, begraven Dordrecht 19 aug. 1674 (een zwarte baar voor Francois Palm, kolonel van een regiment te voet in Nederlandse dienst, 10 maal luiden, een blazoen en kast), trouwde 1e Beatris Drap, 2e NG Hulst 5 febr. 1650 (met attestatie van Doesburg 5 jan. 1650) Margareta Erpraet jonge dochter uit Doesburg (1650), 3e NG Dordrecht 14 dec. 1664 (ondertrouw) Anna Cornelia de Castillejos, gedoopt NG Dordrecht juni 1638, jonge dochter van Dordrecht wonende in de Nieuwstraat (1664), dochter van Maurice de Castilleios en Cornelia Gellinckhuijsen

"François Abrahamszoon Palm werd in 1620 te Dordrecht geboren. Hij nam dienst in het Staatse leger en was luitenant in de garnizoenen van Doesburg en Geertruidenberg. In 1658 werd Palm uitgeleend aan de vloot en nam deel aan de zeeslag in de Sont en aan de landing op het Deense eiland Fuenen in 1659. In 1664 diende hij weer aan land in de rang van kapitein. Hierna zou Palm overstappen naar de voorloper van het huidige Korps Mariniers. Hij voerde het commando over een schip tijdens de Tweede Engelse oorlog en nam deel aan de tocht naar Chatham, waar hij met zijn mariniers het fort Sheerness veroverde.
In het jaar 1672, toen de Republiek der Verenigde Nederlanden over zee en land werd aangevallen, diende Palm aanvankelijk als scheepscommandant, maar later als commandant van 8 compagniën mariniers aan land. Toen de krijgskansen zich keerden ten gunste van de Republiek verplaatste de strijd zich naar het zuiden. Palm, intussen tot kolonel bevorderd werd tijdens de Slag bij Seneffe dodelijk gewond en overleed op 14 augustus 167[4] in Bergen (B)" (www.jeoudekazernenu.nl)

De slag bij Seneffe door B. Gagneraux

Kolonel Palm werd op 18 aug. 1974 herdacht in de Grote Kerk van Dordrecht (foto: www.maritiemdigitaal.nl)

Schild aan een pilaar in de Grote Kerk van Dordrecht (foto: A.B. den Haan)

16 jan. 1670: kapitein Pieter Hultshout, wonende te Dordrecht, verhuurt voor 270 gl. per jaar aan Francois Palm, luitenant-kolonel van een regiment zeesoldaten, een huis voor het Bagijnhof, staande tussen het huis van Elisabeth Hultshout een dat van Pieter Vierlingh. (ONA Dordrecht inv. 271, f. 226)

27 juli 1671: testament van Maurice de Castilleios, oud-kapitein van een compagnie voetknechten in Nederlandse dienst. Hij herroept eerdere wilsbeschikkingen, i.h.b. het codicil, dat hij heeft verleden voor notaris D. Tegelbergh te Dordrecht op 16 sept. 1669 ten behoeve van Sara Reijms, weduwe van zijn zoon Johan Maurice de Castilleios, maar uitgezonderd de akte van 5 okt. 1670, waarin hij een legaat besproken heeft aan aan zijn zuster Eva de Castilleios, alsmede het codicil, gepasseerd voor notaris G. de With te Dordrecht op 25 juni 1671 ten behoeve van Anna Adriaens, weduwe van Pieter Corstiaensz. Sneewit, zijn dienstmaagd en de akte, die hij heeft op 27 juni 1671 ten behoeve van dezelfde Anna Adriaens heeft opgesteld. Hij legateert aan de huisarmen van de Waalse gemeente te Dordrecht een bedrag van 400 gl. Tot erfgenamen van al zijn overige na te laten goederen benoemt hij Maurice en Cornelia Palm, minderjarige kinderen van Anna Cornelia de Castilleios, zijn dochter, bij haar verwekt door Francois Palm, luitenant-kolonel van het regiment de Marine in Nederlandse dienst. Doch indien zij komen te overlijden vóór hun huwelijk of voordat zij 33 jaar zijn geworden, zal testateurs zuster Eva de Castilleios haar leven lang het vrcuhtgebruik van genoemde goederen krijgen. De eigendom ervan zal in dat geval ververven voor de helft aan de huisarmen van de NG gemeente te Dordrecht en voor de wederhelft aan de huisarmen van de Waalse gemeente aldaar. Tot executeurs-testamentair en voogden over zijn minderjarige erfgenamen benoemt hij mr. Johan van der Burch, Nicolaes Stoop en Abraham Stoop. (ONA Dordrecht inv. 232, f. 262)

