DE KWARTIERSTAAT
Kwartierstaat Wilhelmus (Helmoed) en Maria Adelheid(Annemarie) Boom
Inleiding
Eenkwartierstaat is een overzicht van de voorouders van één ofmeerdere personen. In dit geval van de maker van deze site en zijn zus.Volle broers of zussen zijn altijd de enige personen die dezelfde kwartierstaathebben. Per generatie verdubbelt, in principe, het aantal voorouders.
Hieropbestaan uitzonderingen. Soms is een voorouder niet bekend en dan ontstaanzogenaamde "lege"kwartieren. Ook kan het voorkomen dat een bepaaldouderpaar meerdere kinderen had die tot de voorouders van de persoon die in eenbepaalde kwartierstaat als "begin" voorkomt behoren. In dat gevalontstaat het zogenaamde "kwartierverlies". Dehoofdpersoon van een kwartierstaat wordt door genealogen ook wel de"proband"genoemd.
Meestalwordt bij het maken van een kwartierstaat een standaard nummeringaangehouden.Je bent zelf nummer 1, je vader is nummer 2, je moeder is nummer 3,je grootvader van vaders kant is nummer 4 enzovoort. Per generatie verdubbelenhet aantal voorouders. Je bent zelf alleen, je hebt 2 ouders, 4 grootouders, 8overgrootouders, 16 betovergrootouders, 32 oud-overgrootouders. Vanaf datmoment gaat het snel. Generatie 7 heeft 64 voorouders, generatie 8 al 128,generatie 9 256, generatie 10 512 enz. Die mensen zijn er wel (geweest),maar meestal niet meer te traceren.
Inde tijd vanaf de invoering van de burgerlijke stand ( in 1811) is het inhet algemeen niet zo moeilijk voorouders te vinden. Voor1811 wordt het lastiger. De basis van de informatie die leidt tot dekwartieren moet worden opgezocht in de doop, trouw en begraafboeken diedoor de kerken werden bijgehouden. Daarbij was het dan ook lang zo dat bijnaiedereen voor de gereformeerde kerk moest trouwen, ook als was men bijvoorbeeldkatholiek.De enige uitzondering hierop werd gemaakt voor de joden. Begraafboeken werden relatief helemaal weinig bijgehouden en wareneigenlijk meer een "boekhouding"voor de kerk dan een"officieel"document.
Alsmen nagaat dat de verplichting tot het aanleggen van doop en trouwboekenonstond tijdens het Concilie van Trento, rond 1570 en deze verplichting in onzestreken pas vanaf ongeveer 1600 werd nagekomen en dat er in de loop van deeeuwen ook de nodige boeken door brand, waterschade, slecht beheer enz. zijnverdwenen, dan wordt duidelijk dat men zich echt gelukkig mag wanenals de voorouders tot rond het jaar 1600 kunt terugvinden. Voor demeesten onder ons zit dat er niet in. Wel zijn er dan soms nog andere bronnen,zoals bijvoorbeeld de rechterlijke archieven. Maar dan moest men wel bezithebben of bij voorbeeld zaken hebben gedaan die niet door de beugel kunnen.
GeneratieI
1. Wilhelmus (roepnaam Helmoed) Boom, geb. 30-05-1959 teUtrecht, beleidsadviseur personeel en organisatie
Helmoed Boom, zomervakantie 2009 Camargue , Frankrijk
Maria Adelheid (roepnaam Annemarie) Boom, geb. 26-04-1962 teUtrecht, fysiotherapeute
Annemarie Boom
Generatie II
2. Jan Gerrit Boom, geb. 15-07-1925 te Hengelo (O), overl.17-06-1999 teTiel, chef de bureau, trouwt 23-11-1955 te Enschede
3. Johanna Theresia Maria Goorkate, geb. 30-12-1928 te Lonneker, apothekersassistente
Uitdit huwelijk:
Wilhelmus ( Helmoed)Boom, geboren te Utrecht op 30 mei 1959
Maria Adelheid (Annemarie )Boom, geboren te Utrecht op 26 april 1962
Jan Boom
Annie Goorkate
Huwelijk Jan Gerrit Boom en Johanna Theresia Maria Goorkate, bijkloosterkapel Dolphia te Enschede
Generatie III
4. Jan Hendrik Willem Boom, geb. 27-03-1886 te Hengelo (O), overl. 29-08-1968 teRijssen, houtbewerker, trouwt 12-05-1917 te Enschede
5. Johanna Rosink, geb. 18-05-1885 te Enschede, overl. 19-02-1966 teHengelo (O)
Uit dit huwelijk:
Gerrit Jan Boom, geboren te Enschede op 9maart 1918, overleden te Enschede op 23 augustus 2002Gehuwd met Willemina F.M.Oosterholt, geboren te Enschede op 8 oktober 1916, overleden te Enschede op 7augustus 1991.
