WOONPLEKKEN
Woonplekken
Op deze pagina wordt geprobeerd aan te geven op welke plekken Jan Hendrik Hambrugge/Hoekman, later Boom en zijn naamdragende afstammelingen woonden of nog wonen. Waar de familie Boom oorspronkelijk vandaan komt is niet bekend. Waarschijnlijk is echter dat dit van of uit de buurt van het Boomshuis is.
Generatie I is in het verband van deze pagina de eerste generatie van de familie Boom van deze site waarvan zeker is waar ze woonden.
Daarvoor is er echter - zoals al gezegd - een gerede kans dat de familie Boom die op deze site wordt behandeld van het Boomshuis of de directe omgeving daarvan lag. Het Boomshuis kon worden gevonden in wat tegenwoordig de wijk De Riet is. Straatnamen als Boomshoeksstraat en Boomshoeksdwarsweg herrinneren nog aan Het Boomshuis. De eigenlijke huisplaats moet hebben gelegen op de plek waar in de dertiger jaren van de negentiende eeuw, tijdens de grote recessie, als werkgelegenheidsproject het Louise van Haaften plantsoen is aangelegd.
In een artikel in Stad & Ambt Almelo van oktober 2008 schrijft Herman Hagens over "Het Goed Gladbeek en wat er bij hoorde". Hij behandelt daar ook "Boom of het Boomshuis". Daarover schrijft hij :"Eigenlijk is het Louise van Haaftenplantoen, het vroegere Rietpark, oorspronkelijk een deel van een groter complex boerenland, dat door de spoorlijn in 1865 werd doorsneden: de Boomsplaats. Deze naam is nu van toepassing op het gedeeldt tussen de spoorlijn en de Bornerbroeksestraat, de oude Boomstege. Nog tot omstreeks 1930 stond op het halfronde plantsoen, tussen het spoor en de er rond omheen lopende Joost van den Vondelstraat, de boerderij Boom.
In de archieven van Huize Almelo vinden we weinig gegevens over het Boomshuis, terwijl de geschiedenis zeker tot het begin van de 15e eeuw teruggaat. Het is echter niet zozeer de geschiedenis van het erve zelf, maar van de zogeheten "Boomsvicarie", oftewel de "Sint Georgiusvicarie", één van de zes vicarieën waarvan de Heer van Almelo het patronaat bezat. Waar St. Georgius (afwisselend St. Gregorius genoemd) één van de patroonheiligen van de kerk van Almelo was - de andere was St. Mauritius - is deze vicarie misschien ingesteld toen de burchtkapel omstreeks 1290/1300 tot zelfstandige parochiekerk was verheven, maar bekend is dit niet.
In 1472 nam Wilhelmus van Munster, vicaris van de Gregoriusvicarie, deze over van zijn voorganger Johannes de Ghoer. Hij deelde mee, dat een zekere misdadiger, Venijn geheten, Johannes' huis op 14 juni 1416 in brand had gestoken, waarbij ook alle bescheiden verloren waren gegaan. Hij somde de bezittingen van de vicarie op en één daarvan was het Bomeshues dat dus zeker terug te dateren is tot 1416. Het verpondingsregister van 1601 vermeldt van het erve : "Bomeshues, ist ein vicarien guit, gebrucket de Reiger..... Het erve was kennelijk alleen maar verpacht aan De Reiger en dus geen eigendom.
In 1554 werden twee broers, Aloeff en Ghaert, minderjarige zonen van Otto en Gertrudt van Bellynckhave, begiftigd met de Boomsvicarie, waarmee ze hun priesterstudie konden bekostigen. In 1755 werd de organist Lodewijk Borchart ervan betaald en in 1757 gaf Adolph Philip Zeiger Graeff van Rechteren "aen den tijdelijken (= tegenwoordige) Schoolmeester en voorzinger Jan van der Scheer alhier ter plaetse...de jaarlijkse pagt van het Vicarien Erve het Boomshuys genaamt.... . Zo waren de Heren van Almelo steeds zelf de begevers en begunstigers van de vicarieën. Deze werden tenslotte in 1836/39 opgeheven en de goederen gevoegd bij het gewone goederencomplex van huize Almelo.
