»

»

»

»

»

»

»
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»


POMPE VAN SLINGELAND



Let op!
Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.andredenhaan.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.

I. Michiel Pompe Pietersz., heer van Meerdervoort, geboren ca. 1578, was van 1623 tot 1625 thesaurier van de stad Dordrecht, overleden op 27 aug. 1625, trouwde Maria Sasbout Matthysdr. (M. Balen, Beschryvinge van de stad Dordrecht [Dordrecht 1677], deel II, p. 1184)

ORA Dordrecht inv. 899: verklaring dd 1 juli 1605 op verzoek van Ooloff Bankens twijnverkoper door Michiel Pompe, 27 jaar oud en Willem Pietersz., eveneens 27 jaar oud, burgers van Dordrecht.

- 1606: Michiel Pompens ("nu eijgenaer") betaalt 20 ponden voor zijn huis "opte Wijnbrug" (Voorstraat bij de Wijnbrug), belenders: Gijsbert van Haerlem en kapitein Hans van Roe (verponding Dordrecht 1606, f. 78v e.v.)

- 1626: de weduwe van thesaurier Pompe, als boedelhoudster, wordt aangeslagen voor een vermogen van 150.000 gl. (zie 1000e penning Dordrecht, f. )

Kinderen:

a. Michiel Pompe van Meerdervoort, gedoopt NG Dordrecht mrt. 1613, schepen van Dordrecht, overleden 9 dec. 1639, trouwde NG Dordrecht 25 okt. 1637 Adriana van Beveren

Kinderen:

a-1. Michiel, gedoopt NG Dordrecht okt. 1638

a-2. Cornelis Pompe van Meerdervoort, heer van Hendrik-Ido-Ambacht, gedoopt NG Dordrecht dec. 1639,  was o.a. schout van Dordrecht en raad en rentmeester-generaal van Zuid-Holland, overleden ald. 14 nov. 1680, trouwde Dordrecht 7 febr. 1662 Alida van Beveren


De Meerdervoortskapel in de Grote Kerk.

Deze kapel is gesticht door Michiel Pompe van Meerdervoort, zijn vrouw Adriana van Beveren, Cornelis Pompe van Meerdervoort en zijn vrouw Alida van Beveren. Het hek is gebeeldhouwd door H. de Vos in 1677 in Louis XIV-stijl. Boven de deur staat een monogram C.P. v. M. en A. v. B. (Cornelis Pompe van Meerdervoort en Alida van Beveren. In de kapel liggen begraven:

Michiel Pompe van Meerdervoort Michielsz. (1613-1639)

Adriana van Beveren (1618-1678), zijn vrouw

Cornelis Pompe van Meerdervoort (1639-1680)

Alida van Beveren (1640-1680), zijn vrouw

(J. L. van Dalen, De Groote Kerk te Dordrecht [Dordrecht 1927], p. 100 e.v.)

Kinderen (o.a.; allen NG gedoopt te Dordrecht):

a-2-1. Adriana Pompe van Meerdervoort, 10 okt. 1664, trouwde mr. Jacob Stoop, lid van de Oudraad te Dordrecht

a-2-2. Jacob Pompe van Meerdervoort, heer van de Oostendam en Hendrik Ido Schildmanskinderenambacht , 22 mrt. 1666

a-2-3. Michiel Pompe van Meerdervoort, 22 okt. 1668, trouwde Christina Elisabeth van Beveren

Kinderen:

a-2-3-1. Johanna Alida, gedoopt NG Dordrecht 7 aug. 1691

a-2-3-2. Adriana, gedoopt NG Dordrecht 9 dec. 1692

a-2-3-3. Cornelis, gedoopt NG Dordrecht 11 jan. 1697

a-2-4. Cornelis, 25 okt. 1669

a-2-5. Johanna, 15 jan. 1672

a-2-6. Pieter, 1 juni 1673

a-2-7. Alida Pompe van Meerdervoort, 28 okt. 1675, trouwde mr. Willem Stoop, schout van Dordrecht