8 mrt. 1672: testament van Eva de Castilleios, weduwe van Willem Swijnas, vroedschap van Brielle, wonende te Dordrecht. Zij wenst begraven te worden in de het graf in de kerk te Brielle, waartoe zij gerechtigd is. Zij legateert aan de NG huisarmen te Brielle een bedrag van 200 gl. Tot erfgenamen van al haar overige na te laten goederen benoemt zij Maurice en Cornelia Palm, nagelaten kinderen van Anna Cornelia de Castilleios, haar nicht, bij haar verwekt door kolonel Francois Palm. Indie zij komen te overlijden vóór de testatrice zonder kinderen na te laten, zullen haar voornoemde goederen vererven op de kinderen van haar nicht Eva de Marchiael. Tot executeurs-testamentair en voogden benoemt zij Johan van der Burch, Nicolaes Stoop en Abraham Stoop, allen lid van de Oudraad te Dordrecht. (ONA Dordrecht inv. 233, f. 44)

ONA Dordrecht inv. 234, f. 289 e.v.: testament dd 8 sept. 1673 van Eva de Castilleios, wonende te Dordrecht, weduwe van Willem Swijnas, vroedschap van Brielle, ziek in bed liggende. Zij wenst, dat haar dode lichaam begraven wordt in het graf in de kerk te Brielle. Zij herroept haar eerdere testament, gepasseerd ten overstaan van notaris G. de With op 8 mrt. 1673. Testatrice legateert aan de huisarmen van de NG diaconie te Brielle een bedrag van 200 gl. en aan Francois Palm de jonge, zoon van kolonel Francois Palm een bedrag van 500 gl. Tot erfgenamen van al haar overige na te laten goederen benoemt zij Maurice Palm en Cornelia Palm, kinderen van haar nicht, wijlen Anna Cornelia de Castilleios, bij haar verwekt door kolonel Francois Palm. Indien zij beiden echter voor hun mondigheid of huwelijkse staat komen te overlijden, zullen genoemde goederen toevallen voor de ene helft aan Francois Palm de jonge en voor de andere helft aan haar zuster, Maria de Castilleios, of bij vooroverlijden diens dochter Francoise de Marchael. Tot voogd benoemt de testatrice mr. Johan van der Burch, burgemeester van Dordrecht.

15 nov. 1674: extract van een akte van voogdijstelling van kolonel Francois Palm in het weesboek ingeschreven, met zijn eigen hand geschreven (Den Haag 18 febr. 1674). Hij heeft tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen benoemd: luitenant Abram Palm, zijn oudste zoon, Johan Reijns, zijn zwager *, mr. Abram Palm, de zoon van zijn broer, en Johan Ravesteijn, zijn behuwd neef. (Weeskamer Dordrecht, inv. 26, f. 237)

* NG trouwboek 13 juli 1659 (ondertrouw): Johan Reijns jongman van Dordrecht wonende bij de Visbrug en Willemina van Herpraet jonge dochter van Doesburg wonende in Geertruidenberg, procl. aldaar, 30 juli 1659 bescheid gegeven om "nevens het vertoogh" van Geertruidenberg te Hulst getrouwd te worden.