Evenmin als van Het Reve en de Reigershöfte weten van het Boomshuis hoe het er heeft uitgezien. Van het Boomshuis kennen we wel het "binnenhuis", dank zij enkele schilderijen van de Groningse kunstschilder Gerrit van Houten uit 1883, wiens moeder een Ten Bruggencate uit Almelo was. Wie zien erop een groot vertrek, wel al van de deel gescheiden met grote " bozem"(schoorsteenmantel) boven een open vuur eronder en verder allerlei kenmerkend boerenmeubilair en huisgerei.
Eigenlijk zeggen alle historische gegevens niets ove rhet erve zelf. Ook over de bewoners is niets bekend, althans niet eerder van eind 19e eeuw. Eschuis vermeldt dt de familie Boom tot 1897 op het erve woonde, daarna de familie Timmerije uit Laren bij Lochem. Van 1917 tot 1928 woonde er de familie Veerenhuis en kort daarna is het huis afgebroken. De landerijen zijn voor en na volgebouwd met wat nu de "dichtersbuurt" is en waarvoor nog steeds de naam "Boomsplaats" staat."
Het Louise van Haaftenplantsoen, waar ooit het Boomshuis lag in de 21 eeuw en hieronder op een ansichtskaart van waarschijnlijk een jaar of vijftig eerder.
Generatie I Eerste zekere woonplek: Het Gendshuis op het Kollenveld
Jan Gents Hendriksen Boom op het Kollenveld
De eerste bewijsbare woonplek is het Gendshuis, een in 1727 gebouwd en inmiddels niet meer bestaand boerderijtje op het Kollenveld, vlakbij de plek waar het Boomshuis zich bevond. In het genoemde jaar werd hier grond gekocht door Jan Boom, die ook wel werd vermeld als Jan Gents Hendriksen Boom op het Kollenveld.
Het Kollenveld in 1905
Op bovenstaande foto, uit een boekje met oude Almelose ansichtkaarten, is te zien hoe het Kollenveld er in 1905 uitzag. In het begin van de 21e eeuw is hier een woonwijk ontwikkeld. Het Gendshuis lag ten zuiden van de Kieftsbeek, ongeveer op deze plek.
De plek bij de beek waar eens het Gendshuis stond. Foto van kerst/nieuwjaarskaart.Gekregen vande bewoner in 2005
Op een kaart van de Gemeente van Schoutambt Almelo door H. Sorg, Verificateur en A. de Geus, landmeter 1e klas in den Jare 1817 gemaakt op een schaal van 1:20.000 komt het Gentshuis nog voor.
Het Gendshuis lag op de scheiding van Windshoek en Boomshoek. Dit versterkt de veronderstelling dat de Booms oorspronkelijk uit de Boomshoek en mogelijk van het Boomshuis kwamen.
Onroerend goed van Jan Gents Hendriksen Boom op ’t Kollenveld
Van een aantal transacties met onroerend goed van Jan zijn in het Huisarchief van Huize Almelo afschriften bewaard gebleven. Dit zijn dus niet de originele, ondertekende aktes. Deze zullen aan de betrokkenen zijn meegegeven. Ze geven wel een beeld van dat ook toen al onroerende goederen werden gepasseerd en dat er hypotheken werden afgesloten.
Akten uit 1757 met vermelding van de akte van 7 januari 1727
In 1757 werd door voorvader Jan Gents Hendriksen Boom wat land gekocht en verhypothekeerd Bij één van de akten wordt tevens de tekst opgenomen van een koop die in januari 1727 plaats vond. Het eerste stuk tekst, afgezien van een eerdere trouwinschrijving waarin een voorvader Boom figureert. De tekst van de verschillende aktes verklaart tevens het gebruik van de namen Gents en Kollenveld.