Johan Andries Boom, geboren te Enschede op 30maart 1922, overleden te Hengelo op 20 maart 2002. Gehuwd met ArendinaWaremelink, geboren te Hengelo op
Jan Gerrit Boom, geboren te Hengelo op 15 juli1925, overleden te Tiel op 17 juni 1999. Gehuwd met Johanna Theresia MariaGoorkate, geboren te Lonneker op 30 december 1928.
Jan Hendrik Willem Boom en Johanna Rosink,huwelijksfoto
Jan Hendrik Willem Boom enJohanna Rosink op latere leeftijd
6. Johannes Bernardus Goorkate, geb. 18-11-1893 te Enschede, overl. 19-05-1972 teEnschede, drogist, trouwt 09-09-1926 te Enschede
7. Maria Adelheid OudeMunnink, geb. 13-09-1901 teGronau (Westfalen), overl. 10-03-1985 te Enschede
Uit dit huwelijk:
Henricus Johannes Gerhardus Goorkate, geborente Enschede op 18 november 1927 en overleden te Enschede op 29 januari 1999.Gehuwd met Johanna Theodora Kosters, geboren te Haaksbergen op 12 januari 1929.
Johanna Theresia Maria Goorkate, geboren teLonneker op 30 december 1928. Gehuwd met Jan Gerrit Boom, geboren te Hengelo op15 juli 1925 en overleden te Tiel op 17 juni 1999.
Gerritdina Maria Goorkate, geboren te Lonnekerop 17 juli 1930 Gehuwd met Hennie Beerlage, geboren te Oldenzaal op 27 juni1928 en overleden te Enschede op 27 februari 2007.
Maria Johanna Goorkate, geboren te Enschede op15 oktober 1932 en overleden te ‘s Hertogenbosch op 22 november 2007. Gehuwd met Ruud B.G. Mulder, geboren teOldenzaal en overleden te ‘s Hertogenbosch op 27 december 2008, 75 jaar oud
Hendrika Wilhelmins Goorkate, geboren teEnschede op 25 juli 1935 en overleden te Losser op 19 november 2009. Gehuwd metJan Everink, overleden te Enschede in 1988
Johannes Bernardus Goorkate (rechts) voor de drogisterij Holst, waar hijzijn hele werkzame leven werkte
Huwelijk Johannes Bernardus Goorkate en Maria Adelheid Oude Munnink
Woning van Johannes Bernardus Goorkate aan de Oosterstraat 42D teEnschede. Alle kinderen groeiden hier op en Johannes Bernardus overleed hierook.
Echtpaar Goorkate met kinderen. Dochter Annie (kwartierstaat 3.) zit opschoot bij opa
Generatie IV
8. Gerrit Boom, geb. 01-04-1853 te Stad Almelo, overl. 28-03-1922 teHengelo (O), spinner, trouwt (2e huwelijk, 1e huw metJentje Tabois) ) 15-05-1882 te Hengelo (O)
9. Anna Alieda Wevers, geb. 08-01-1854 te Hengelo (O), overl. 19-08-1926 teLonneker
Uit dit huwelijk:
Egberdina Judica Boom, geboren en overleden teHengelo, overleden 1884.
Jan Hendrik Willem Boom, geboren te Hengelo op 27 maart 1886, overledente Rijssen 1968. Gehuwd met Johanna Rosink, geboren te Enschede 1885 enoverleden te Hengelo 1966.