Kinderen:

Ex 1:

a. Abraham Palm, geboren naar schatting ca. 1640, volgt IIIb.

b. Francois Palm de jonge (ex 1 of ex 3?)

Ex 3:

c.. Maurice Wilhelmus Palm, gedoopt NG Dordrecht 15 nov. 1666

d. Cornelia Palm

IIIb. Abraham Palm, geboren naar schatting ca. 1640,  jongman van Dordrecht (1666), luitenant van een compagnie voetknechten in Nederlandse dienst, liggende in garnizoen te Breda (1666), luitenant-kolonel, trouwde NG Dordrecht 21 nov. 1666 (ondertrouw, proclamatie te Breda) Elisabeth Hardemee, jonge dochter van Zierikzee wonende op de Nieuwe Haven (1666)

Kinderen (allen NG gedoopt te Dordrecht):

a. Jan, 2 sept. 1667

b. Beatrix, 17 okt. 1668

c. Francois, 10 jan. 1670

d. Elisabeth Palm, 29 mei 1671

e. Abram, 26 sept. 1672

f. Adriaen Palm, 28 okt. 1674, volgt IV

g. Elisabeth, 5 aug. 1676

h. Margareta, 28 juni 1679

i. Cornelia, 12 febr. 1681

j. Jacob Hardemee Palm, geboren Dordrecht 1683, kolonel commandant van een regiment dragonders in Nederlandse dienst, gouverneur van Heusden, luitenant-kolonel, overleden 30 aug. 1733 begraven Dordrecht (Grote Kerk) 4 sept. 1733 (Jacob Hardeme Palm, kolonel commandant van het regiment dragonders van generaal Duportaal, gouverneur van Heusden en onderhorige forten, 's avonds bijgezet, volk erachter, 4 flambouwen, zal een wapenbord gehangen worden, laat een zoon na), trouwde 1e 22 sept. 1710 Cornelia Elisabeth van der Does, geboren 1681, overleden 1727, 2e Gerecht/NG Dordrecht 30 juli 1728 (volgens attestatie van ondertrouw van Wijk dd 29 juli 1728, attestatie gegeven op 15 aug. 1728) Ameranta Elisabeth van Mewen van Heinsbrigh, geboren Dordrecht 1684, "tegenwoordig te Wijk" (1728), begraven Dordrecht (Grote Kerk) 2 febr. 1760 (Amaranta Elisabet van Meuwen, weduwe van Jacop Hardeme Palm, kolonel van een regiment dragonders, laat kinderen na, 8 koetsen extra, een wapenbord, hoogste boete)

ORA Dordrecht inv. 1652, f. 209v: op 13 dec. 1731 verkoopt Jacob Hardemee Palm, kolonel commandant van een regiment dragonders in Nederlandse dienst, wonende te Dordrecht, als procuratie hebbende van zijn vrouw Ammaranta Elisabeth van Mewen van Hinsbrigh, beiden procuratie hebbende van hun broer resp. zwager Johan van Mewen van Hensbrigh, voor 1280 gl. aan Susanna Terwen, weduwe van Jacob Braats, wonende te Dordrecht, een huis in de Wijnstraat omtrent de Visbrug, staande tussen het huis van koopster en de brouwerij "'t Witt Hart".

ORA Dordrecht inv. 1655, f. 183 e.v.: op 3 mei 1740 verkoopt Willem van Nispen, kanunnik van St. Jan te Utrecht, als procuratie hebbende van Jan van Mewen van Hensberg, wonende te Kleef, en van Amaranta Elisabeth van Mewen van Hensberg, weduwe van Jacob Hardeme Palm, gouverneur van Heusden en kolonel in Nederlandse dienst, wonende te Dordrecht, doch aanwezig in Kleef, volgens procuratie gepasseerd voor notaris H.W. van Renesse te Kleef op 29 dec. 1739, verkoopt voor 1100 gl. aan Samuel Masson, predikant van de Engelse kerk te Dordrecht, een huis met wijnkelder en tui, staande en gelegen in de Wijnstraat schuin tegenover de Hengstensteiger tussen het huis van Gerrit Thijsse en dat van Christiaan van Wisten.