Akte van 5 april 1757 over een Versettinge ten profijte van Gents Boom Jan in dato den 5 April 1757
Ik Gerhard Boom wegens sijn Exellen. Den Hoog geboren Gestrengen Heere Adolph Philip Zeger Des H. R. Rijks Grave van Rechteren Vrij Heere van Almelo en Vriesenveen etc. etc. etc. Rigter der Heerlijkheid Almelo; doe cond en certifieere hier mede dat voor mij en Keurnoten W.J. Reving en Alb. Joh. Petink (?) gecompareerd zijn de Heeren J.H. Naber Rentmeester des Huijses Almelo, Adolph Henrik Boom en Johannes Bolk Burgemeesteren der Stad Almelo respectieven gecommiteerden van wegens Hooggem. Sijn Excellentie het Land Gerichte en stede dewelke verklaarden in name hunnere Heeren Principalen in optima juris forma verkogt, gecedeert en getransporteerd te hebben (: het selve doende kragt deses:) aan Gents Bom Jan sijn huijsvrouw en Erfgenamen een Hoek Lands ofte Aanslag uit de Gemeente van Almelo sub no. 13 van de conditien van verkopingen so en als deselve uitgebaakt en tans in sijn slooten begreepen en gelegen zij voor het Land van Planthof, sulx met sijn regt en geregtigheijt raad en onraad van dien alles in conformregt van de conditien van verkopinge qui reltio dit voor een somma van penningen ad een hondert en twintig car. Guldens waar van sij Comparanten bekenden ten genoege voldaan te sijn, oversulp niet alleen daar van bij desen te volle quiteren, maar ook de Heeren verkoperen van ’t verkogten ontervende en de koperen en hare erfen daar weder aanervende met beloften om in derselvere vooraangetogene qualiteijten, desen Erfkoop ten allen tijden te sullen stan wagten en waren voor alle ev… op en Aansprake als na Landregten …. Eene waarheijds oirconde heb ik Regter voornt. Desen eijgenhandig getekent en met mijn gewoonlijk cachet bekragtigt, gelijk comparanten in hunne respectieve qualiteijten desen mede getekent en gesegelt hebben binnen Almelo den 5en April 1757.
Akte van 27 april 1757 over transport en overdracht van een stuk Land ten profijte van Gerrit Boom Jan in dato den 27 april 1757
IK Gerhard Boom wegens Sijn Exell. Den Hoog Geboren Gestrengen Heere Ad. Philip Zeger des H.R. Rijks Grave van Rechteren Vrij Heere van Almelo en Vriezeveen etc: etc: etc: Rigter der Heerlijkheid Almelo.
Doe cond en Certificieere hier mede dat voor mij en keurnoten W.J. Revink en Alb. Joz. Petink gecompareerd zijn Arent Haagdoorn en derself huijsvroewen Margretha Meulenkamp voorts Gerardus Rhee en Frederika ten Cate Ehelieden marities tuton bij dewelke te samen en ieder in het bijsonder verklaarden aan Gents Boom Jan sijn huijsvrouwe Jenne Warmelink en Erfgenamen voor een somma van twee honderd en vijftig car. Guldens ten genoege ontfangene Cooppenningen waar van sij bij desen deden quiteren, verkogt en in de kragtigsten forme regtens te cederen en over te dragen (het selve doende in ende vermits desen) haar comparanten eigendoemelijken stuk Land in dese Heerlijkheijd en Gerichten op het sogenaamde Kollenveld voor het huijs van de Koperen in sijn bepalinge kenneljk gelegen sulx met sijn regt en geregtigheijd raad en onraad van dien: Sij Comparanten, sig ten gevolge
Verklaring voor het gebruik van de naam Kollenveld
van dien van het voorscr. Verkogten stuk Land ontervende en de Koperen en haare Erfgen. Daar weder aanervende, sonder eenig het minste regt verder daar aan te behouden, met belofte om desen erfkoop ten allen tijden te sullen staan wagten en waren voor alle … op en aanspraak als na Landregten. S.AlL. Jn. Een waarhuijde heb ik Regter voornt. Desen eijgenhandig getekent en met mijn gewoonlijk cachet bekragtigt gelijk comparanten des mede getekent en gesegelt hebben. Actum Almelo den 27en April 1757.
Versettingen van een huijs, en daar onder gehorende Landerijen ten profijten van Jan Harmen Kosters, in dato den 19 November 1757.
