HISTORIE FAMILIENAAM
Historie Familienaam Van der Velpen
Woord vooraf
De naam “van der Velpen”schijnt moeilijk in het taalgebruik te liggen. Bij het noemen of opgeven van deze naam moet dikwijls de nadruk gelegd worden op “der”. Vaak wordt de naam uitgesproken en geschreven als “van Velpen”of “van de Velpen”. Deze moeilijkheid is niet alleen van vandaag, maar ook in het verleden blijkt dit wel eens problemen te hebben gegeven.
Bij het samenstellen van dit katern ben ik er vanuit gegaan dat de personen die hierin voorkomen geen familiebanden met elkaar behoeven te hebben. In dit artikel wordt alleen de evolutie van de naam en het gebruik daarvan beschreven. Het grootste deel bestaat uit vaststaande feiten. Echter op een paar punten zijn het gissingen en veronderstellingen en blijft het de vraag of de genoemde personen van adel zijn geweest. Zo mag uit dit artikel zeker niet de conclusie worden getrokken dat de Nederlandse stam van de familie van der Velpen van adellijke afkomst zou zijn voordat er bewijzen gevonden worden die dit onomstotelijk aantonen.
Misschien dat bij verder onderzoek nieuwe feiten aan het licht komen waardoor de zienswijze, zoals hier is weergegeven, zal moeten worden herzien.
Tiel, November 1988
Wout van der Velpen
- Oorsprong en betekenis
De familienaam “van der Velpen” heeft ongetwijfeld zijn ontstaan te danken aan het riviertje de “Velpe”of “Velp”in België.
In het dal van de Mene, zuidoostelijk van Leuven, bevindt zich een kleine verhnoging in het landschap (70 meter boven zeespiegel) en daar, bij het gehucht Culo, ontspringt de Velpe. Enkele plaatsen hebben hun naam ontleend aan dit riviertje, zoals Opvelp dicht bij de bron. Vandaar stroomt zij, over een lengte van 32 km. In noordoostelijke richting door het Hageland langs de plaatsen Neervelp, Boutersum, Wever, Zuurbemde, Miskom, en Kortenaken om bij het gehucht “Velpen”, bij Halen, uit te monden in de Gete en de Demer (afb 1).
De naam “Velpe”is ontstaan uit een samenstelling van de Oud-Germaanse woorden “falw”, is geelachtig of vaal, en “apa”, is water. Samengevoegd tot “falwapa”is de betekenis “geelachtig- of vaalwater”.
Familienamen zijn in de Late-Middeleeuwen ontstaan vanuit Zuid-Europa. Het eerst in Italië en Zwitserland omstreeks 1200, ca 1300 in de Zuidelijke – en ca 1400 in de Noordelijke Nederlanden. Vóór die tijd maakten vooral de edelen gebruik van bijnamen, zoals de nazaten van Karel de Grote; Lodewijk de Vrome, Karel de Kale, Lodewijk de Duitser, Karel de Dikke, enz. De vóórnaam was toen het belangrijkste. Om de personen, in de Late-Middeleeuwen, echter van elkaar te onderscheiden voegde men aan de voornaam de plaats toe, vanwaar iemand afkomstig was of waar men zijn landgoed had, waar hij “heer”was. Dit was ook het geval met de naam Velpe(n). Zo noemde men Arnold al in 1160, Arnold van Verlpe of Veleppe; in franse teksten, Arnoul de Felepe of Feleppa.
Dit is een lange tijd zo gebleven, althans bij de edellieden. Praktisch was “van Velpe”, “de Feleppe”een familienaam geworden.
- Velpen bij Halen
Het gehucht Velpen is zeer oud. In oude documenten wordt vermeld dat in 1741 aan de abdij van St. Trudo (St. Truiden) een schenking werd gedaan door de plaatsen Halen, Schaffen, Donk en “Felepa”. Dit is de oudste bekende schrijfwijze van “Velpen”( afb. 1 en 3). Het gehucht, thans vallende onder de gemeente Halen, bestaat nu nog onder de naam “Velpenstraat”(afb. 4).