Egberdina Judika Hermina Boom, geboren te Hengelo op 27 maart 1886enoverleden te Enschede op 24 november 1973.Gehuwd meet Antony BernardGrevenstuk, geboren te Goor op 2 september 1882 en overleden te Enschede op 24november 1943.
Gerrit Boom en Anna AliedaWevers en de tweeling Jan Hendrik Willem Boom en Egberdina Judika Hermina Boom- foto uit bezit Hermina Grevenstuk te Heilbronn
De heeren doen alles, wat in hun vermogen is,om het den werklieden zoo aangenaam mogelijk te maken
Bovenstaande uitspraak werd gedaan door mijnovergrootvader Gerrit Boom (1853-1922), zoon van Jan Hendrik, toen hijwerd verhoord in het kader van “het onderzoek omtrent de maatschappelijketoestanden der arbeiders, omtrent de verhoudingen tusschen werkgevers en arbeidersin de verschillende bedrijven en omtrent de toestand van fabrieken enwerkplaatsen met het oog op de veiligheid en de gezondheid der werklieden,ingesteld door de Staatscommissie, benoemd krachtens de wet van 19 januari1890”.
Het bedoelde onderzoek was een vervolg op het werk vande parlementaire enquête in 1886-1887 die had geleid tot het “Kinderwetje vanVan Houten”. Van 1890-1894 deed een Staatscommissie aanvullend onderzoek. In dezomer van 1890 werden in dat kader 244 personen in Twente verhoord. Voor eendeel waren dat de notabelen uit die tijd, voor een deel ook juistarbeiders, zoals mijn overgrootvader.
De verhoren zijn opgenomen in een CD die voor 17 euro en 50 cent teverkrijgen is via de site van www.boekopcd.nl Het gaat om een reproductie van het originele boek van het onderzoek.Het eerste deel is algemeen en bevat voor wat betreft Twente een hoofdstuk metconclusies betreffende de werktijden, een hoofdstuk over de opleiding vanjeugdige arbeiders in en buiten de werkplaats en een hoofdstuk over de toestandvan fabrieken en werkplaatsen met het oog op de veiligheid en de gezondheid vande arbeiders. Tevens is er een algemeen hoofdstuk met gevolgtrekkingen. Het tweede deel bevat de verhoren van de 244 Twentenaren.
Ik was op zoek gegaan naar de verhoren omdat in het “Boek van Hengelo1802-2002” de tekst in de kop van dit artikeltje, ook de kop van een hoofdstukvormde. De uitspraak zou zijn gedaan door ene Gerrit Boon, spinner bij deNederlandse Katoen Spinnerij. Nu wist ik dat mijn overgrootvader, Gerrit Boom,daar ook als spinner had gewerkt. Ik hoopte dus op een verschrijving. Toen ikde CD met de gescande verhoren eenmaal in handen had, bleek mijn hoop uit tekomen; er was sprake geweest van een verschrijving en het ging om Gerrit Boom.
De gegevens in het verhoor geven aan dat het daarbij met aan zekerheidgrenzende waarschijnlijkheid om mijn overgrootvader handelde. Ik wist dat hijuit Almelo kwam, in 1890 37 jaar was, twee kinderen had en bij de NKS werkte(ik bezit immers het gouden horloge dat hij daar bij zijn 40-jarig jubileumkreeg).
Aan iedereen die interesse heeft in de gang van zaken in de industrie inTwente in 1890 kan ik de cd van harte aanraden !. Als u, net als ik, het gelukheeft dat je de letterlijke woorden van een eigen voorouder terugvindt, is datnatuurlijk nog mooier.
