»

»

»

»

»

»

»
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -
 -

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»

»


BRANDWIJK (VAN BLOKLAND)



Let op!
Deze stamboom is overgezet naar de nieuwe omgeving(Mijn Stamboom Online), waarschijnlijk kan je deze vinden op www.andredenhaan.mijnstamboomonline.nl.
Alle wijzigingen welke op deze (oude) omgeving worden gedaan zullen niet meegenomen worden naar de nieuwe omgeving.

I. Aert Adriaensz. van Brantwijck (Aert Aertsz. ), geboren ca. 1530, kaaskoper te Dordrecht, begraven Dordrecht 17 nov. 1593 (in de Grote Kerk voor de St. Catharinakapel), trouwde 1e NN (Ida Willemsdr.?), 2e naar schatting ca. 1575 Janneken Gerritsdr., geboren ca. 1549, dochter van Gerrit Barentsz. (te Streefkerk) en NN

(Ons Voorgeslacht 1986, p. 324-326)

- 17 mrt. 1561: Jan Arijensz., Steven Willemsz. en Balten Fransz., als voogden van Arijen Snouck Arijensz. en Willem Snouck Arijensz. en Crijntge Mels Franssendr. en Arijen Melsz., weeskinderen van Jannege Willemsdr., verkopen aan Aert Arijensz. een huis op de hoek van de Waagsteiger, staande tussen de Stadswaag en het huis van Wouter Barthoutsz. Waarborgen: de verkopers zelf. Koper is schuldig aan verkopers een somma van 80 ponden Vlaams. Borg: Geridt Thomasz. (ORA Dordrecht inv. 722, f. 156 e.v.)

- 2 mei 1566: Steven Barthelsz., koopman en burger van Antwerpen, verleent procuratie ad lites et recipienda debita aan Franchois de Buijlere, Jacob Claesz., procureur voor de Kamer Juditiaal te Dordrecht, Aert Ariensz. kaaskoper, en Jan Berthelsz., zijn, Stevens, broer. (ORA Dordrecht inv. 705, akte 345)

- 20 dec. 1569: verklaring op verzoek van Pieter van Wesel door o.a. Aert Adriaensz., 40 jaar oud. (ORA Dordrecht inv. 709, f. 17v)

- 4 mei 1571: Jan Huijgensz. koekenbakker en Aernt Adriaensz. kaaskoper, verkopen, elk voor de helft, aan Adriaen Thoenisz. kuiper een huis op de hoek van de Raamstraat, staande tussen de stadsgracht en het huis van Dirck Willemsz. (ORA Dordrecht inv. 728, akte 544)

- 15 mei 1571: verklaring op verzoek van Peet van Weset, burger van Grave, door Adriaen de Vet, oudraad in wette, 49 jaar oud, Aert Adriaensz. kaaskoper, 40 jaar, Jan Jansz. Hoegaers [Hoogaars], 35 jaar, Govert Aertsz. hellebaardier, 46 jaar, mr. Frans Philipsz. de Grave, 39 jaar, en Pieter Dionijsz., ongeveer 40 jaar, allen inwonende poorters van Dordrecht. (ORA Dordrecht inv. 728,  akte 591)

- 25 april 1572: verklaring op verzoek van Frans Jansz. in den Both, poorter van Dordrecht, door Aerdt Adriaensz. kaaskoper, ongeveer 40 jaar oud en Ruth Cornelisz., ongeveer 37 jaar oud, beiden inwonende poorters van Dordrecht. Deposanten verklaren, dat zij buren zijn van de rekwirant, dat zij hem goed kennen en dat hij door hen en door anderen, die kennis aan hem hebben, "geacht ende gehouden is voer een oprecht jonggeselle van goeden ende catholijcken geloeve". (ORA Dordrecht inv. 729, f. 32v)

- 28 mrt. 1573 (na Pasen): Wouter Jansz. Hoechaers verkoopt aan Aert Adriaensz. kaaskoper de helft van een huis op de Nieuwe Haven, genaamd "den Hoochaers", staande tussen het huis van Jan Calffkens en 's herenstraat (ORA Dordrecht inv. 729, akte 837)