In de eerste wereldoorlog (1914-1918) heeft het gehucht naam gemaakt omdat juist daar de beslissing is gevallen in de “Slag van de Zilveren Helmen” op 12 Augustus 1914, wat een overwinning inhield van het Belgische leger op het Duitse. Bij de Velpenstraat ligt een oorlogskerkhof met gedenkteken en een museum, dat aan de slag herinnert.
Velpen, bij Halen, is de bakermat van één van de twee adellijke families met deze naam.
- Opvelp en Neervelp
De nabijheid van de taalgrens heeft op de naam Opvelp en Neervelp zijn invloed gehad. In de aangrenzende gemeenten, ten zuiden van deze dorpen en gelegen in het frans-talige gebied, zijn de benamingen Haute-Fleppe en Basse-Fleppe. Meestal worden deze twee met elkaar verward en spreekt men gewoon van “Fleppe”.
Reeds in de VIIIe eeuw wordt melding gemaakt van beide plaatsen, die toen één gemeenschap vormden onder de naam Fleppe.
In de XIIIe eeuw (1251) werden beide dorpen van elkaar gescheiden, zowel op burgerlijk als op geestelijk gebied. Men onderscheidde de dorpen van elkaar met de benamingen Op-Velpe en Neer-Velpe. Er waren daar toentertijd twee heerlijkheden: Op-Velpe, dat van de heerlijkheid Opprebais in leen werd gehouden en Molenstede, dat onder het hertogdom Brabant stond en bij de parochie Neer-Velpe behoorde.
In de XVe eeuw smolten deze “Velpen”samen en hadden beide dezelfde meesters. In 1559 verkregen de dorpen hun huidige benaming van Opvelp en Neervelp.
Sinds 1970 heeft ook Opvelp, dat nu hoort bij de gemeente Bierbeek, een “Velpestraat”, echter zonder ‘n’, vroeger Het Broeck geheten. Onmiskenbaar afgeleid van het riviertje dat langs deze straat stroomt (afb. 5).
Opvelp is de bakermat van een andere adellijke familie met de naam “Velpen”, die de heerlijkheid van het dorp in leen had. De leden van deze familie waren vazallen van de hertogen van Brabant en behoorden tot de lagere adelstand. De beide Velpen en de plaatsen Willbringen en Hoksem, waren leengoederen die onder het feodale Hof van Opvelp vielen. Deze leengoederen stonden vermeld in een feodaal- en cijnsboek (leengoederen en belastingboek) dat bekend was onder de naam “Everaerts-boeck”. Waarschijnlijk werden daarom de afstammelingen van bovenvermelde familie “de Velpen dit Everaerts”, oftewel, familie “van Velpen genoemd (in) Everaerts (boek)”.
- Varianten
De naam Velpen, als plaatsnaam en als familienaam, komt in de geschiedenis vele malen voor in varianten, verbasteringen en verschrijvingen. Volgt hier een reeks met, zo mogelijk, de jaartallen zoals deze in de archieven voorkomen:
Felepa (741,746,1192), Felepe (1099,1138,1223,1227), Velpe (1099, 1138, 1235, 1247,1254), Vellepe (1153,1159,1161,1168,1171), Fleppia (lat 1165), Velpen (1168 Thomas de Cantimpré), Velepe (1169), Feleppe (1171,1233), Fleppe (fr. Vele malen), Felpe (1231,1232), Felepia (lat.1245), Superior Velpe (lat 1261), Opvelpen (1372), Op-Velpe (1385,1435,1456,1650), d’Op-Velp (1559), Op-Velpen (1610), Van Velpen (1379), Velpe-Superior (lat.1441), Haute Fleppe en Basse Fleppe (1559), Aut Fleppe (1761), Haute Velpe (1787), Van d’Velpen, Velphen, Velpmans (ca1600-1700), van der Vulpen (1729,1730,1744), van der Welpen (1899), en door de eeuwen heen: de Velpe, de Velpen, van Velpe, Vandervelpen, van de Velpen, Vander Velpen, van der Velpen.