IK Gerhard Boom wegens sijn Ecell. Den Hoog Geboren Gestrengen Heere Adolph Philip Zeijger des H.R. Rijks Graeve van Rechteren Vrij Heere van Almelo en Vriesenveen etc. etc. etc. Rigter der Heerlikheijd Almelo.
Doe cond en consistieere hierm mede dat voor mij en Keurnoten W.J. Revink en Alb. Joh. Peterink gecompareerd zijn Gents Boom Jan en Sijn Vrouw Jenneken Warmelink tuton marito dewelke verklaarden wegens opgenomen ende ten genoegen ontvangene penningen opregt en wettig schuldig te sijn aan de E. Jan Harmen Kosters desselfs huisvr. En Erfgenamen een Capitale Somma van agt hondert car. Guldens ad twintig stuijvers, het stukke dewelke sij beloofden jaarlix ende alle jaar te sullen verrenten met drie diergelijken guldens van het hondert en twee Capoenen waar van het eerste jaar rente sal verstreken sijn heden over een Jaar en so vervolgens continueren van jaar tot jaar tot de effectoir restitutien en aflossen toe dewelke ten wedersijden sal kunnen en mogen geschieden mits de .. daar van een half jaar voor de verschijndag behoorlijk gedaan worden , als wanneer het opgemelde Capitaal met dien als dan daar op verlopenen interesten op de eerstvolgende vervaldag aan handen van de Rent… ofte derselver Erfgenamen kost en schadeloos sal moeten worden gerestitueert en erlegt. Tot eisen nakomingen van het welke sij Comparanten verbonden hunne personen en goederen, en tot een speciaal hypotheek stelden hun comparanten eijgendommelijk en huijs en daar onder gehorende Landerijen met nog twee dagwerken hooijland nast ýt Grevers Land mitsgaders de nieuwe aanslagen door hun comparanten uit de Gemeente van Almelo aangekocht als in dese Heerlijkheijd en Gerigten in hunne bepalingen kennlijk gelegen ten eijnde de Rets…. Ofte hunne erfgenamen sig in kas van misbetalingen daar aan ten allen tijden so wegens Capitaal als interessen kost en schadeloos sullen en kunnen mogen verhalen Alles onder renumeratie van alle execptien en beneeficien van regte desen eenigsins obe…. S.A.L. in eene waarheijds oirconde heb IK Rigter voornoemt dese eijgenhandig getekent en met mijn gewoonlijk cachet bekragtigt gelijk …. W.J. Revink dese mede voor beijde comparanten en op der selver expres versoek vormits niet schrijven konden nog signet hadden getekent en gesegelt heeft. Binnen Almelo den 19en November 1757
Aan deze akte zat vast een afchrift van:
Versettinge voor wijlen De Heer Rigter Niland en Keurnoten gepasseerd den 7. Januarij 1727 welke op verrzoek van Jan Harmen Kosters om redenen alhier hebben geprotocolleert en luide als volgt
Ik Joan Frederik Nilant der Regten Doctor wegens sijn Hoog Graaflijke Excellentie De Hoog Geboren Heere Adolph Hendrik des H.R. Rijks Grave van Rechteren Vrij Heere van Almelo en Vriesenveen Land Drostes van Salland etc. etc. etc. Rigter Der Heerlijkheid Almelo, doe cond en certificieere cragt deses dat voor mij en Nabenoemde keurnoten erschenen sijn Jan Hen. Boom en sijn huijsvrouw Sije Arentsen tuton marito dewelke bekenden wegens restante kooppenningen ter summa van twee honderd en dertig guldens en nu wederom daar bij gementioneerde en ontvangenen penningen ad seventig guldens opregt en deugdelijk schuldig te sijn aan …Harmen ten Caten senior en sijne erfgenamen