- 18 mei 1573: Jan Barentsz. uit Gijbeland, Rochus Maens van Schoonhoven en Barent Rochusz., voor zichzelf en tevens vervangende zijn zusters Hilleken, Marijchen en Martijntken Rochusdr., verkopen aan Aert Ariensz. kaaskoper 2/6 delen van een huis, genaamd "den Backhoven", staande aan de Poortzijde [Groenmarkt-Scheffersplein] tussen de stadswaag en het huis van de erfgenamen van Pieter Jansz. (ORA Dordrecht inv. 729, f. 269)

- 10 dec. 1573: Aert Adriaensz. kaaskoper stelt zich borg voor Jan Jansz. Hoochaers, Wouter Jansz. [Hoochaers], Willem Robbrechtsz. steenhouwer [echtgenoot van Elijsabeth Jansdr.] en Anthonis Jansz. Hoochaers [die erfgenamen zijn van wijlen Emmichen Anthonisdr.] (ORA Dordrecht inv. 730, f. 67v, aangevuld met gegevens uit een akte dd 20 mrt. 1573 in ORA Dordrecht inv. 729, f. 222)

- 19 dec. 1573: is arrest gedaan door Roelant Jillisz. 's heren dienaar aan de persoon van Reijer Huijbertsz. uit Blokland op verzoek van Frans Anthonisz. van Steenhuijsen. Aert Adriaensz. kaaskoper stelt zich borg, "belovende d'voorsz. Frans te recht te staen ende 't gewijsde inden saecke te voldoen." (ORA Dordrecht inv. 730, f. 72v)

- 1 okt. 1575: Aert Adriaensz., kaasverkoper te Dordrecht, stelt zich borg voor Jacob Cornelisz., eertijds wonende te Lekkerland, "ten selven Jacob maendaege toecomende wederomme in arreste comen zall daer hij bij Lenert caescooper van der Goude inne geleijt es." (ORA Dordrecht inv. 710, f. 488v)

- 18 dec. 1577: Aert Adriaensz. kaaskoper stelt zich borg voor Cornelis Bastiaensz. om te voldoen "alzulke actie en recht als ene Jan Jansz. koopman sprekende en eisende heeft op Cornelis Bastiaensz." (ORA Dordrecht inv. 712, f. 205v)

- 19 dec. 1573: is arrest gedaan door Roelant Jillisz. 's heren dienaar aan de persoon van Reijer Huijbertsz. uit Blokland op verzoek van Frans Anthonisz. van Steenhuijsen. Aert Adriaensz. kaaskoper stelt zich borg, "belovende d'voorsz. Frans te recht te staen ende 't gewijsde inden saecke te voldoen." (ORA Dordrecht inv. 730, f. 72v)

- 1 okt. 1575: Aert Adriaensz., kaasverkoper te Dordrecht, stelt zich borg voor Jacob Cornelisz., eertijds wonende te Lekkerland, "ten selven Jacob maendaege toecomende wederomme in arreste comen zall daer hij bij Lenert caescooper van der Goude inne geleijt es." (ORA Dordrecht inv. 710, f. 488v)

- 11 jan. 1576: Aert Adriaensz kaaskoper verkoopt aan Jan Jansz. Hogaers, de weeskinderen van Lijsgen Jansdr., verwekt door Willem Robrechtsz., en aan Marijcken Lauwen, weduwe van Thonis Jansz. Hogaers, allen erfgenamen van Wouter Jansz. Hogaers, een huis genaamd "den Lintbaan", staande achter het huis genaamd "den Hogaers" tussen het huis van Maerten van Bemont en "den Hogaers". (ORA Dordrecht inv. 732, f. 66)

- 19 dec. 1576: Aert Adriaensz. kaaskoper stelt zich borg voor Cornelis Jansz. uit Brandwijk, gevangene, "ten eijnde de selve Cornelis Jansz. tot allen tijde des bij den officier vermaent zijnde den selven officier te rechte staen zal." (ORA Dordrecht inv. 732, f. 236v)