a-2-8. Johan, 30 april 1677

a-2-9. Abraham, 25 juli 1678

a-2-10. Cornelia Alida, 16 nov. 1680

b. Pieter, gedoopt NG Dordrecht aug. 1619

c. Matthijs, gedoopt NG Dordrecht aug. 1621, volgt II

II. mr. Matthijs Pompe van Slingeland, geboren Dordrecht 3 aug. 1621, gedoopt NG Dordrecht aug. 1621, baljuw van Zuid-Holland 1653-1673, dijkgraaf van de Alblasserwaard, begraven Dordrecht (Grote Kerk) 7 aug. 1679 (Matthijs Pompe, heer van Slingeland, dijkgraaf van de Alblasserwaard, kerkmeester en oudraad van Dordrecht, 13 maal luiden, "het blason met de kast", als kerkmeester vrij, dus memorie), trouwde 1e Mondina van Beveren, geboren Dordrecht 1622, dochter van Cornelis van Beveren Willemsz., burgemeester van Dordrecht, en Christina Pijl Johansdr. (Balen, o.c., deel II, p. 965-967), 2e Maria Elisabeth Musch

NG trouwboek Dordrecht 3 aug. 1642 (ondertrouw): mr. Matthijs Pompe licentiaat in de rechten jongman en Mundina van Beveren Cornelisdr. jonge dochter beiden van Dordrecht

idem: 8 nov. 1654 (ondertrouw): Mathijs Pompe weduwnaar van Dordrecht wonende ald. en Maria Elisabeth Musch jonge dochter van 's-Gravenhage wonende ald., per schrijven van Den Haag, zijn ald. "naer ordre" getrouwd op het bescheid van Dordrecht

Matthijs Pompe, door J. Mijtens

Mr. Matthijs Pompe van Slingeland, geschilderd door Godfried Schalcken (mogelijk ca. 1675, toen Schalcken uit Leiden naar Dordrecht terugkeerde)

- 1647: mr. Matthijs Pompe vraagt aan de stadsregering toestemming om "tot ciraat en aensien [van de stad Dordrecht] ... te doen bouwen een aensienlijcke huijsinge tot sijn woonplaetse" op het lege erf, liggende aan het einde van de Drappierskade [Wolwevershaven] aan de oostzijde van de [Damiate]brug omtrent het punt van het Blauwe Bolwerk tegenover de Kleine Vismarkt aan de monding van de haven, strekkende van de "neck" van de brug tot aan het Blauwe Bolwerk, "sijnde alsnu een onnutte plaatse daer alderleij vuiligheijt ende onreijnigheden gebragt ende geworpen wert. 't Welck aldaer in goede orde gestelt sijnde groote aensienlijckheijt soo wel in als buijten de stadt voor een iegelijcke souden geven, behoudelijck nogtans dat 't voorsegde Bolwerck in tijde van noot gebruijckt ende met canon daer op en aengebragt soude connen werden". De toestemming om het erf te kopen kwam pas af op 23 jan. 1649, waarbij als voorwaarde werd gesteld, dat over dat erf een vrije doorgang zou zijn, zodat men te allen tijde in staat zou zijn om het kanon naar en van het Bolwerk te brengen. (Dordrecht Monumenteel, nr. 53 [okt. 2014], p. 6 e.v.)

- 1 mei 1651: Crispijn van Outgaerden, als curator van de boedel van Cornelis van Hoogeveen, voormalige ontvanger van de gemene middelen over Dordrecht, voor de ene helft en Johan Schoormans, als curator van de boedel van Cornelis van de Graeff, voor de andere helft, verkopen aan mr. Matthijs Pompe, heer van Slingeland, oudraad van Dordrecht, een huis met kelders, pakhuizen en toren, staande in de Wijnstraat tussen het huis van Cornelis Vaens, thesaurier van Dordrecht, en dat van Servaes van Ingen, en achter aan de haven het huis van de weduwe van Anthonij van Middelhoven, tot aan en in de Schrijversstraat. (ORA Dordrecht inv. 778, f. 24v)