Een somma van drie hondert guldens, ad twintig stuijvers het stukken, belovende deselve jaarliks en alle jaar te verrenten met vijf diergelijke guldens van het hondert tot de effectiven afgeloste toe, sullende den eersten verschijndag sijn op St. Martini deses Jaars 1729 en sal het wedersijds vrij staan de … aan te kondigen een half jaar voor de verschijnsdag. Tot nakomingen deses deden sij Comparanten iin de Kragtigsten forma regtens verbinden haare personen en goederen en tot een speciaal en vast hypotheek stellen haren aangekogten gronden met het nieuwe daar nu opstaenden huijs genaamt de Gent wooninge so als het selve in het Tuysvelt in sijne bekende bepaling in dese Heerlijkheijd is gelegen ten eijnden dat de Rentheffer in cas van misbetalingen sig daar aan kost en schadeloos sal kunnen en mogen verhalen en betaalt maken so wegens het Capitaal als interesten, onder renuntiatie van alle exceptien Regtens desen eenigsints contrarierenden ende in specie van de exceptien non numeratio pecunia sijnde bij het passeren van desen aan en over Jan Knoef en Jan Hendr. Van ’t Hag Jn. Waarheijdsd oirconden hebben Ik Richteren voornt. Desen getekent en gezegelt en hebben comparanten desen mede gehandmerkt
Actum Almelo den 7 Januaij 1729
J. F. Nilant dit is het mark van Jan Henrick Boom eijgen handig getrokken
Dit is het merk van Sije Arentsen getogen in dorso stond
Bekkenen wij ondergeschrevenen binnenstaande Capitaal ter somma van drie hondert guldens onbetaalde cooppenningen met daar aan resterenden een jaar interesten uit hander van Broeder Jan harmen Costers wederom ontvangen te hebben en quiteren mits desen ten vollen. In Almelo den 22 november 1757 Was getekent Jan Ten Cate Jansz
Judith Costers
De 50e penning
Twee voorbeelden.: Jan kost op 15 mei 1757 een aanslag van de gemeente Almelo voor honderdtwintig gulden. Op 4 september 1756 had hij ook al voor tweehonderdvijftig gulden een stuk land gekocht van Arent Hagedoorn en Gerradus Rhee.
Generatie II Naar het Hambrugge
Hendrik Boom later Hambrugge
Een zoon van Jan Gents, Hendrik genaamd, trouwde in op het Hambrugge. Deze boerderij, ooit een vicariegoed, bestaat inmiddels niet meer. Ze lag vlakbij het huidige Banisgemaal, tweehonderd meter ten zuiden van het kanaal Almelo-Nordhorn en honder meter ten westen van de Tukkertsdijk. Ook was er ooit een Hambruggerdijk. Deze voormalige weg liep van het erve Hambrugge ten noorden van de Tukkertsijk naar het noord-westen tot aan de Ootmasumsestraat ter hoogte van de Parkweg.
G.J. Eshuis schrijft in zijn boek"van boerenland tot stadsrand" Aan de noordoostzijde van de Gravenallee, ongeveer halverwege het kasteel en de Hogebrug over de Loolee lag nog tot omstreeks midden vorige eeuw (dus tot midden 1800) het erve Hambrugge. De ligging van dit erve in aanmerking genomen is er reden zich af te vragen of de naam Hambrugge- oorspronkelijk waarschijnlijk Hanbrugge - mogelijk nog iets te maken heeft met de er destijds dichtbij gelegen Hogebrug (han betekent hoog). Toen het Hambrugge midden vorige eeuw afbrandde liet de graaf voor zijn gedupeerde 'naober'een houten noodwoning plaatsen in de weide voor het kasteel. Dit onderkomen was wel zeer 'tijdelijk'want na enkele weken brandde ook de 'keet' af. Dit gebeurde toen de dochter des huizes en de meid alleen thuis waren. Het gerucht ging toen dat de beide dames als 'tijdkoring'elkaar 't haar hadden geknipt en bij deze ongewone bezigheid de kachel ondersteboven hadden gelopen. De familie Hambrugge werd daarna door de graaf ondergebracht in het Windshuis, dat toen juist leeg stond.