- 18 dec. 1577: Aert Adriaensz. kaaskoper stelt zich borg voor Cornelis Bastiaensz. om te voldoen "alzulke actie en recht als ene Jan Jansz. koopman sprekende en eisende heeft op Cornelis Bastiaensz." (ORA Dordrecht inv. 712, f. 205v)

- 11 sept. 1578: Jan Jansz. Hoochaers en Aert Adriaensz. kaaskoper verkopen aan Cornelis Joostensz. Doot schiptimmerman een huis op de Nieuwe Haven, staande tussen het huis van verkopers en dat van Jan Jansz. Calffken, strekkende van de straat tot aan het erf, dat toebehoord heeft aan wijlen Wouter Jansz. den Hoochaers. Koper is schuldig aan verkopers een bedrag van 17 ponden Vlaams. Borg: Frans Staesz. in de Lelie. (ORA Dordrecht inv. 734, . 113v en 114)

ORA Dordrecht 1571, f. 9v e.v.: op 13 jan. 1579 verklaart Geerit Pluijm, 's herendienaar, dat hij enige dagen voor Kerstmis op verzoek van Mon Thomasz. gearresteerd heeft Simon Corssen uit Gijbeland, als erfgenaam van diens vader, Cors Simonsz., om te verkrijgen betaling van een bepaalde vangbrief, en dat borg voor Simon is geworden Aert Adriaensz. kaaskoper. 

- 30 sept. 1579: ontvangen als gildebroeder van het Houtkopersgilde Aert Aertsz. Brankennaer, heeft vier kinderen, genaamd Arien Aertsz., Willem Aertsz., Frans Aertsz. en Aeriantgen Aertsdr. en betaalt 15 gl. (Gildenarchieven Dordrecht, inv. 8, f. 47)

- 1580: Aert Ariaensz., kaaskoper betaalt in de 50e penning 11 ponden voor zijn huis aan de Groenmarkt, belenders: Aert Geeritsz., die huurt van Henrick Pietersz., en de Stadswaag (50e penning Dordrecht op deze website)

- 17 mrt. 1580: Jan den Hoochaers Jansz. en Aert Ariensz. kaaskoper verkopen aan Aelbert Govertsz. smid een huis, staande aan de stadsvest omtrent "die hellinck", genaamd "den Hoochaers". De koper is schuldig aan verkopers een somma van 496 gl. Borgen: Cornelis Govertsz. viskoper en Joest Jansz. smid. (ORA Dordrecht inv. 714, f. 35)

- 7 jan. 1581: Geerit Barentsz., wonende te Streefkerk, en zijn broer Jan Barentsz., wonende in Gijbeland, hebben onderling verdeeld de goederen, die zijn nagelaten door Barent Geeritsz. van Streefkerk en Beatricx Huijgen, hun vader en moeder. Daarbij zijn aan Geerit toebedeeld diverse percelen land, die door hun ouders zijn nagelaten, gelegen te Streefkerk op de hofstede, waarop Geerit thans woont. Ter compensatie daarvan ontvangt zijn broer Jan onderstaande schuldbrief. (ORA Dordrecht inv. 736, f. 96)

- 7 jan. 1581: Geerit Barentsz., wonende te Streefkerk, is schuldig aan zijn broer Jan Barentsz., wonende te Gijbeland, een bedrag van 875 schilden van 14 stuivers het stuk. Borgen: Barent Geeritsz. zuivelkoper en Aert Adriaensz. kaaskoper. (ORA Dordrecht inv. 736, f. 96 e.v.)