In Hengelo werden verhoord: de burgermeester, een predikantbij de doopsgezinde gemeente, een geneesheer, een arts, een kapelaan, devoorganger bij de gemeente van gedoopte christenen, een wethouder, eenbierbrouwer tevens lid van der Kamer van Koophandel, een tabaks- en sigarenfabrikant,de directeur van de Hengelose houtdraaierij (een Stork), een reiziger, defabrikant Dikkers, de directeur (Stork), een lid der firma C.T. Stork& co tevens lid van de KvK en een opzichter bij genoemde firma, eenkantoorbediende, de administrateur van de Gebr. Stork &co tevens secretarisvan de coöperatieve winkelvereniging , nog een lid van de KvK tevensboekhoudeer van de NKS , de voorzitter van het bestuur van de Nuts spaarbanktevens voorzitter van de Vereeniging Algemeene Armenbus, een lid van den raadtevens winkelier, het hoofd eener fabrieksschool tevens beambte aan demachinefabriek te Hengelo, een aannemer en houtzager, de voorzitter der Kamervan Koophandel en Fabrieken tevens directeur van de NKS (De Monchy), tweedirecteuren, een opzichter en een baas bij de Twentse Bontweverij en C.Th.Stork, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en fabrikant, lid van defirma’s C.T. Stork& Co en Gebr. Stork te Hengelo. Tot nu toe een hele stoetaan notabelen, kantoormedewerkers, bazen enz. Maar nog geen arbeider te zien !.
Het aan tal arbeiders dat werd verhoord was dan ook niet zo heel groot.Een deel daarvan was niet in de “echte” industrie werkzaam. Voor hen gold dusdat ze input leverden voor de informatie over de toestand in de werkplaatsen.Het ging om een voerman bij de bierbrouwerij, een brouwmeester,en een brouwer.een metselaar en een meester metselaar, een huisschilder en een meesterschilderen een meester meubelmaker.
Er werden 16 “echte” arbeiders verhoord. Een spinner, een magazijnmeester,een aanlapper en iemand die werkzaam was in de duivelskamer bij de NKS, eenwever en iemand werkzaam in de settlekamer bij de firma C.T.Stork &Co, eenketelmaker en een schaver bij de machinefabriek van Stork, een draaiersbaas eneen vormer en gieter bij de firma G. Dikkers &Co, en een houtdraaier bij deHengelose Houtdraaierij.
Hieronder het verhoor van mijn overgrootvader, Gerrit Boom, oud 37 jaar,spinner bij de Nederlandsche Katoenspinnerij te Hengelo. Hij werd verhoor doorJ.D. Veegens, voorzitter, N. Reeling Brouwer en O.Q. van Swinderen. P. vanNispen was de adj- secretaris.
Zijt gij al lang bij de Katoenspinnerij werkzaam? Zestien jaren.
Waar zijt gij vroeger geweest ? Op verschillende spinnerijen te Almelo
Gij hebt in de katoenspinnerij dagelijks 11 uren te werken, niet waar ?De regel is 11 uren.
Is het wel eens korter? Ja, als de kraskamer niet zooveel kanaanbrengen, als noodig is, moet er wel eens een uurtje minder gewerkt worden.Soms ook wel eens meer, om de schade in tehalen.
Gij hebt dus wel eens overwerk te doen ? Ja, nu op het oogenblik bijv.hebben wij een half uur overwerk, omdat wij het vorig halfjaar te kort gewerkthadden.
Nacht en Zondagswerk komen zeker voor spinners niet voor ? Neen.
Hoe handelt men bij overwerk met de kinderen die u helpen ? Ik hebeenjongen van ongeveer 16 jaar bij mij; ik zend hem op den gewonen tijd altijdnaar huis bij overwerk, en wij, spinners, doen dan met elkandeer zijn werk.
Kunnen meisjes en vrouwen bij overwerk ook gemist worden ? Die gaan ’savonds op den gewonen tijd naar huis.
Staat haar werk niet in onafscheidelijk verband met het uwe ? Nee,de kraskamer brengt nu weder te veel aan, meer dan wij boven kunnen verwerken,dus die van de kraskamer kunnen op tijd naar huis gaan. Hebben wij daarentegengrof garen te bewerken, zoodat de kraskamer niet zooveel kan aanbrengen, dangaan zij daar toch op tijd weg, maar moeten wij wachten.
Is de midagschafttijd van een uur lang genoeg om naar huis te gaan etenen op tijd terug te zijn? Voor mijzelven ja, misschien zou een enkele wel eenkwartier meer kunnen gebruiken.