Ook huize Almelo had 'naobers'die in vreugde en droefheid hun heer en vrouwe moesten bijstaan. Tot de 'vreugden' behoorden o.a.. het deelnemen aan jachtsfestijnen, zij het dan meer in de verzorgingssector Deze klopjachten werden door graaf van Rechteren meestal georganiseerd in samenwerking met baron van Pallandt van Eerde en beurtelings in dejachtgebieden van deze beide deelnemers gehouden. De graaf en de baron kwamen dan elk in het veld met 12 kloppers of drijvers en 2 ',marketentsters'. Deze laatsten moesten dan met haar vieren, 't zij op 't Jagertje bij Almelo of op het jachthuis tegenover kasteel Eerde pannenkoeken bakken voor de kloppers. 't Was op zo'n jachtfestijn, gehouden midden eerste decennia van de vorige eeuw, dus nog in de Franse tijd, dat de toen bijna twintig lentes tellende 'naoberse' mejuffrouw Hambrugge als 'kokkin' kennis kreeg aan de 22 jaar oudere klopper Looms, afkomstig van het tussen Hoge Heksel en Daarle gelegen erve van die naam. "
De plek waar ongeveer het Hambrugge heeft gestaan
Het Hambrugge: een vicariegoed
“In oorsprong zijn vicarieën ‘vrome stichtingen’. Zij werden ingesteld met als doelstelling een priester (vicaris) voldoende inkomen te verschaffen om hem op geregelde tijden missen voor het zielenheil van de stichter (fundator) en zijn familieleden op te laten dragen. Bij de stichting deed de fundator afstand van zijn eigendomsrechten op bepaalde goederen of renten, die dan vervolgens werden opgedragen aan de patroonheilige van het altaar waaraan de vicaris zijn missen opdroeg. De bisschop moest toestemming geven voor het oprichten van een fundatie.
In ruil voor zijn goedgevendheid mocht de fundator bepaalde voorwaarden aan de oprichting van zijn vicarie verbinden: zo kon hij aangeven wie het recht had om bij een vacature een nieuwe priester aan te wijzen.
Gedurende de late middeleeuwen zijn er in de Nederlandse gewesten talloze vicarieën gesticht. Vrijwel iedere parochiekerk of kapel op het platteland had wel enkele vicariealtaren. In steden waren het er vaak nog aanzienlijk meer.
De stichting van een vicarie was niet alleen bedoeld om een ingang tot eeuwig leven te verwerven, maar vormde ook een bijdrage aan de versiering van het huis Gods.
Na invoering van de reformatie kregen de vicariestichtingen in ons land een nieuwe bestemming. De gereformeerde overheid stelde zich op het standpunt dat de inkomsten uit de stichtingen ten nutte moesten komen van de Gereformeerde Kerk en de staat. Daarom probeerde zij de vicarieën onder haar toezicht te brengen. De inkomsten uit de stichtingen werden niet langer meer uitgekeerd aan priesters.
Een derde deel wat voortaan bestemd voor het onderhoud van predikanten. De rest van het geld werd bijvoorbeeld als studiebeurs toebedeeld.
Gedurende de zeventiende en achttiende eeuw bleven de vicariestichtingen een behoorlijk vermogen vertegenwoordigen. De echte neergang van de oude fundaties voltrok zich pas na 1795. In de Bataafs-Franse tijd en de eerste decennia van het Koninkrijk werden veel vicarieën verkocht of verduisterd zonder dat er een haan naar kraaide. Ook de staat zelf maakte zich hier schuldig aan. Het zou nog tot 1974 (!) duren voordat een wet werd aangenomen die de overheid ontsloeg van haar toezichthoudende taak. Toen waren verreweg de meeste fondsen echter al vervallen tot ‘slapende fondsen ‘die nauwelijks nog over enig vermogen beschikten. In veel gevallen werden zij dan ook ontbonden. Enkele tientallen vicarieën hebben de tand des tijds overleefd.
Het Hambrugge was in 1751 een vicariegoed. Een afbeelding van het vuurstedenregister van dat jaar laat de vermelding van het Hambrugge als zodanig zien.
Er waren in die tijd in het Almelose nog heel wat andere vicariegoederen. Daarnaast bestond er ook nog een vorm waarin bewoners van Almelo “debiteur”waren van een vicarie. De Naamlijst van de Debiteuren van de St. Gregorie Vicarie uit ca. 1785 geeft hiervan een duidelijk beeld. Het ging duidelijk om een aanzienlijk aantal debiteuren die samen een jaarlijks bedrag van vierentachtig gulden moesten betalen.
Zoals in het algemene deel over vicariegoederen al is vermeld gebeurde er in het begin van de negentiende eeuw veel met vicariegoederen dat niet helemaal duidelijk was.
