CHARLES PIERRE (1856-1929) - FORTUINLIJK WINKELIER, ONFORTUINLIJK EINDE



Let op!
Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.delnooz.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.

De stamboomtak die begint bij Charles Pierre Delnooz bestaat uit veel kinderrijke gezinnen. Het lijkt erop dat de meeste Delnooz’ die we heden ten dage kennen in Nederland terug te voeren zijn tot deze man. Het is daarom niet verwonderlijk dat er veel verhalen bekend zijn over dit deel van de familie, en er veel foto’s en documenten bestaan.


Charles Pierre (‘Sjarel’ of ‘Pierre’?) Delnooz was de derde zoon van Charles Lambert Delnooz en Maria Haenen. Hij kwam ter wereld op 27 februari 1856 in het Boschstraatkwartier in Maastricht. Er is niet veel bekend over zijn jeugd, behalve dat hij met zijn vader, moeder, broers Chrétien, Henri, Sjeng en Léon en zus Maria tot zijn 18e op de St. Anthoniusstraat woonde, en daarna op de Rechtstraat. Charles moet naar school zijn geweest, anders had hij niet zoveel succes kunnen hebben in zijn werk later. Hij kreeg natuurlijk ook een katholieke opvoeding.


Charles Pierre op circa 25 jarige leeftijd. Circa 1880.

Er bestaan foto’s van familieleden van zeer vroege datum. Deze zijn gemaakt door Theodor Weynen. Samen met zijn vader Peter opende Theodor in 1855 het eerste foto-atelier van de stad, aan de Bosschstraat. Dat is dus een zijstraat van waar Charles Pierre is geboren. In 1865 verhuisde het atelier naar de Helmstraat. Het bleef voortbestaan tot de jaren 1950 onder het bewind van zijn zoon Jos. Theodor Weynen is bekend om de foto’s van de nog intacte vestingwerken van Maastricht. Die zijn van circa 1868, toen Maastricht vestingstad-af werd en de meeste walmuren en poorten snel afgebroken werden om de groeiaspiraties van de stad baan te geven. Theodor Weynen heeft Charles Pierre geportretteerd, waarschijnlijk tussen 1865 en 1880. De foto is geannoteerd met ‘grootvader May Delnooz’ hetgeen wijst op Charles Lambert – de vader van Charles Pierre. Echter was Charles Lambert in 1865 al veertig jaar oud, hetgeen niet overeenstemt met de verschijning van een jonge man op de foto. 

Fien Graven. Circa 1890.


Charles Pierre trouwde op 25-jarige leeftijd met de drie jaar jongere Maria Josephine Hubertina (‘Fien’) Graven op 16 februari 1882. Zij was de dochter van de ‘gemeenteontvanger’ Gerardus Graven uit Eijsden en Maria Catharina Duijsens uit dezelfde plaats. Fien had een zuster Maria Catharina Hubertina, die drie jaar daarvoor was getrouwd met Charles’ broer Hendrik Jozef (‘Harie’?) Delnooz. Met andere woorden: twee broers Delnooz trouwden met twee zusters Graven uit Eijsden. Het eerste kind, dat helaas maar vijf maanden leefde, werd in juni 1882 geboren. Het lijkt er dus op dat de trouwerij ‘moest’. 


De 'klompenwinkel' aan de Rechstraat nr. 70. Marie Delnoy, Pit en Peter Delnooz. Marie was een tante van Pit en Peter en woonde er tegenover. Circa 1914.

Charles Pierre runde 36 jaar lang de ‘klompenwinkel’ (een soort ‘Blokker avant la lettre’) op de Rechtstraat nummer 70 in Wyck (tussen 1885 en 1921, dus tot aan zijn vijfenzestigste). Dat was een zeer goed lopende zaak. Het pand was (en is) aan de achterkant verbonden met een pand gelegen langs de Maas - Stenenwal nummer 19. De gevelreclame was goed te zien vanaf de overkant van de Maas, aan de Maastrichtse kant dus. De gevel van Rechtstraat 70 werd gekenmerkt door een grote houten klomp boven de entree. Die klomp is nu nog steeds in bezit van de familie.

Het volledige gezin Delnooz-Graven. Vlnr.: May, Bertha ('Pit'), Chrétien (‘Peter’), Fien, Henri, Charles, Netta, Eugene en Charles Pierre Jr (‘Emile’). Circa 1905.

Charles en Fien kregen tussen 1882 en 1900 twaalf kinderen, waaronder een tweeling. Vijf kinderen overleden voortijdig, waaronder het eerste kind (geboren 4 maanden na hun huwelijk) en een tweelingskind. Netta (1883; volledige voornamen: Maria Catharina Hubertina) was het eerste kind dat bleef leven. Zij trouwde in 1909 met de Belg Prudent van Goethem en kreeg acht kinderen met hem. Het tweede kind was Henri Charles Hubert. Henri trouwde in 1908 met Fien Verhaaren. Ze kregen zes kinderen, waarvan er twee vroegtijdig overleden, en 29 kleinkinderen. Dit was een zeer gelovig gezin. Henri nam de zaak in 1921 over van zijn vader. In 1932 opende Henri met broer Emile een radiozaak aan de Wijcker Brugstraat. Fien Verhaaren overleed op slechts 49-jarige leeftijd in 1936 en heeft geen van de kleinkinderen gekend. Er lijken opvallend veel familieleden in deze tak werkzaam te zijn (geweest) in het onderwijs. 