- 7 jan. 1655: Adriaen van de Graeff, ontvanger van de konvooien en licenten te Dordrecht, als procuratie hebbende van Arent Boot, Henricus Dibbets en Johan Dullaert, als voogden over de minderjarige kinderen en  erfgenamen van wijlen Maria Boots van Wesel, weduwe van Bartholomeus van Beverwijck, en Dullaert, als man van Anna van Beverwijck, verkopen aan Matthijs Pompe, heer van Slingeland, baljuw van Zuid-Holland, dijkgraaf van de Alblasserwaard en lid van de Oudraad van Dordrecht, een huis omtrent het Groothoofd met de daarbij behorende houttuin, genaamd "het Henneken", staande tussen het huis van Johannes Abelsz. twijnder en dat van Bartholomeus Damasz. schipper. (ORA Dordrecht inv. 1616, f. 2)

- 28 okt. 1655: Matthijs Pompe van Slingeland verkoopt aan Cornelis van Overstege, burger van Dordrecht, een huis omtrent het Groothoofd, genaamd "het Henneken", staande tussen het huis van Johannes Abelsz. en dat van Bartholomeus Damasz. schipper. (ORA Dordrecht 1616, f. 67)

ORA Dordrecht inv. 1627, f. 12v e.v.: op 27 sept. 1679 verkopen mr. Johan Bladegom van Woensel, advocaat en mansman van het Hof en de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland, als procuratie hebbende van Cornelis de Bevere, heer van IJsselmonde, de Lindt, etc., lid van de Oudraad en generaal van de Munt der Verenigde Nederlanden, etc., volgens procuratie gepasseerd voor notaris J.M. van Osch te Gorinchem op 22 febr. 1679, Geerardt de Bevere, heer van Strevelshoek, lid van de Oudraad, zoon en mede-erfgenaam van Willem de Bevere, heer van Strevelshoek, lid van de Oudraad, voor zichzelf en tevens vervangende zijn twee zusters, Cornelis Pompe van Meerdervoort, heer van Hendrik-Ido-Ambacht, schout van Dordrecht, raad en rentmeester-generaal van Zuid-Holland, zoon en enige erfgenaam van Adriana de Bevere, vrouwe van Meerdervoort, Hendrik-Ido-Ambacht, etc., voor zichzelf en tevens vervangende de weduwe, kinderen en erfgenamen van Johan de Bevere, kolonel in Nederlandse dienst en gouverneur van de stad en onderhavige forten van Geertruidenberg, mr. Pieter Beelaert, lid van de Oudraad, als man van Cristina Elisabeth Pompe, en mr. Michiel Pompe van Slingelant, lid van de Oudraad, genoemde heren Beelaert en Pompe voor zichzelf, Mattheeus van Nispen, als procuratie hebbende van mr. Matthijs Pompe, raadsheer in de Raad van Vlaanderen, residerende te Middelburg, de heer Michiel Pompe tevens vervangende zijn broer Cornelis Pompe, heer van Dortsmonde, met hun vieren kinderen en erfgenamen van Mondina van Bevere, en voornoemde Cornelis Pompe van Meerdervoort, de heer van Strevelshoek, Michiel Pompe van Slingelant en Pieter Belaerts tevens vervangende mr. Baerthout van Slingelant Govertsz., zoon van wijlen Cristina de Bevere, samen kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Cornelis de Beveren de oude, heer van Strevelshoek, IJsselmonde, De Lindt, etc., burgemeester van Dordrecht, voor 12.000 gl. aan Anthonia Cools een woonhuis, pakhuis, kelder, koetshuis, stal en tuin, staande en gelegen bij de Beurs, tussen het huis van Cornelis de Vries Dinghmansz. en dat van Arent van Hagen lakenkoper, van achteren uitkomende op de Varkenmarkt.