- 6 juli 1583: Aert Adriaens. kaaskoper stelt zich borg voor mr. Arien, secretaris in Brandwijk, "voer d'actie die Jacob Clinckhamer met d'andere 's heren dieners op hem sprekende hebben." (ORA Dordrecht inv. 737, f. 115) 

- 14 jan. 1584: Jacob Jansz. lijndraaier is wegens de koop van een huis op de Nieuwe Haven schuldig aan Truijcken Daniëlsdr. een bedrag van 969 Rijnse gl. Borgen: Aert Adriaensz. kaaskoper en Thonis Aertsz. van de Berch schipper. (ONA Dordrecht inv. 737, f. 337)

- 16 juni 1584: Aert Adriaensz. kaaskoper, voor de helft en Adriaen Aertsz., voor zichzelf en vervangende Aerjaentgen Aertsdr., zijn zuster, voor 2/3 parten van de wederhelft, verkopen aan Willem Aertsz. een huis op de hoek van de Waagsteiger, waarvan koper het overige 1/3 deel van de helft bezit. (ORA Dordrecht inv. 737, f. 568) 

- 20 febr. 1588: verklaring op verzoek van Corstiaen Jan Sijbertsz. door Jan Jansz. smid, ongeveer 31 jaar oud en Aert Arien Claesz. Schram [leeftijd niet vermeld], beiden wonende in Bleskensgraaf. Jan Jansz. getuigt, dat in hij in april 1587 in Dordrecht geweest is en dat aldaar bij hem gekomen is Aert Ariensz. kaaskoper, wonende omtrent de Boom bij het Groothoofd, die tegen hem zei: "Jan Jansz., ick hebbe daer een coe staen, tot Aert Arien Claesz. in Bleskensgraeff. Zoudt ghij niemandt weten die dzelve van daer zoude willen haelen ende in mijn weijde in Gijbelandt brenghen tot Bastiaen Herbertsz. Hij most se wel gade slaen ende morghen ochtent inde coelte leijden". Deposant heeft daarop geantwoord, dat hij desnoods zelf die koe naar Gijbeland zou willen brengen. Hij is na thuiskomst naar een zekere Laurens Claesz. gegaan en heeft hem gevraagd of hij de bewuste koe naar Gijbeland wilde brengen, waarop Laurens heeft geantwoord dat hij dat wel wilde doen. De tweede deposant verklaart, dat Aert de kaaskoper wel twee of drie keer aan hem heeft gevraagd of hij het koebeest naar Gijbeland wilde laten overbrengen, maar dat hij dat niet heeft gedaan, omdat Aert het dier niet van hem gekocht had en hij niet wist hoe Aert er aangekomen was. Hij is Aert later in Dordrecht tegengekomen en toen heeft die hem gevraagd: "Wel ghij bouff, hoe coemt dat ghij mijn die coe niet en hebt willen bestellen in Gijbelandt." Toen de tweede getuige zei, dat hij niet wist of Aert wel de eigenaar ervan was, heeft deze tegen hem gezegd: "De coe hoort mij toe. Ick hebse van Corstiaen Jan Sijbertsz. gecoft." (ORA Dordrecht inv. 718, f. 11 e.v.)

- 17 juni 1588: op verzoek van Laurens Jansz. Schot kapitein verklaren Aert Adriaensz. kaaskoper, ongeveer 58 jaar oud, Cornelis Jansz. Schot schipper, ongeveer 44 jaar oud en Dirck Gerbrandsz. Stoop, ongeveer 36 jaar oud, dat zij op 28 mrt. 1588 door Laurens Schot en Dirck Pietersz. in de Keijser verzocht zijn op te treden als arbiters in zeker geschil, dat is ontstaan tussen Schot en Dirck Pietersz. wegens "de coop bij henlieden tsaemen aengegaen op des requirants Roomsche reijse."(ORA Dordrecht inv. 712, f. 90)

