MAY, DE LANGSTLEVENDE DELNOOZ (1881-1983)



Let op!
Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.delnooz.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.

May, de langstlevende Delnooz


(herzien op 20 juni 2016)


Volgens de huidige stand van zaken in de stamboom is Maria Hubertina Delnooz, roepnaam ‘Tant May’, de langstlevende in de familie, op de tweede plaats gevolgd door de recent overleden Charles P.M. Delnooz (1919-2015). Tant May leefde tussen 12 september 1881 en 19 november 1983 in Maastricht en is dus maar liefst 102 jaar oud geworden. Haar vader en moeder waren Hendrik Jozef Delnooz (1854-1929) en Maria Catherina Hubertina Graven (1853-1883). Vermeldenswaardig hier is dat er twee zussen Graven trouwden met twee broers Delnooz. Het andere koppel was Maria Josephine Hubertina Graven (1859-1937) en Charles Pierre Delnooz (1856-1929).

Wie de jaartallen goed gelezen heeft merkt op dat May haar moeder vroeg verloor. Ze was nog maar anderhalf jaar oud toen haar moeder in maart 1883 overleed. Vader Hendrik Jozef hertrouwde zes jaar later met Anna Catherina Wilhelmina Huysmans (1855-1915).

May was niet alleen sterk van gestel, maar ook van karakter. Ze werd zelfs als dominant ervaren. Het botste met haar stiefmoeder Anna Huysmans, met wie ze het nooit goed heeft kunnen vinden. Wel met haar vader. Gezamenlijk dreven ze een kolenhandel op de Batterijstraat in Maastricht. De Delnooz’ waren in die tijd een geslacht van middenstanders. Naast haar vader hadden drie ooms van May winkels en een smederij in Wyck, aan de overkant van de Maas. De vraag is of de kledingzaak op Wycker Brugstraat 33-35 van May was. Zij had dezelfde initialen als prijkten op de gevel. Waarschijnlijker is echter dat die zaak (en ook een op de Spilstraat) van haar tante Maria Margaretha Delnooz was (de zuster van Hendrik Jozef en getrouwd met Eugene Wagemans).

Door haar ferme karakter waren kinderen nogal bang voor May. Echter niet haar 29 jaar jongere petekind Bertha van Goethem. Bertha was een achternicht van May en een tweelingsdochter (tweeëiig) van nicht Netta Delnooz en haar man Prudent van Goethem (‘Minime’ was de andere tweelingsdochter). May en Bertha hadden een sterke band, die waarschijnlijk is ontstaan in de jaren twintig toen Bertha met haar moeder en zusjes inwoonde bij haar grootouders in de naburige Rechtstraat. Op het gegeven moment ging Bertha bij May inwonen. Daar ontmoette ze haar toekomstige man Jean Debats. Weer later, toen Bertha en Jean trouwden, ging May in 1942 bij hun inwonen in de Hoenderstraat en later in Weert. May werd als een tweede moeder voor de vijf kinderen en ondersteunde het gezin ook in financiële zin tijdens de Tweede Wereldoorlog en bij de vervolgstudie geneeskunde van Jean, die uiteindelijk neurologisch psychiater werd.

De kinderen Debats-van Goethem kunnen zich May nog goed herinneren. Toen May in de vijftiger jaren op leeftijd begon te raken en problemen kreeg met haar ogen - de kinderen waren toen tieners - verhuisde May naar Huize Licht en Liefde in Maastricht, waar ze de laatste drie decennia van haar lange leven doorbracht. 

May was een sterke vrouw die hard werkte, een warm nest vond bij de familie Debats en een bijzonder hoge leeftijd bereikte.


Met dank aan Victor Debats




May Delnooz op het platje aan de Batterijstraat 51, circa 1930



May Delnooz (rechtsboven) met familie Debats-van Goethem