ORA Dordrecht inv. 1663, f. 40 e.v.: op  15  juli 1760 comp. voor schepenen van Dordrecht, Jan van der Star, notaris te Dordrecht, als bij procuratie op 7 juli 1760 gepasseerd voor notaris P. Well te Dordrecht, gesubstitueerd door Willem Hendrik Ravens, auditeur-militair van de krijgsraad van het garnizoen te Maastricht, als door die krijgsraad aangesteld tot curator van de boedel van wijlen Christiaan Abram Palm, majoor in het regiment dragonders van generaal-majoor Van Massauw, overleden te Maastricht. Notaris Van der Star is krachtens genoemde procuratie gemachtigd tot het verkopen van de goederen, die aan majoor Palm bij akte van donatie gepasseerd voor notaris Waalwijk te Breda op 8 jan. 1751 zijn geschonken door wijlen Amaranta Elisabeth van Mewen van Hijnsbrig, weduwe van Jacob Hardemee Palm, kolonel in Nederlandse dienst. Hij verkoopt voor 830 gl. aan Balthazar van den Broek, suikerraffinadeur te Dordrecht, een huis met koetshuis, wijnkelder en tuin, staande en gelegen in de Wijnstraat omtrent de Nieuwbrug tussen het huis van Gijsbert Beudt en dat van Jan Baltz.

IV. Adriaen Palm, gedoopt NG Dordrecht 28 okt. 1674, vaandrig, trouwde Sluis 17 juni 1695 Johanna van der Vlies

Kind:

a.. Abraham Lodewijk Palm, gedoopt NG Princenhage 11 dec. 1695 (getuigen: lt. kolonel Van der Albe, Elisabeth Palm), volgt V

V. Abraham Lodewijk Palm, gedoopt NG Princenhage 11 dec. 1695, kolonel, trouwde 1e NN, 2e Zierikzee 6 aug. 1730 Anthonia Elisabeth Cau, gedoopt Zierikzee 16 juni 1705, dochter van Roland Cau en Catharina Maria Bornius (De Nederlandsche Leeuw 1910, kol. 317)

Kind:

a. Roeland Palm, gedoopt NG Coevorden 13 febr. 1735, volgt VI

VI. Roeland Palm, gedoopt NG Coevorden 13 febr. 1735, assistent in dienst van de VOC, vertrekt op 23 sept. 1754 met het schip "Deunisveld" naar Ooost-Indië, gouverneur van Padang op Sumatra, overleden te Padang op 4 febr. 1776, trouwde Anna Everdina van Santen, overleden te Padang

Kinderen:

a. Hendrik Lodewijk Palm, geboren 11 febr. 1755, poorter van Delft op 11 juni 1776

b. Constantia Maria Palm, geboren te Poeloe Tjinko (eiland bij Sumatra) 6 febr. 1764, jonge dochter te Delft (1792), overleden Heusden 16 jan. 1832, trouwde Delft (Oude Kerk) 6/30 okt. 1792 Adriaan Boll, geboren Eethen, jongman te Heeswijk en Dinther (1792) notaris wonende te Dinther (1825), overleden Dinther 26 mei 1825, zoon van Adriaan Boll en Dina van Brandwijk

c. Cornelia Henrietta Palm, geboren Padang (Sumatra) in 1765, jonge dochter te Delft, doch onlangs gewoond hebbende te Voorburg (1785), overleden Delft 24 sept. 1822 (in een huis aan de Oude Delft), trouwde Delft 7/22 mei 1785 mr. Lieve Jacob Schol, jongman te Delft (1785), lid van de gemeenteraad van Delft (vermeld 1822)