- 16 jan. 1589: compareren Adriaen Jansz. Cruijdenier, schepen in wette van Dordrecht, Barent Gerritsz. kaaskoper, 38 jaar oud, Willem Aertsz. korenkoper, ongeveer 28 jaar oud, poorters van Dordrecht en Janneken Ariensdr. [sic], vrouw van Aert Adriaensz. van Brantwijck, ongeveer 40 jaar oud, poorteres van Dordrecht. Zij verklaren op verzoek van Machtelt Cornelisdr., vrouw van Niclaes Jansz., dat zij haar goed kennen en "dat sij is een vrou met eeren de welcke haer broot sijrlick binnen dezer stede met haer arbeijt gewonnen heeft sonder dat dselve om eenige quade feijten uijt deser stede vertrocken is." (ORA Dordrecht inv. 718, akte 478)

- 1594 (verponding Dordrecht): de weduwe van Aert de Branckenaer betaalt 22 ponden 10 s. voor haar huis in de Wijnstraat [aan de waterzijde bij de Wijnkoperskapel]. Belenders: de weduwe van Claes Jansz. van Wesel en Pieter Sijmonsz. (Stadsarchief Dordrecht nr. 3, inv. 3965, f. 43)

- 30 juni 1601: Jan Schalcksz. kapitein verkoopt aan Janneken Gerritsz., weduwe van Aert Ariensz. Branckenaer een jaarlijkse losrente van 10 gl. 10 st. op een huis in de Lombardstraat, staande tussen "de Claptas" en het huis van Pijeter Goosensz. kuiper. (ORA Dordrecht inv. 1582. f. 43v)

- 5 juni 1608: Janneken Gerritsdr., weduwe van Aert Adriaensz. Brantwijck, koopt een losrente op het huis en de brouwerij van Cornelis Adriaensz. Rooderer, burger van Dordrecht, staande op de Vismarkt. (Ons Voorgeslacht 1986, p. 325-326)

Kinderen (ex 1):

a. Adriaen Aertsz. Brantwijck, geboren naar schatting ca. 1560, trouwde NG Dordrecht 1584 Magdalena Pieter Jansdr., trouwde 2e NN

Kinderen (ex 1):

a-1. Iken Adriaensdr. Brandwijck, gedoopt NG Dordrecht juni 1586, van Dordrecht wonende bij Francois van den Berge (1611), overleden ca. 1639, trouwde NG Dordrecht 29 mei/19 juni 1611 Abraham Claesz. de Haen (zie pagina De nakomelingen van Abraham Klaasz. de Haan)

Kind (ex 2):

a-2. Cornelis Adriaensz. Brandwijck

b. Willem Aertsz., geboren ca. 1561, volgt IIa

c. Aeriaentgen Aertsdr.

Kinderen (ex 2):

d. Frans, gedoopt NG Dordrecht 1575

e. Pieter Brandwijk van Blokland, gedoopt NG Dordrecht 1579

IIa. Willem Aertsz. (Brandwijck), geboren ca. 1561, korenkoper te Dordrecht (vermeld 1589, 1594), trouwde 1583 Geertruijt Pietersdr. Caseler

1594 (verponding Dordrecht): Willem Aertsz. korenkoper betaalt 24 gl. 10 st. voor zijn huis, belenders: de weduwe van Jan van Meurs en Barent Cornelisz. kaaskoper, die huurt van Willem Aertsz. (Stadsarchief Dordrecht nr. 3, inv. 3965, f. 8)

Kinderen:

a. Ida, gedoopt NG Dordrecht 1585

b. Marijken, geboren ca. 1588

c. Ocker Brantwijck, gedoopt NG Dordrecht 1590

d. Magdalena. geboren ca. 1592

e. Arent, gedoopt NG Dordrecht 1594

f. Pieter, gedoopt NG Dordrecht 1600

IIb. Pieter Brandwijk van Blokland (Pieter Brantwijck Aertsz., heer van Blokland), gedoopt NG Dordrecht 1579, koopman te Amsterdam, later te Dordrecht, weduwnaar van Dordrecht (1616), koopt in 1616 de vrije heerlijkheid Laag-Blokland, burgemeester te Dordrecht 1638, hoogdijkheemraad van de Alblasserwaard, overleden Dordrecht 6 mei 1639 (zerk), begraven in de Grote Kerk begraafboek Grote Kerk 6 mei 1639: een baar voor mijnheer van Blokland), trouwde 1e Amsterdam 5 nov. 1604 (ondertrouw) Neeltje Jacobsdr. Coppit, weduwe van Jan Commelin Jansz., boekhandelaar te Amsterdam, 2e NG Dordrecht 22 mei/12 juni 1616 Maria Willemsdr. van der Loo, van Dordrecht