- 2 juli 1681: compareren voor notaris G. de With te Dordrecht Maria Elisabeth Musch, vrouwe van Carnisse, weduwe van Matthijs Pompe, heer van Slingeland, Dortsmonde, etc. en oudraad van Dordrecht, voor zichzelf en als moeder en voogdes van haar enige dochter, Jacoba Pompe, tevens vervangende mr. Joan van Duijnen, oud-burgemeester van 's-Gravenhage, als medevoogd over Jacoba Pompe, enerzijds en Cornelis Pompe, heer van Dortsmonde, schepen van het Land van de Vrije te Sluis in Vlaanderen, voor zichzelf en als procuratie hebbende van zijn broer, mr. Matthijs Pompe, raad ordinaris in de Raad van Vlaanderen [te Middelburg], anderzijds. De eerste comparante is eigenares van 1/6 part van de heerlijkheid Slingeland, een leen van Holland, waarvan haar dochter Jacoba eveneens 1/6 part bezit, en waarvan zij, comparante, de twee 1/6 parten, die toekwamen aan Michiel Pompe en Pieter Beelaerts, echtgenoot van Christina Pompe, heeft verworven. Cornelis Pompe en zijn broer, Matthijs Pompe, zijn eigenaars van de resterende twee 1/6 parten. De comparanten zijn overeengekomen, dat de heerlijkheid Slingeland bij blinde loting aan één van hen zal toebedeeld zal worden. Als de heerlijkheid daarbij aan de weduwe Pompe toevalt, zal zij ter compensatie aan Cornelis en Matthijs Pompe elk een zesde deel van 11.000 gl. betalen, zijnde de waarde, waarvoor de heerlijkheid getaxeerd is, hetzij in contant geld of met een obligatie. Als de heerlijkheid bij loting toevalt aan Cornelis en Matthijs Pompe, moeten zij aan de weduwe Pompe 2/3 deel van 11.000 gl. uitkeren, te voldoen in contant geld of met een obligatie. De comparanten, de heer Beelaerts, alsmede Adriaen de Lange, namens zijn zwager, Michiel Pompe, zijn overeengekomen, dat alle, eventueel nog bij de overdracht van de heerlijkheid op te komen kosten door de gezamenlijke erfgenamen van mr. Matthijs Pompe van Slingeland betaald zullen worden. Als dienaangaande geschillen tussen hen ontstaan, zullen zij die onderwerpen aan de arbitrage van mr. Matthijs de Hartogh en mr. Pieter Schaep, advocaten voor de Hoven van Justitie in Den Haag, die daarover een bindende uitspraak zullen doen. Onder deze akte staat vermeld, dat bij de loting de heerlijkheid is toegevallen aan Maria Elisabeth Musch. (ONA Dordrecht inv. 242, f. 141 e.v.)

Matthijs Pompe van Slingeland, Maria Elisabeth Musch en hun dochter Isabelle Jacoba, door J. Mijtens

Kinderen (ex 1):

a. mr. Michiel Pompe van Slingeland Matthijsz., gedoopt NG Dordrecht 15 juli 1643, jongman van Dordrecht wonende bij de Schrijversstraat (1668), schepen (1676, 1680) en veertigraad van Dordrecht (1672), lid van de Oudraad, begraven Dordrecht (Grote Kerk) 25 juli 1681 (een zwarte baar in het Steegoversloot voor Miggiel Pomppen, oudraad, 16 maal luiden, "het wapen libo"), trouwde NG Dordrecht 19 febr. 1668 (per schrijven van Rotterdam, hebben bescheid ontvangen om te Rotterdam te trouwen op 7 mrt. 1668) Elisabeth de Lange, jonge dochter van Rotterdam wonende aldaar (1668), dochter van Pieter Adriaensz. de Lange en Maria Johansdr. Gevaerts

Michiel Pompe van Slingeland Matthijsz. (geboren in 1643), geschilderd door Jacob Gerritsz. Cuijp ca. 1649

Kinderen (allen NG gedoopt te Dordrecht):

a-1. Maria, 21 jan. 1669

a-2. Matthijs, 29 sept. 1670

a-3. Pieter, 15 juli 1673

a-4. Mondina Pompe van Slingelandt, 11 april 1678, trouwde Willem Reepmaker

b. Cornelis Pompe, heer van Dortsmonde, gedoopt NG Dordrecht 2 mei 1646, jongman van Dordrecht, kapitein, wonende [in de Wijnstraat] omtrent de Schrijversstraat (1669), burgemeester van het Land van de Vrije te Sluis in Vlaanderen, trouwde NG Dordrecht 23 juni 1669 (ondertrouw, per schrijven van Middelburg) Catharina van Orliens, jonge dochter van Middelburg (1669)