Woont gij dicht bij de fabriek ? Een minuut of zeven er van daan.
Wij hebben gezien op welke wijze de spinners betaald worden, namelijknaar de lengte van den draad, zooals die door een indicateur wordt aangegeven.Werkt die vernuftige wijze van betaling goed ? Uitstekend, ik geloof uit naamvan alle spinners te mogen zeggen, dat wij allen er mede tevreden zijn.
Weet gij, vóór dat gij betaling ontvangt, precies hoeveel er gewerkt is?Ja.
Hoeveel loon kunt gij in den regel in de week maken ? In den gewonenwerktijd van 63 ½ uur per week, zijn wij door den patroon op elf guldenaangeslagen, en dat is bevredigend.
Gij zijt door den patroon op elf gulden aangeslagen; wat bedoelt gijdaarmede?. Wij spinners stellen ons tot taak om f 11 ’s weeks te verdienen,terwijl de heeren ons gelegenheid geven om die som te maken.
Krijgt gij iedere week f 11 uitbetaal ? In den regel ja, maar het loonbedraagt ook wel eens iets meer en iets minder.
Gij ontvangt dus niet precies dat loon, maar telkens zooveel, als uvolgens de aanwijzing van den indicateur toekomt? Ja.
Kunt gij uwe aanlappers en opstekers zelf kiezen? Neen, de opzichterwijst die, in overleg met den heer De Monchy, aan, en heeft er dan ook eeneopklimming plaats. Ik heb er bij voorbeeld een die 11 cents per uur verdient;gaat er nu een heen, die 12 cents verdient, dan komt hij in diens plaats, enkrijg ik een nieuwen.
Genieten de aanlappers een vast loon per uur? Ja.
Wordt hun loon rechtstreeks vanwege de directie uitbetaald ? Ja.
Hebt bij daarmede niets te maken? Neen, niets.
Als een aanlapper niet goed werkt, lijdt gij spinners daardoor dusschade ? Ja, al betalen wij hem niet uit, zoo wordt zijn loon toch van het onzeafgetrokken.
Wanneer een spinner niet tevreden is over zijn aanlapper, zorgt hij erechter zeker wel voor, dat hij een anderen bekomt ? O ja.
Hebt gij kinderen ? Twee.
Werken die op de fabriek ? Neen.
Zijn zij nog te jong? Ja.
Wordt er druk gebruik gemaakt van de spaarkas ? Dat weet ik niet.
Blijft dit voor u geheim ? Ja, de spaarkas staat van ’s morgens vroegtot ’s avonds open. Mijnheer weet natuurlijk, wat er in is, maar een derdepersoon niet.
Hoe gaat het met het gebruik van andere instellingen ? Wordt er bijv.veel gedaan aan de gymnastiek ? k geloof, dat er enkele jongenszijn, die er des avonds gebruik van maken.
Men is, naar ik meen, thans bezig eene leesbibliotheek in te richten;wat weet gij daarvan? Ik weet dat er op school een leesbibliotheek is, maar ofdie vermeerderd wordt, weet ik niet.
Weet gij of de jongens en meisjes vele genoegen hebben in de zangschool? Ik zou denken van ja.
Hoeveel moet gij voor de ziekenbus betalen ? 1 ½ cent vanden gulden.
Wat krijgt gij daarvoor? De helft van het loon aan ziekengeld.
Ook geneeskundige hulp en geneesmiddelen ? Die krijgen wij toe.
Zijt gij wel eens ziek geweest ? Nog nooit.
Dus uit ondervinding weet gij er niet van mede te spreken ? Neen.
Hoe is het met de warmte op de spinnerij ? Eene spinnerij is in denregel altijd wel warm, maar zooals het hier is, kan het wel. Ik heb wel opandere spinnerijen gewerkt, waar het veel warmer was. Ik ben op de warmstezaal, de vijfde zaal, maar daar is zooveel ventilatie aangebracht, dat het er,bij vroeger vergeleken, altijd frisch is.
Kijkt gij wel eens op den thermometer ? Een enkelen keer.