Een register van vicariën die “onder Huise Almelo gehoorden”uit ca. 1818 lijkt er op te wijzen dat dat in Almelo niet anders was.
Er wordt gesproken over tijdelijke vicarissen en in één geval wordt vermeld “is vacant en weet niet was deselve heeft ingedragen” Vermeldenswaard is ook dat de opbrengsten niet in alle gevallen uit geld bestonden; in drie gevallen was er sprake van vijf tot 20 schepel rogge.
De opbrengst uit Het Hambrugge was jaarlijks vierendertig gulden en zes stuivers. Oorspronkelijk wordt in de lijst vermeld dat het Hambrugge vacant was, later wordt de lijst aangevuld met de vermelding op 15 augustus 1818 dat uit het erf een jaarlijks bedrag van vijftien gulden werd betaald aan de weduwe van ene Jan ten Wierk.
Generatie III Jan Hendrik, de eerste Boom op het Hoekhuis, later Jagershuis
Jan Hendrik Hambrugge, later Hoekhuis en vanaf Napoleon Boom
Een zoon van Hendrik, Jan Hendrik genaamd, zou gaan boeren op het Hoekhuis, later het Jagershuis genoemd. Van Jan Hendrik en zijn naamdragende afstammelingen zal op deze pagina vermeld worden waar zij woonden of nu nog wonen. Jan Hendrik had één zoon. Gerrit, die tot op vandaag voor nageslacht zou zorgen. Andere zoon Hendrik kreeg dochters en één zoon die echter al op 10 jarige leeftijd overleed. De oudste broer Gerrit Jan ging na zijn vader boeren op het Jagershuis. Hij had, naast dochters, die allen met landbouwers trouwden, ook één zoon, Jannes. Deze zou tot zijn overlijden op het Jagershuis blijven, waarna zijn weduwe met behulp van twee aangenomen kinderen, het boerenbedrijf voortzetten tot het derde kwart van de 19e eeuw. Daarna kwam een andere familie op het Jagershuis. Mogelijk zag het oorspronkelijke Jagershuis er ongeveer zo uit. In ieder geval gaat het op deze foto om een boerderij uit Almelo.
De bovenste foto laat een willekeurige oude boerderij in Almelo zien. Mogelijk zag het Jagershuis er, toen het nog Hoekhuis heette, ook zo uit.
Het Jagershuis, hier een foto van de huidige opstal, een herbouw van 1885, ligt tussen het Gravenbosch en het Kanaal Almelo-Noordhorn. Het was en is een pachtboerderij van de graven van Rechteren Limpurg. Dit is onder meer te zien aan de kleur van de luiken en aan de aanwezigheid van een gevelsteen met de gravenkroon.
Gravenkroon in de gevel en luiken in de gravelijke kleuren op het Jagershuis in 2006
Jan Hendrik zelf trouwde met Geertruid Veldhuis. Het Velhduis lag op een steenworp afstand (ca. 300 meter) van het Jagershuis, bestaat tegenwoordig niet meer en de grond maakt deel uit van het landbouwarsenaal van het Jagershuis. Bij het huwelijk op 15 november 1781 werd Geertruijd vermeld als "in de Heerlijkheid"met als vader Gerrit van 't Veldhuis.
Kijk voor een uitgebreid artikel over het Hoekhuis/Jagershuis op de pagina Artikelen en zo.
Generatie III Zijtakken
Van de woonplekken van de broers en zussen van Jan Hendrik is het volgende bekend:
Zije Hambrugge
Zus Zije Hambrugge huwde met Gerrit Hinnnen. Zeker is dat niet, maar mogelijk kwam hij van het Hinnenhuis, precies tegenover het Jagershuis aan de andere kant van het Hinneveld gelegen op een afstand van ca. 600 meter.Bij het huwelijk op 28 mei1768 waarbij de bruidegom uit de Heerlijkheid kwam en zijn vader alsHendrik Hinnen werd vermeld.