- 29 juni 1682: Cornelis Pompe, heer van Dortsmonde, oud-burgemeester van het Land van de Vrije te Sluis in Vlaanderen, wonende op zijn hofstede "Nederhoven", liggende in de omgeving van Dordrecht, "ziekelijk van lichaam", testeert ten overstaan van notaris G. de With te Dordrecht. Hij wil begraven worden te Sluis in Vlaanderen in het graf en bij het lijk van zijn vrouw. Hij legateert aan de drie dochters van Jacoba van Orliens, weduwe van Jacob de Witte, rentmeester "beooster Schelde" in Zeeland, allen wonende te Zierikzee, al de kleren van zijn overleden echtgenote, Catharina van Orliens, aan zijn zuster Christina Pompe, vrouw van Pieter Beelaerts, al het porselein en de kleine beeldjes, staande op beide tafeltjes in zijn slaapkamer, de twee "tabeletten", die in grote zaal van zijn huis hangen, ter weerszijden van de schoorsteen, en de onlangs gekochte theekopjes en bakjes en al hetgeen op het grote kabinet in de grote zaal staat, aan Elisabeth de Lange, weduwe van zijn broer Michiel Pompe, een zwarte kabinetkast, staande op de grote zaal naast de schoorsteen, "met de rariteijten van schiltpad en anders", die erop staan, en al hetgeen erin ligt, aan Maria Sweers de Waert, weduwe van zijn oom Johan de Beveren, gouverneur van Geertruidenberg, en haar ongetrouwde dochters, al het porselein, dat staat op de gaanderij op een kastje naast een grote kast, aan zijn dienstmaagd Cornelia Taets een bedrag van 365 gl., aan zijn dienaar Jan Metselingh 50 gl., aan Catharina Vingerhoet, de vrouw van seigneur [Johan] Van Gele, al het porselein, staande op de schoorsteenmantel op het kleine bovenkamertje, met twee rolwagens, staande aldaar op de kast, en aan zijn koetsier, Frederick Willems, 50 gl. Tot erfgenamen van al zijn overige na te laten goederen benoemt hij zijn zoons, Matthijs en Carel Pompe, door hem verwekt bij Catharina van Orliens. Tot executeurs-testament en voogden stelt hij aan mr. Pieter Beelaerts, gewezen raad van Dordrecht, en Matthijs Pompe, raadsheer in de Raad van Vlaanderen te Middelburg, resp. zijn zwager en broer, en mr. Martinus Veth, heer van Westkapelle en mr. Iman Mogge, schepen van Zierikzee, zijn aangetrouwde neven. Tot adminstrateur van de goederen van zijn kinderen benoemt hij Herman van Osch, inwoner van Dordrecht. De testateur wil, dat het huis Nederhoven met de daarbij horende landerijen en alle huisraad e.d. binnen vier maanden na zijn overlijden publiekelijk geveild worden, evenwel met uitzondering van de gelegateerde goederen en al de portretten van zijn voorouders, die hij nalaat aan zijn beide zoons. Hij legateert nog zijn beste diamanten ring aan zijn oudste zoon en aan zijn jongste zoon twee diamanten knoopjes "in de mouwen", een oude kan met zilveren deksel uit het jaar 1525, een beslagen wijnglas, een beslagen kokosnoot en "een ouden raer gesneden reehoorn van Calott". (ONA Dordrecht inv. 242, f. 398 e.v.)

c. Christina Pompe, gedoopt NG Dordrecht 1 aug. 1647, jonge dochter van Dordrecht en daar wonende (1665), trouwde NG Dordrecht 13/29 sept. 1665 (proclamatie te 's-Gravenhage) mr. Pieter Beelaerts, jongman van 's-Gravenhage en daar wonende (1665), lid van de Oudraad van Dordrecht, burgemeester van Dordrecht