Het derde kind van Charles en Fien Graven was Maria Hubertina Barbara oftewel ‘Bertha’. Zij trouwde met Joseph (‘Jef’) Tilly. Zij waren ook middenstanders, met een antiekzaak aan de Akerstraat in Heerlen. Nadat ze een kind verloren bij de bevalling hebben kwamen er niet meer kinderen. Dat is jammer, want Bertha was heel geliefd bij de kinderen om haar heen en werd door iedereen ‘Pit’ genoemd, kort voor ‘peettante’. Pit en Jef woonden op latere leeftijd in bij nicht Lieva van Goethem in Heerlen, kind van Pit’s oudste zus Netta. Verder is noemenswaardig dat Pit voor WOI een muze was van de Vlaamse kunstschilder Jan van Puyenbroeck, die waarschijnlijk oorspronkelijk een vriend was van zwager Prudent van Goethem. Jan heeft Pit meerdere malen op het doek vereeuwigd.

Het vierde en vijfde kind van Charles en Fien waren Christiaan Bonifacius (‘Chrétien’, ook wel ‘Peter’ genoemd, één van de tweeling) en Maria Hubertina Josephina (‘May’). Chrétien werkte als kok bij het leger. May was epileptisch. Beide zijn ongehuwd gebleven en overleden op hun 62ste en 61ste, respectievelijk. Zij woonden in de laatste jaren van hun leven in Maastricht bij hun zus Netta en haar dochters. Dat was eerst op de Alexander Battalaan, waar Chrétien met zijn erfenis een huis had gekocht, en daarna op de Victor de Stuerlaan. Tot haar dood in 1937 woonde ook Fien Graven bij hun in. Het was een moeilijke tijd, zonder geld en met veel ziekte.

Nummer zes was Charles Pierre (junior) Delnooz. Waarschijnlijk om verwarring te voorkomen met zijn vader kreeg hij als roepnaam Emile (‘één uit duizend’). Emile was een onconventionele man. Wellicht had dat te maken met zijn deelname aan het kunstenaarsgevolg rond Jan van Puyenbroeck in de zogenaamde ‘Meerssense School’ (hoewel hij zelf niet schilderde). Emile trouwde eerst met de Belgische Bertha Magdalena (‘Madeleine’) van Gremberghe, die hij vermoedelijk leerde kennen toen hij zijn zuster Netta hielp bij het runnen van de klompenfabriek in Nieuwkerken nadat Prudent van Goethem in 1929 overleed als gevolg van een fiets/auto-ongeluk. Enkele jaren daarna echter werd Emile verliefd op een andere vrouw, de Maastrichtse Constance (‘Tance’) Sonneville, dochter van een slijter op de Rechtstraat. Hij hield van allebei de vrouwen en woonde in de dertiger jaren gedurende tien jaren zelfs samen met beide vrouwen in een huis in Arnhem. De zuster van Tance, Josephine, woonde er ook. Dit was zeer ongewoon voor die tijd. Op het gegeven moment werd Emile door Tance voor de keuze gesteld. Hij scheidde toen van Bertha van Gremberghe en trouwde in 1938 met Tance. Zij kregen twee kinderen - Albert en Marianne. In 1941 verhuisden ze naar Heerlen, waar Emile als administrateur bij de mijn werkte, om in 1951 weer terug te verhuizen naar Arnhem waar Tance bij de Kema een goedbetaalde baan als directiesecretaresse kreeg. Emile heeft tussen 1928 en 1930 nog een radiozaak op de Wijcker Brugstraat 59 in Maastricht gerund met zijn broer Henri (die de zaak daarna nog drie jaar alleen runde). 

Het laatste kind van Charles en Fien was Eugène Joseph Delnooz, geboren in 1900. Hij trouwde in 1920 met Maria Hubertina Loneux – dochter van een hotelier op de Boschstraat in Maastricht. Eugène Delnooz nam in 1921 de winkel over van zijn oom Jean Joseph (‘Sjeng’) Delnooz op de Rechtstraat nummer 80 (n.b., neef Mathieu nam de smederij aan de achterkant van deze zaak over in 1919). In 1929 scheidde Eugène van Maria Loneux en verdween (letterlijk) naar Parijs, met achterlating van vrouw en kinderen Thera, Joséphine en Henri die naar Luik verhuisden, behalve Thera die op de Rechtstraat 70 bleef wonen. Thera werd een knappe, vrolijke en graag geziene vrouw die nu nog goed herinnerd wordt. Zij werkte o.a. als chansonnière in een casino en hield contact met de familie in Nederland, met name met Emile. Zij kreeg op zijn minst één kind (Joanne). Eugene had in Parijs een nieuwe vrouw, maar bleef waarschijnlijk ongehuwd, en stierf er in 1956. Hij hield contact met dochter Thera. Zoon Henri verhuisde naar Brussel en kreeg een gezin met drie kinderen (Alain, Sylvia en Pascale).