Hoe hoog stond die bijv. op een dag als gisteren, weet gij dat soms. ?Ik heb er gisteren niet naar gekeken. Ik kijk er alleen op, als het heel warmis, en dan heb ik het wel aangetroffen, dat het goed in de 80 graden was, maardat is, meen ik, dan ook de heetste dag geweest.
Wij zijn toevallig op een zeer warmen dag in de fabriek geweest. Toenwas het in de zaal, waar bij werkt, 87 graden, maar buiten was het 84 graden.Zoo is het, het verschil is nooit heel groot.
Gij schijnt in elk geval wel tegen de warmte bestand te zijn? O ja, ikkan er goed tegen.
Nemen de spinners zich bijzonder in acht, wanneer zij naar buiten gaan ?Och, ik geloof niet, dat zij daaraan veel denken. Als zij ’s winters buitennaar de privaten moeten, zullen zij denkelijk wel een ja of zoo ietsaantrekken, maar bijzonder in acht nemen doen zij zich, geloof ik, niet. Wordtde warmte ’s avonds bij gaslicht grooter? Ja, die wordt dan wel iets hooger.
De heer Reeling Brouwer: Op welken leeftijd huwen de meisjes van defabrieken ongeveer? Dat is hier veel beter dan elders, omdat de fabrikantenbepaald hebben, dat de meisjes direct na haar trouwen niet meer op de fabriekmogen komen. Vroeger was dit anders, toen stonden zij er wel tot kort voor harebevalling, en een tijd daarna kwamen zij weder terug. Maar die bepaling doorfabrikanten heeft gemaakt, dat zij niet meer zoo vroeg trouwen.
Is de leeftijd, waarop de meisjes hier trouwen, dus hooger dan op anderefabrieksplaatsen ? Ik meen zeker, van ja.
Op welken leeftijd huwen zij hier dan zoo ongeveer ? Omstreeks 22, 23jaar.
De Voorzitter: Hebt gij ons nog eenige mededeeling te doen ? Neen, wantde heeren doen alles, wat in hun vermogen is, om het den werklieden zooaangenaam mogelijk te maken
Woning van Gerrit Boom aande Wetstraat te Hengelo (rechts)
10. JanRosink, geb. 25-07-1844 teLonneker, overl. 20-05-1905 te Enschede, eigenaar schildersbedrijf, trouwt (2ehuwelijk, 1e huw met Johanna Möhring)10-08-1882 te Enschede.
11. Johanna Kempers, geb. 24-08-1851 te Enschede, overl. 21-02-1911 teEnschede
Kinderen uit hethuwelijk van Jan Rosink en Johanna Morhing:
Willem Roosink,geboren en overleden te Enschede (geen data gevonden ?)
Gerhard Lodewewijk Rosink geboren en overleden te Enschede 25 januari1947, 75 jaar. Gehuwed met Johanna Meggeling ?
Lodewijk Rosink, geboren in Lonneker en overleden te Enschede in1952,geboren in 1873. 1e gehuywd met Johanna Maria Groothuis, geboren teLonneker, 20 jaar, overladen te Enschede op 15 december 1917. 2e gehuwd metHendrika Assink te enschede op 30 april 1921, 50 jaar.
Albert Rosink, geboren en overleden te Enschede, huwt met Marie Jansenuit Hengelo.
Kinderen uit het huwelijk van Jan Rosink en Johanna Kempers:
Gerrit Rosink, geboren en overleden te Enschede op 1 juni 1884, 10maanden oud
Johanna Rosink, geboren te Enschede, overleden te Hengelo. Gehuwd metJan Hendrik Willem Boom, geboren te Hengelo, overleden te Rijssen
Anton Gerrit Rosink. Geboren te Enschede, overleden te Losser in 1970.Gehuwd met Geertje Knol, geboren te Steenwijk, ogerleden te Steenwijk op 20januari 1936, 45 jaar oud.
Gerritje Gasina Rosink, geboren en overleden te Enschede, geboren enoverleden te Enschede, 1 jaar oud
Aaltje Rosink, geboren en overleden te Enschede op 3 november 1893, 3jaar oud
Jan Johan Rosink, geboren en overleden te Enschede, geboren en overledente Enschede op 21 november 1893, 1 jaar oud
Aaltje Gerritje Rosink, geboren en overleden te Enschede op 25 februari1920, 23 jaar oud.