Christina Pompe, door J. Mijtens

Christina Pompe, door J. de Baen

Christina Pompe

Pieter Beelaerts, door J. de Baen

ORA Dordrecht inv. 1624, f. 15v e.v.: op 22 april 1672 verkopen Christianus Meller, professor mathematicus te Leiden, als man van Lidia Langleij, Catharina Langleij, meerderjarige ongehuwde persoon, en kapitein Jacobus van der Velde, wonende te Dordrecht, als testamentaire voogd van Maria Langleij, voor 16000 gl. aan mr. Pieter Belaerts, ontvanger van de 200e penning te Dordrecht, drie naast elkaar staande huizen op het Marktveld bij de Beurs, staande tussen het huis van kapitein Thielman Zeebergen en dat van de weduwe van Jan Barentsz. Smient. Bij de koopprijs zijn inbegrepen het goudleer, schilderijen en andere roerende goederen, door schepenen van Dordrecht getaxeerd op 2800 gl.

ORA Dordrecht inv. 1624, f. 62v e.v.: op 22 juli 1673 verkopen Johan Hellu en Johannes van der Hoop, notarissen te Dordrecht, die door het Gerecht van Dordrecht, zijn gemachtigd tot "benefitieringe" van de goederen van Boudewijn Volgraeff, pachter te Dordrecht, voor 560 gl. aan mr. Pieter Belaerts, schepen in wette van Dordrecht, een huis in de Vleeshouwersstraat, staande tussen het huis van Gerrit de Bonte en dat van Jan Jansz. opperbrouwer.

ORA Dordrecht inv. 1639, f. 57v: op 2 juli 1701 verkopen mr. Johan de Witt, schepen in wette van Dordrecht, mr. Matthijs Snouck, lid van de Oudraad van Dordrecht, en mr. Pieter Brantwijck van Blokland, als erfgenaam van Maria de Witt, weduwe van Arent Muijs van Holij, voor 950 gl. aan Cristina Pompe, weduwe van burgemeester Belaerts, een kaatsbaan en achterwoning met een huisje en erf, gelegen in de Tolbrugstraat Landzijde, aan één zijde belend door de ingang van de kaatsbaan.

Kinderen (o.a.):

c-1. mr. Matthijs Beelaerts, gedoopt NG Dordrecht 20 dec. 1669, jongman van Dordrecht en wonende ald. (1703), heer van Dordtsmonde, Ganswijk, Waardhuizen, Emmichoven en Wieldrecht, burgemeester van Dordrecht, overleden 1743, trouwde NG Dordrecht/Rotterdam 13/28 mei 1703 jonkvrouw Geertruijd van Zuijlen van Nieveld, jonge dochter van Rotterdam (1703), overleden Rotterdam 3 dec. 1706 (Geertruij Suijlen van Nieuvelt, echtgenote van Mateus Belaerts, hoek Oppert bij de kerk, vervoerd naar Dordrecht, begraven in de kerk), begraven Dordrecht (Grote Kerk) 4 dec. 1706 (Geertruij Suijle van Nievevelt, echtgenote van Matijs Belaerts, met elf koetsen, zes slepen, het huis met rouw behangen, een wapenbord en dertig flambouwen, op de Wolwevershaven)

c-2. Gerard Beelaerts, gedoopt NG Dordrecht 25 juni 1673, jongman van Dordrecht, kapitein van het College van de Admiraliteit op de Maas (1700), overleden 's-Gravenhage 24 mei 1718, trouwde 1e Rotterdam (stadstrouw) 4/23 nov. 1700 Adriana Mesdach, geboren Hugli (West-Bengalen) 2 aug. 1677, jonge dochter van Oost-Indië wonende te Rotterdam (1700), dochter van Pieter Mesdach en Suzanne van der Tocht, 2e Sloten (NH) 30 nov. 1717 Cornelia Eliane Scott