- Toponiemen
Toponiemen zijn plaats- of streeknamen en andere geografische aanduidingen.
De familienaam van der Velpen is afgeleid van een toponiem. Naar Velpen, bij Halen, werd reeds in 1160 Arnoul de Felepe genoemd en in 1192 Arnoldus van Velpe. In 1379 is er een verband tussen familienaam en plaatsnaam: Opt velperen velt…..Jonckeren gheerts van velpen. In 1604 is er te Webbekom een Arndt vander velpen, die in 1608 Aerdt Velpmans wordt genoemd, evenals nog in 1870 Josephina Velpmans die in 1871 Jospehina Vandervelpen heette. Ook aan het begin van de eeuw was er te Webbekom nog een August Vandervelpen, die in de volksmond Gust Velpmans werd genoemd.
Het aantal familienamen dat met –mans is afgeleid van een toponiem is groter dan met –man. Vooral vanaf de XVIe eeuw valt de frequentie ervan op. Bv. In 1608 bovengenoemde Velpmans en in 1682 Joannes Distelmans, waarschijnlijk afgeleid van Diest.
Het is niet helemaal duidelijk waarvan de naam van der Velpen is afgeleid. Is het van de heerlijkheid Velpen of van het riviertje de Velpe? Beide zou kunnen. Het is ook voorstelbaar dat het geslacht “van Velpen”bij Halen, haar naam heeft ontleend aan de heerlijkheid Velpen, en het geslacht “de Velpen dit Everaerts”aan het riviertje.
- “van”, “de”, “van der”
Bij sommige familienamen, die afgeleid zijn van toponiemen, werd soms wel en dan weer geen lidwoord gebruikt. In de oudste vormen komt geen lidwoord voor, later wel. Van Velpen wordt in de veertiende eeuw vermeld zonder lidwoord, maar vanaf 1604 met lidwoord. Andere voorbeelden van latere toevoegingen van het lidwoord zijn:
- in 1318 Gosewijn van Meynartshove, in 1389 Willem vanden Meynartshove.
- In 1360 Jan van Bost, in 1457 Hendrich vande Boste.
- In 1375 heinric van hoven doude, in 1430 Aernout vander Hoove.
Vroeger schreef men de naam bijna nooit met “van der”, maar meestal met “van”met een afkortingsteken voor “de”, dus “van d’Velpen”.
Het zelfstandig naamwoord “der”vóór de naam stamt uit de Middelnederlandse – (taal) periode (ca 1200-1550), en is een samentrekking van “de her”, de here of die here. Dit was oorspronkelijk een eretitel van adellijken en ridders.
Het is echter wel opvallend dat in de Middeleeuwen, in officiële actes en in de genealogieën van de adellijke geslachten van Velpen, nooit het “van der” voorkomt, maar uitsluitende van of de (in franse teksten).
Toch kwam de constructie “van der”wel voor. B.v.: “de text van der evangeliën”. Van regeert dan de derde naamval en het lidwoord die wordt der. De n van Velpen is dan in dit geval een verbuigings n. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de uitgang Velp –en.
Ook kwam het voor dat verscheidene familienamen gebruikte toponiemen die aanvankelijk op –e uitgingen er later een –n bij kregen. Zonder de toevoeging van een lidwoord.
- ca. 1130, Otto van Bewere, in 1651 Jan van Beweren.