Pieter Brandwijk van Blokland, door Jan van Ravesteyn

De vrouw van Pieter Brandwijk van Blokland, Neeltje Coppit of Maria van der Loo

- 23 sept. 1628: Pieter Brantwijck Aertsz., heer van Blokland, schepen in wette van Dordrecht en Janneken Nicolaesdr., weduwe van Rogier Crijnen, verkopen aan Jan Bartholomeusz., bosmaker en burger van Dordrecht, een huis op de Riedijk, belend ten oosten door het huis van Hans van Esch en ten westen door het huis vanouds genaamd "het Houffijser". (ORA Dordrecht inv. 767, f. 37v e.v.)

"Het Hoefijzer" was oorspronkelijk een brouwerij. In 1603 wordt het vermeld als staande op de Riedijk bij het Hoefijzerstraatje. In 1608 is sprake van een gelijknamige brouwerij in de Hoge Nieuwstraat. (Water wordt een feest zodra het bij de brouwer is geweest. Dordtse brouwerijen door de eeuwen heen. Jaarboek 2007 van de Historische Vereniging Oud-Dordrecht [Dordrecht 2007], p. 182) Het huis "vanouds genaamd het Houffijsser", werd op 23 sept. 1628 door Pieter Brandwijk, heer van Blokland, verkocht aan Jan Bartholomeusz. bosmaker, burger van Dordrecht. (ORA Dordrecht inv. 767, f. 37v). In het verpondingsregister van 1633 staat naast de naam van Jan Bartholomeusz. ladenmaker [sic] geschreven: "dese ende twee naervolgende aengetogen partijen zijn huijsen gemaeckt vande brouwerie vant Houffijser" en daarna op de volgende pagina: Jan Adriaensz. schipper, huurt van de heer van Blocklant en Abraham Barentsz. hoedenmaker, huurt eveneens van de heer van Blocklant. (Stadsarchief Dordrecht nr. 3, inv. 3971, f. 104v en 105)

Kinderen (o.a.):

a. mr. Willem Pietersz. Brandwijk, vrijheer van Blokland (27 nov. 1646), gedoopt NG Dordrecht jan. 1626, burgemeester van Dordrecht 1672-1675, begraven Dordrecht (Grote Kerk) 29 mrt. 1696 (een zwarte baar voor mr. Willem Brandwijk vrijheer van Blokland, oud-burgemeester van Dordrecht, als kerkmeester "van kerkwege" vrij), trouwde 27 okt. 1671 Anna de Witt, geboren Dordrecht 27 jan. 1638, dochter van Johan de Witt Jansz. en Belia Stokmans Johansdr.

Kind:

a-1. mr. Pieter Brandwijk van Blokland, geboren Dordrecht 7 okt. 1672, overleden ald. 20 aug. 1731

ORA Dordrecht inv. 1639, f. 57v: op 2 juli 1701 verkopen mr. Johan de Witt, schepen in wette van Dordrecht, mr. Matthijs Snouck. lid van de Oudraad te Dordrecht, en mr. Pieter Brantwijck van Blokland, als erfgenamen van Maria de Witt, weduwe van Arent Muijs van Holij, voor 950 gl. aan Cristina Pompe, weduwe van burgemeester Belaarts, een kaatsbaan, achterwoning en huisje, gelegen en staande in de Tolbrugstraat Landzijde, het huisje belend zijnde met de ingang van de kaatsbaan aan de ene zijde en het huis van [naam niet vermeld] aan de andere.