Het gezin Delnooz-Graven was in WOI toevluchtsoord voor familie uit België, met name het gezin van dochter Netta, die getrouwd was met de Belgische klompenfabrikant Prudent van Goethem uit Nieuwkerken (bij Antwerpen). De vier dochters van Goethem verbleven er met hun moeder. De vier zonen gingen gedurende de oorlog met Prudent weer terug naar Nieuwkerken om de zaak draaiende te houden.

Charles en Fien op latere leeftijd. Circa 1929.


Tot 1917 had het gezin Delnooz-Graven financieel geen zorgen. Echter had Charles Pierre, zoals vele Nederlanders, teveel aandelen van de Russische staatsspoorwegen gekocht die in één dag hun waarde verloren na de Oktoberrevolutie in 1917. Charles Pierre had de kinderen eerder, bij hun 18e verjaardag, een voorschot op de erfenis gegeven van tienduizend gulden per kind, met de voorwaarde dat ze hun ouders ieder jaar een toelage betaalden. Dat, en de inkomsten uit de zaak, hield de familie een tijd op de been, waarschijnlijk tot aan de crisis van 1929. De oudste zoon Henri Charles Hubert had de zaak waarschijnlijk rond 1921 overgenomen waarna Charles en Fien op Rechtstraat 80 gingen wonen, boven de winkel die zoon Eugène van zijn oom Jean Joseph had overgenomen. De klompenzaak hield op te bestaan in 1932. Voor veel van de kinderen brak een armoedig of carrièreloos bestaan aan. Sommigen hadden het geluk goed getrouwd te zijn.

(Schoon)broers Delnooz. Met de klok mee, vanaf linksonder: Henri, zwager Renier Meertens (man van een zus van de eega's van zowel Charles Pierre als Henri), Léon en Charles Pierre. Circa 1890.


1929 was in meerdere opzichten een rampjaar voor Charles Pierre. Op 23 mei stierf schoonzoon Prudent na een ongeluk met een auto tijdens een fietswedstrijd met twee van zijn zonen, zoon Eugène scheidde van Maria Loneux en verdween naar Parijs, op 17 augustus stierf broer Henri, waar Charles een goede band mee had, en op 4 november overleed Charles zelf op 73-jarige leeftijd, net voordat hij zijn 50-jarig jubileum bij het koor van de St. Martinuskerk in Wijck zou vieren. Dat feest was uitgesteld vanwege de onfortuinlijke familieomstandigheden. Op zijn bidprentje staat dat ”Hij was een oprecht godsdienstig man, goedig van inborst (..) en om zijn open karakter door iedereen geacht en bemind”. Fien Graven stierf 8 jaar later. 


Rechtstraat 70 had veel aanloop van familiekinderen. Al genoemd is Thera. In WOI kwam Netta met haar kinderen vluchten vanuit België en de dochter die tijdens de oorlog ter wereld kwam, Fien van Goethem, bleef na de oorlog achter bij haar grootouders, onder de hoede van Fien Graven. Zij was de enige dochter die een vakopleiding (tot onderwijzeres) genoot en een goed inkomen kreeg. Na de scheiding van Eugene met Maria Loneux in 1929 kwam ook hun 5-jarige dochter Thera op de Rechtstraat wonen.


De bestelwagen van de zaak, met tweede van rechts kleinzoon Chrétien (1912-1968; zoon van Henri). Circa 1932.


Zoals gezegd zijn Charles en Fien gezegend met vele nakomelingen. Er zijn 19 kleinkinderen, waarvan er nog enkele leven (bijvoorbeeld Marianne en Albert, maar wellicht ook kinderen van Eugene). De meeste nog levende nakomelingen zijn achterkleinkinderen en kinderen daarvan. 


Met de hartelijke dank aan Paul en Charles Delnooz (kleinkinderen van Henri en kinderen van Chrétien), Inge van Mastrigt, Victoire van Goethem en Victor Debats (kleinkinderen van Netta), en Marianne Delnooz (kind van Emile), (indirect) Alie Baars (tweede echtgenote van Chrétien) en Alain Delnooz (kleinkind van Eugène)


Poging om alle nakomelingen van Netta Delnooz en Prudent van Goethem in kaart te brengen. Reünie 2000.


Opmerkingen of vragen n.a.v. dit verhaal? Graag opsturen via het contactformulier op www.delnooz.uwstamboomonline.nl . Aldaar zijn ook meer foto’s van de nakomelingen van Charles Pierre en Fien te vinden.


Jean in ‘t Zand, juli 2017