- Ca 1192, Arnold van Velpe, in 1399 Gheerken van Velpen
- Ca 1315, Jans huis van rouberghe, in 1587 Gielis van roubergen
- Ca 1315, Wouter van keelberge, in 1722 van Kelbergen
Uit het bovenstaande blijkt dat de thans gebruikte vormen Velpen, Roubergen, Kelbergen, enz. niet de oorspronkelijke zijn.
Nog een andere mogelijkheid is, dat “der”, eveneens Middelnederlands, een toonloze vorm van daer (spreek dér) is. M.a.w. “van daer komen”, van die plaats afkomstig zijn.
Er zijn dus verschillende versies om het “van der” te verklaren. Welke versie van toepassing is op de hedendaagse familienaam van der Velpen is niet precies aan te geven. Als het “der”afkomstig is van “de her”, zou dit betekenen dat de naam van der Velpen een van oorsprong adellijke familienaam is. Dit zou niet denkbeeldig zijn omdater er, zeker tot de XVIIe eeuw, adellijke families met de naam Velpen zijn geweest. Is “der”afkostig van “daer”kan dit zowel adellijk als niet-adellijk zijn. En is “der”ontstaan door een verandering van het lidwoord “die”in “der”dan is daar gewoon een taalkundige verklaring voor. Bewijzen voor het een of voor het ander zijn (nog) niet gevonden. Het blijven veronderstellingen.
- Velpmans
Hoe een naam verbasterd werd, blijkt uit de volgende passages.
Rond 1620 woonde in Waanrode een Philip vander Velpen gehuwd met Helena…
In het doopregister van Waanrode wordt vermeld:
21-2-1619, N…Vander Velpen, filius (kind van) Philipi et Helenea
14-3-1621, Philipus Velpmans, filius Philipi et Helenea
Voor de eerste zoon, voornaam onbekend, werd “vander Velpen”geschreven en voor de tweede zoon “Velpmans”. Deze verschillende naamgeving kwam in die tijd dikwijls voor. In de zeventiende echter meestal Velpmans, in de achttiende eeuw meestal Vander Velpen.
In de doopregisters van Waanrode staat vermeld dat er in 1670 twee pachthoven zijn. Beide gehouden door een Van der Velpen. In dat jaar overlijdt Aert van der Velpen en deze laat drie weeskinderen achter. Een andere boer, Philippus van der Velpen, wordt hun voogd (momboir).
Om nogmaals te laten zien hoe men in die tijd met namen omging volgen twee teksten uit een rekening over hetzelfde onderwerp:
- Van een gewone man (ontvanger)
“Ick ondergeteeckende bekeen ontvanghe te hebben uyt handen Phlups Velpmans die somme 11 guldens ende dat in naem van d’erffgenaemen Aert Velpmans”.
Anno 1670
H. Coyemans
- Van de notaris
“Ontfanghen uyt handen Philips Vander Velpen als momboir van de achtergelaeten wesenkinderen van wijlen Aert Vander Velpen…….”
Notaris Teun de Magnus, 1670
Uit vorenstaande tekstens blijkt dat Velpmans een volksnaam was en die in de officiële taal wel degelijk van der Velpen moest zijn.
Omstreeks 1700 komt er in Waalrode een nieuwe pastoor, Geets genaamd, die voortaan alle dopelingen, ook die waarvan de vaders nog Velpmans genoemd werden, de officiële naam van der Velpen zal geven. In huwelijks- en overlijdensregisters schrijft hij nog wel eens Velpmans, waarschijnlijk omdat zij onder die naam beter bekend waren.Na 1750 komt Velpmans, op een enkele uitzondering na, niet meer voor.
Ook bij het gebruik van de voornamen heeft pastoor Geets orde op zaken gesteld. Phlups wordt Philips of Philippus, Joos wordt Judocus en Aert of Arndt wordt Arnoldus.