Jan Rosink had eenhuisschildersbedrijfje aan de Beltstraat in Enschede. Na zijn dood zou het doorzijn weduwe, Johanna Kempers . en na haar overlijden,nog een tijd door oudste zoon Lodewijk worden voortgezet. Na opheffing tradLodewijk bij een Enschedese woningbouwvereniging in dienst als schildersbaas.Jan en Lodewijk waren niet de enige schilders in de familie. Dat was namelijkook Jannes, de jongere broer van Jan. Hij emigreerde in 1884 naar Amerika. Alsrelikwie worden daar, door afstammelingen van hem daar een aantal oude papierenbewaard. Het meest waardevolle stuk is het “Certificate of Naturalization” van1895 dat aangaf dat Jannes of, zoals hij in Amerika werd genoemd, Amerikaans staatsburgerwas geworden. Zijn overlijden in Milwaukee, Wisonsin, in 1901, op 54 jarigeleeftijd, had alles te maken met zijn beroep. Het waren namelijk ‘Injuries dueto a fall of a ladder’ die zijn dood tot gevolg hadden. Overigens had John inMilwaukee, nog een beroep: hij was namelijk ook Presbitarian Minister. Dat laatde vraag over of Jannes was geëmigreerd uit economische of uit godsdienstigeredenen.
Volgens een bij de Gemeente Enschede bewaardgebleven doodsbriefje, stierf hij op 20 mei 1905, 60 jaar oud, aan “pneunomiafibrinosa” of “krakende longontsteking”. Hij leed daarmeewaarschijnlijk aan een beroepsziekte die hij als eigenaar van een schildersbedrijfj had opgelopen. Op hetbriefjes vanaf deze datum werd ook, met een ander schrift geschreven,begraafinformatie verstrekt, in dit geval “huurgraf 10 jaar 23 mei 3 ¾ uur”.
Johanna Kempers,dochter van Anna Meijer, overleed op de leeftijd van 59 jaar, op 22 februari 1911, aan “carcinomahepatis” of te wel leverkanker. Zij werd de 24e om 2 ¾ uur begraven in een huurgraf voor 10jaar
Een inschrijving voor het schilderen van een Enschedese textielfabriek.Niet gewonnen door de wed. Rosink (let overigens op de schrijfwijze:verschillende schrijwijzes Rosink,Roosink, Roossink werden nog tot in de 20eeeuw door deze familie door elkaar gebruikt.
Jan Rosink en Johanna Kempers en hun gezamenlijke kinderen, vlnr AntonGerrit Rosink, Johanna Rosink en Aaltje Gerritje Rosink - foto uit bezitHelmoed Boom
Beltraat te Enschede. In hethuis links woonde later de familie Lodewijk Rosink Een van de panden aan deandere kant van de straatwas waar Jan Rosink met zijn gezin woonde..
.
12. HendrikusJohannes Wolterus Goorkate, geb. 09-04-1852 teDeventer, overl. 13-03-1899 te Enschede, metselaar, trouwt 29-01-1885 teDeventer.
13. Gerritje Brinkerink, geb. 07-02-1855 te Deventer, overl. 07-01-1941 teEnschede
Uit dit huwelijk:
Hendrika Johanna Waltrudis c.q. WilhelminaGoorkate, geboren te Enschede op 25 november 1887 en overleden te Enschede op 6mei 1959. Ongehuwd.
Maria Johanna Goorkate, geboren te Enschede op 28 maart 1891 enoverleden te Enschede op 8 april 1952. Gehuwd met Johannes Paulus HendrikusSouverijn, geboren te Enschede op 5 augustus 1891 en overleden te Losser op 17juli 1959.
Johannes Bernardus Goorkate, geboren te Enschede op 18 november 1893 enoverleden te Enschede op 19 mei 1972. Gehuwd met Maria Adelheid Oude Munnink,geboren te Gronau – Duitsland en overleden te Enschede op 10 maart 1985.