ORA Dordrecht inv. 1639, f. 73 e.v.: op 28 sept. 1701 verkopen mr. Johan de Witt, schepen in wette van Dordrecht, Jacob van der Waijen, grietman van Hemelummer Oldevaart en Noordwolde, als man van Herbertina de Witt, mr. Matthijs Snouck, lid van de Oudraad te Dordrecht, namens zijn kinderen, verwekt bij Elisabeth Teljaarde, en mr. Pieter Brandwijk van Blokland, vrijheer van Blokland, namens zijn moeder, samen erfgenamen van Maria de Witt, vrouw van Arent Muijs van Holij, oud-burgemeester van Dordrecht, voor 3000 gl. aan Job Lacroij, burger van Dordrecht, een huis in de Voorstraat omtrent het Nieuwpoortje, genaamd "den Hoorn", staande tussen het huis van Pieter van Wingerde en dat van Staas van Hoogstrate. De koper is schuldig aan verkopers een bedrag van 3000 gl.

ORA Dordrecht inv. 1639, f. 74v: op 28 sept. 1701 verkopen Jacob van der Waijen, grietman van Hemelummer Oldevaart en Noordwolde, als man van Herbertina de Wiit, mr. Matthijs Snouck, lid van de Oudraad te Dordrecht, namens zijn kinderen, verwekt bij Elisabeth Teljaarde, en mr. Pieter Brandwijk van Blokland, vrijheer van Blokland, vervangende zijn moeder, samen erfgenamen van Maria de Witt, vrouw van Arent Muijs van Holij, oud-burgemeester van Dordrecht, voor 2500 gl. aan mr. Johan de Witt, schepen in wette van Dordrecht, vijf zesde parten in een huis, waarvan de koper reeds een vijfde deel bezit, staande op de Wolwevershaven tussen het huis van Catarina van Beaumont en dat van mevrouw Van der Meer.

ONA Dordrecht inv. : op 10 en 13 dec. 1714 comp. Jacoba van de Graeff, weduwe van Adriaen van de Graeff, mr. Pieter Brandwijk van Blokland, voor zichzelf en namens de verdere kinderen en erfgenamen van Willem Brandwijk van Blokland, vrijheer van Blokland, de weduwe van Gillis van der Ooth, mr, Johan de Witt, mr. Simon Muijs van Holij, als executeur en erfgenaam van mevrouw Van der Meijde, en mr. Jacob Stoop, namens de erfgenamen van Abraham Stoop, burgemeester van Dordrecht, allen crediteuren van de boedel van Pieter Nolthenius, "gedaegdens bij mandement omme de arrenementen vanden processe aen te nemen … van wegens mr. Wolfert Nobeling", advocaat fiscaal en procureur-generaal over Holland, Zeeland en West-Friesland, als executeur-testamentair van Cornelia van Lakerveld en aangestelde voogd over diens erfgenaam Adriaen Hoogop, impetrant van het voornoemde mandement. De comparanten benoemen tot hun procureur ad lites Abraham Oulrij, procureur voor het Hof en de Hoge Raad in Holland, om hun voornoemde zaak waar te nemen en te verdedigen.

b. mr. Pieter Brantwijck van Blocklant, volgt III.

III. mr. Pieter Brantwijck van Blocklant, geboren naar schatting ca. 1630, jongman van Dordrecht, wonende in de Wijnstraat te Dordrecht (1664), trouwde NG Dordrecht 15 juni/1 juli 1664 Maria Stricken van Scharlaken, jonge dochter van Dordrecht, wonende op de Nieuwe Haven (1664)

- ORA Dordrecht inv. 799, f. 54v e.v.: op 5 juli 1695 verkoopt Pieter Brandwijck van Blocklandt voor 2200  gl. aan Cornelis van Cleverkercken, koopman en burger van Dordrecht, een huis op de Nieuwe Haven, nu genaamd de Varkenmarkt, vanouds genaamd "Aspere", staande tussen het huis van de weduwe van Willem Oudeman en de gang van het huis van mevrouw van Blesgraaff. Koper is schuldig aan verkoper 2200 gl.