Kinderen (o.a.):

c-2-1. Susanna Adriana Beelaerts, geboren Rotterdam 2 jan. 1707, jonge dochter van Dordrecht (1732), weduwe wonende in het Steegoversloot (1751), begraven Dordrecht (Grote Kerk) 11 nov. 1786 (Susanna Adriana Beelaerts, laatst weduwe van mr. Paulus Gevaerts, lid van de Oudraad en burgemeester van Dordrecht, met tien koetsen extra, hoogste boete, met een wapenbord, laat geen kinderen na, 's morgens een half uur luiden, 's middags 2 1/2 uur), trouwde 1e Gerecht/NG Dordrecht 16 mei/2 juni 1732 (de bruidegom geassisteerd met zijn moeder Alida Pompe van Meerdervoort weduwe van mr. Willem Stoop hoofdofficier van Dordrecht, de bruid met haar oom Matthijs Belaerts heer van Emmickhoven en Wieldrecht lid van de Oudraad te Dordrecht) mr. Nicolaas Stoop, jongman (1732), schepen in wette, raad en ontvanger van de gemenelandsmiddelen te Dordrecht, 2e Gerecht/NG 17 sept./3 okt. 1751 mr. Paulus Gevaerts, weduwnaar wonende op de Groenmarkt (1751), burgemeester van Dordrecht

ORA Dordrecht inv. 1659, f. 80 e.v.: op 29 okt. 1750 verkoopt mr. Jacob van der Heijm, secretaris van het College van Raden te Admiraliteit op de Maas, als man van Maria Arnoldina Gevaerts, voor 22.000 gl. aan Susanna Adriana Beelaerts, weduwe van mr. Nicolaas Stoop, in zijn leven burgemeester van Dordrecht, een huis met stal en koetshuis daarachter, uitkomende in het Stek, staande tussen de St. Jorisdoelen en het huis van Adriaan Papegaaij, met nog een stal in het Stek, staande op grond van de Kloveniersdoelen tussen de tuin van de Kloveniersdoelen en de stal van de Kloveniersdoelen.

c-2-2. Gerard Beelaerts, heer van Wieldrecht, geboren Dordrecht 1 jan. 1710, jongman van Dordrecht wonende tegenover de Beurs (1743), overleden 's-Gravenhage 7 nov. 1790, trouwde Gerecht/NG Dordrecht 30 mei/18 juni 1743 (de bruidegom geassisteerd met zijn oom mr. Matthijs Beelaerts heer van Wieldrecht etc., de bruid met haar moeder Elisabeth Op de Camp, weduwe van mr. Pieter Brandwijk van Blokland vrijheer van Blokland) Anna Wilhelmina Brandwijk van Blokland, van Dordrecht wonende bij het Groothoofd (1743)

d. Maria Pompe, gedoopt NG Dordrecht 22 okt. 1650

e. Matthijs Pompe, gedoopt NG Dordrecht 16 sept. 1651, raadsheer in Raad van Vlaanderen

Kind (ex 2):

f. Isabelle Jacoba Pompe van Slingeland, vrouwe van Carnisse, geboren Dordrecht 29 aug. 1657, begraven Den Haag (Kloosterkerk) 7 dec. 1718, trouwde 's-Gravenhage 3 mrt. 1686 (otr.) Willem Frederik van Brakell, heer van Kermestein en Tedingsweerd

ONA Dordrecht inv. 723, f. 100 e.v.: verklaring dd 16 juni 1705 door Aert Jaspersz. Visser, ca. 76 jaar oud, Cornelis Gijssen Vlijm, ca. 60 jaar oud, Cornelis Ariensz. Dura, ca. 46 jaar oud en Jasper Aertsz. Visser, ca. 40 jaar oud, op verzoek van Cornelis de Rovere, oud-burgemeester van Dordrecht, als heer van West-Barendrecht en van [Isabella Jacoba] Pompe, als vrouwe van Carnisse, weduwe van Willem Fredrick van Braeckel, lid van de Ridderschap van Gelderland, raad ter Admiraliteit op de Maas, heer van Carnisse en Tedingsweert [hij was overleden op 1 juli 1702: zie website Verre Verwanten].