- Van der Vulpen
In de D.T.B.(Doop-Trouw-Begraaf) registers van Zwijndrecht, bij Antwerpen, komt in de jaren 1729, 1730 en 1744 de naam “van der Vulpen”voor (afb.6). Waarom Vulpen in plaats van Velpen is niet duidelijk. Misschien kwam deze verbastering voort uit een bepaalde schrijfwijze of een dialect. Ongetwijfeld moet het toch Velpen zijn. In het overlijdensregister staat nl. in een acte dat op 18 februari 1754 is overleden “Petrus Franciscus filius Adrianus van der Velpen et Barbara Smet”oud 23 jaar.
Ook de achternaam van Barbara Smet werd dan weer eens met uitgang t en andermaal met dt geschreven (afb 6 en 7).
Een doopacte van 20 juli 1730 laat duidelijk zien hoe er soms geknoeid werd met de achternaam. Door onzorgvuldigheid zou een naam zo kunnen veranderen (afb.8).
In een huwelijksaankondiging van 1764 uit de registers van parochie Hulst wordt melding gemaakt van Philippus Jacobus van der Velpen. Hij is beslist dezelfde persoon die genoemd wordt in de doopacte van 20 juli 1730. Deze zekerheid af te leiden uit het feit dat Barbara Smet, na het overlijden van haar echtgenoot Adrianus van der Vulpen, met haar kinderen vanuit Zwijndrecht waarcshijnlijk naar Hulsterambacht is gegaan (afb 9).
- van der Welpen
Op 7 April 1899 werd te ’s Hertogenbosch bij het Bevolkingsregister ingeschreven “Jacobus Wilhelmus van der Welpen”geboren 5 April 1899. Deze aangifte werd gedaan door Bovina Margaretha Koets, vroedvrouw, en als getuigen waren aanwezig Gerardus van Dongen, agent van politie, en Jacobus Wilhelmus Hommes, leraar Ambachtschool. De vader was verhinderd aangifte te doen.
Een dag eerder werd in de St. Jansparochie, thans Binnenstadparochie, te ’s-Hertogenbosch gedoopt “Fransiscus Jacobus van der Velpen”(afb 10).
In veel Rooms-Katholieke gezinnen had de doop meer waarde dan de aangifte op het gemeentehuis. Daarom wer de aangifte dikwijls overgelaten aan de verloskundige en kennissen van de familie als de vader, bv. Door zijn werk, verhinderd was om dit zelf te doen. Een verkeerde opgave van voor- en/of achternaam is daardoor niet denkbeeldig.
Hoe deze vergissingen zijn ontstaan is niet meer na te gaan. Ook het feit dat deze Jacobus als roepnaam Ko of Koos had, naar de tweede doopnaam, zal wel aan deze verwarring hebben bijgedragen. Dat de originele naam wel degelijk Franciscus Jacobus van der Velpen bewijst ook een opdracht in het boek “De Kluizenaar van den Carmel” dat werd uitegreikt bij het verlaten van de school (afb. 11).
De foutieve naamgeving werd pas ontdekt bij de huwelijksaangifte toen een uittreksel uit het geboorteregister moest worden getoond. Het huwelijk werd een half jaar uitgesteld omdat de verandering van de naam alleen kon geschieden door een beschikking van de arrondissementsrechtbank. Deze uitspraak liet nogal lang op zich wachten en na een halfjaar uitstel is het huwelijk op 11-11-1925 voltrokken. Pas op 3 Februari 1927 kwam de beschikking met dien verstande dat wel de achternaam veranderd kon worden van Welpen in Velpen, maar niet de voornamen. Het is daarna altijd Jacobus Wilhelmus gebleven.
In het bevolkingsregister van ’s-Hertogenbosch staat in de kantlijn de beschikking vermeld zoals deze ook in het trouwboekje is bijgeschreven (afb.12). Men heeft echter verzuimd de naam van der Welpen in het bevolkingsregister door te halen. Zodiende staat Jacobus Wilhelmus tweemaal vermeld: als van der Welpen en, tussengevoegd onder V, van der Velpen.