Kind:

a. Pieter Brandwijk van Blokland, gedoopt NG Dordrecht 7 aug. 1665, volgt IV

IV. mr. Pieter Brandwijk van Blokland, gedoopt NG Dordrecht 7 aug. 1665,  begraven Dordrecht 1 juli 1751 (mr. Pieter Brandwijk van Blokland, dijkgraaf van Oud-Beijerland, in de Wijnstraat, laat kinderen na, met een wapenbord en 9 koetsen extra, de grote boete), trouwde Dordrecht 5 april 1693 Geertruij Francken

ORA Dordrecht inv. 1656, f. 151v e.v.: op 26 febr. 1743 verkopen Johan Eelbo, ontvanger van de Grafelijksheidstol te Gorinchem, en mr. Hugo Eelbo, regerende burgemeester en lid van de Oudraad te Dordrecht, als enige broers en erfgenamen ab intestato van Emmerentia Eelbo, die is overleden te Dordrecht, voor 6200 gl. aan mr. Pieter Brandwijk van Blokland, veertigraad te Dordrecht, een huis in de Voorstraat omtrent het Steegoversloot, met van achteren een vrije uitgang in het Steegoversloot, staande tussen het huis van Gerret Schroot en dat van Adriaan de Bruijn

Kinderen:

a. Maria Brandwijk van Blokland, gedoopt NG Dordrecht 14 aug. 1693, overleden Dordrecht 29 okt. 1743, trouwde 17 mei 1719 Abraham Pompe van Meerdervoort, heer van Zwijndrecht.

ONA Dordrecht inv. 579: op 28 april 1719 comp. Abraham Pompe van Meerdervoort, toekomstige bruidegom, en Maria Brandwijk van Blokland, geassisteerd met haar ouders mr. Pieter Brandwijk van Blokland en Geertruij Francken, toekomstige bruid, om huwelijkse voorwaarden te maken. Zij benoemen de langstlevende van hen beiden tot voogd over hun minderjarige kinderen.

ORA Dordrecht inv. 1660, f. 29v e.v.: op 18 april 1752 verkopen mr. Cornelis Pieter Pompe van Meerdervoort, heer van Zwijndrecht, schepen in wette en lid van de Oudraad van Dordrecht, en mr. Pieter Cornelis Pompe van Meerdervoort, lid van de Oudraad te Dordrecht, enige kinderen en erfgenamen ab intestato van Maria Brandwijk van Blokland, weduwe van mr. Abraham Brandwijk van Blokland, voor 5000 gl. aan mr. Jan de Back, lid van de Oudraad en ontvanger van de gemene middelen te Dordrecht, een huis op de Voorstraat omtrent het Steegoversloot, staande tussen het huis van Adriaan de Bruijn en dat van Gerrit Schroot. Het huis heeft van achteren een vrije uitgang in het Steegoversloot.

b. mr. Gerard Brandwijk van Blokland, gedoopt NG Dordrecht 9 mei 1695, gouverneur van Ternate, overleden Batavia 12 april 1755, trouwde Maria Weenendaal (Veenendaal)

c. Adriana Brandwijk van Blokland, gedoopt NG Dordrecht 17 juli 1697, begraven Dordrecht 20 febr. 1779, trouwde Gerecht/NG Dordrecht 10/17 mei 1719 (de bruidegom geassisteerd met zijn vader Pieter Onderwater, de bruid met Pieter van Brandwijk van Bloklandt, achtraad en veertigraad van Dordrecht en Geertruijt Francken, haar ouders) Mattheus Onderwater, jongman van Dordrecht (1719)

ONA Dordrecht inv. 579: op 28 april 1719 comp. Mattheus Onderwater, geassisteerd met zijn vader Pieter Ondewater, toekomstige bruidegom, en Adriana Brandwijk van Blokland, toekomstige bruid, geassisteerd met mr. Pieter Brandwijk van Blokland en Geertruijt Francken, haar ouders, om huwelijkse voorwaarden te maken. Zij benoemen de langstlevende van hen beiden tot voogd over hun minderjarige kinderen.