Fransiscus Benedictus Goorkate, geboren te Enschede op 15 april 1897 enoverleden te Enschede op 9 januari 1972. Gehuwd met Johanna FrederikaSchlosser, geboren te Almelo op 30 september 1898 en overleden te Enschede op 3juni 1973.
Aloewel er een doodsbriefje was, was het zoeken naar dedoodsoorzaak van Hendrikus Johannes
Wolterus Goorkate,die op 13 maart 1899 overleed nog wel een puzzle. In de familie werd altijd het verhaal vertelddat hij zich bij het scheren had gesneden, daardoor bloedvergiftiging hadgekregen en daaraan overleden was. Het briefje was in een niet al teduidelijk handschrift gesteld door de ondertekenaar J.B. van Delden. Overigenswas dit het enige briefje waarbij juist de naam van de arts wel te lezen was,bij de andere briefjes lukte dat niet.Als je echter bekend met de huisartsen in het verleden in Enschede, dan zullenook de andere handtekeningen te ontcijferen zijn. Op het briefje was alleenleesbaar: influenza c. ……. Griepdus met iets anders , en dat andere was nu net niet ontcijferen. Uiteindelijkwas ere en arts die de oplossing zag en die het raadsel in één oogopslagontcijferde. Het onleesbare woord bleek “Yrypelas faecis” te zijn. Dat ishet latijnse woord voor “belroos in het gezicht”. Dat maakte volgens deze artshet verhaal over het snijden geheel waarschijnlijk. Naar haar mening is hetwaarschijnlijk zo gegaan. Er ontstond een wondje in het gezicht door hetsnijden bij het scheren, dit leidde tot belroos. Omdat in 1899 de antibiotica nog moesten worden ontdekt was er geen genezing mogelijk en kon debelroos zich tot bloedvergiftiging ontwikkelen. Dat werd nog extra gestimuleerddoordat HJW griep had waardoor hijweinig weerstand moet hebben gehad.
Alhoewel Gerritje Brinkerihk van alle acht overgrootouders van probandhet langst heeft geleefd is er juist van haar (nog ) geen foto. Hier wordt nogwel verder naar gezocht ! Hier de foto van Hendrikus Johannes Wolterus Goorkate- foto uit bezit mevr. Beerlage - Goorkate
In het lnkerpand aan de Rozenstraat in Enschede woonde Gerritje vanafongeveer 1930 in bij haar dochter Marie en gezin. Ook een andere, ongehuwde dochterHeintje woonde hier.
14. Johannes Oude Munnink, geb. 01-03-1875 te Tubbergen (Albergen), overl.06-07-1921 te Losser (Glane), baas, trouwt 05-11-1899 te Gronau (Westfalen)
15. Johanna Koertshuis, geb. 22-10-1875 te Losser (De Lutte), overl.27-03-1927 te Enschede
Uit dit huwelijk:
Maria Adelheid Oude Munnink, geboren te GronauWestfalen op 13 september 1901 en overleden te Enschede op[ 10 maart 1985.Gehud met Johannes Bernardus Goorkate, geboren te Enschede op 18 november 1893en aldaar overleden op 19 mei 1972.
Johannes Antonius Oude Munnink, geboren teGronau op 22 juni 1903 en overleden te Glanerbrug op 3 nobember 1918.
Gerhardus Wilhelmus Oude Munnink, geboren teGronau op 9 januari 1905 en overleden te Enschede op 8 februari 1974. Ongehuwd.
Heinrich Johann Karl Oude Munnink, geborente Gronau, overleden te Enschede op 17 december 1975, 68 jaar oud.
Hermann Theodor Oude Munnink, geboren teGronau, oerleden te Lonneker op 14 februari 1975, 61 jaar oud. Gehuwd met GeradG. Geerdink, overleden te Enschede op 21 december 1983.
Bernardus Johannes Joseph Oude Munnink,geboren te Losser op 20 maart 1921 en overleden te Enschede op 23 november1982. Gehuwd met Annie Eitink.
Johannes Oude Munnink, Johanna Koertshuis en hun kinderen. De staandeman is een ongehuwde broer van Johannes Oude Munnink. - foto aanwezig opmeerdere plaatsen