Het Hinnenhuis
Ale Hambrugge
Zus Aale Hambrugge trouwde met Hendrik van de Brandriet. In het boek "Van Boerenland tot Stadsrand" beschrijft G.J. Eshuis dat het echtpaar ook daadwerkelijk op "De Brandriet"woonde, gelegen op iets meer dan 2 kilometer afstand aan de uiterste oostkant van het gebied de Wateregge. Bij het huwelijk op 25 september 1771 werd de bruidegom vermeld als weduwnaar van Hendriena van de Brandriet in de Heerlijkheid.
De Brandriet, tekenng van Jan Jans
Geertruid Hambrugge
.Laatste zus Geertruid Hambrugge trad in het huwelijk met Hendrik Schotveld. Het Schotveld lag ongeveer anderhalve kilometer van het Jagershuis, ook in de Wateregge. Dit huwelijk werd gesloten op 3juni 1787. Hendrik werd genoemd als nagelaten zoon in de Heerlijkheid.
Jannes Hambrugge
Broer Jannes Hambrugge trouwde met Maria van de Wheere. Een boerderij met die naam komt ook voor in Ambt Almelo, maar niet in de Wateregge, doch op het Sluitersveld, in de buurt van de Ootmarsumsestraat. Vanuit de plek waar het Hambrugge heeft gelegen, net de andere kant op, maar niet meer dan een paar honderd meter uit de buurt. Het huwelijk werd gesloten op 10 oktober 1776, waarbij de bruid werd vermeld als komende uit de Heerlijkheid met als vader Hendrik van de Weere.
Jan Hambrugge
Éen broer, Jan Hambrugge trouwde niet met een partner uit "de heerlijkheid"Almelo maar, op 5 mei 1782 met Jenneke Wilmink, de nagelaten dochter uit Helderen van Dirk Wilmink. Toch zat het hier ook wel goed want bij de huwelijksinschrijving stond "nu won Huise Almelo". Ze zal daar dienstmeid zijn geweest en de graaf zal dus ongetwijfeld aan dit huwelijk zijn toestemming dus niet onthouden hebben.
Hoewel het definitieve bewijs nog niet is geleverd dat alle partners van de boerderijen met die naam komen is het wel opvallend dat van de familienamen van de partners van de zes broers en zussen bij de Volkstelling van 1795 er maar liefst drie achter elkaar worden genoemd "In het eerste wijk" van het Ambt Almelo
- Gerrit Hinnenveld "doet boerderije", opgave door Christine Hinneveld, gezin van 8 personen
- J. Hendrik Hoekhuis (onze Hambrugge, Boom, Hoekman) "linnewever en boerderije", opgave doorhemzelf, gezin bestaand uit 7 personen
- Jan van 't Velthuis, "wever en boerderije", opgegeven door Gezina van 't Velthuis, gezin met 8 personen
- Ook in het eerste wijk wordt vermeld: Hendrik Brandriet, "boerderije", opgave door Aaltje Brandriet, gezin bestaand uit 6 personen
- In de zesde wijk vinden we nog terug Jannes Hambrugge, opgave door Maria van de Weer, 6 personen. Hier wordt geen beroep opgegeven
Volkstelling 1795
Jan Hambrugge vinden we in 1795 niet meer terug in de heerlijkheid.
Het onderstaande kaartje uit "Van Boerenland tot Stadsrand" geeft aan hoe klein het "zoekgebied" naar een partner is geweest voor deze broers en zusters. Alleen de Weere ontbreekt op dit kaartje van de Wateregge.Met oranje pijl de familienamen van de generatie van Jan Hendrik. Met oranje stippelpijl de volgende generatie.
Partners werden letterlijk naast de deur gezocht
Generatie IV
Gerrit Hambrugge, later Boom
Gerrit Jan bleef, evenals later zijn zoon Jannes Boom, boeren op het Jagershjuis. Hendrik en Gerrit (de doorlopende lijn in deze familiegeschiedenis), de jongere broers zouden terecht komen in Stad Almelo. Zij woonden beiden tot hun overlijden in een rijtje huizen op de Herengracht. Deze werden in 1889 afgebroken en vervangen door de huidige bebouwing. In twee van de nu nog bestaande huisjes, die bedoeld waren voor huisvesting van gepensioneerde personeelsleden van de graaf en die nu zijn verbouwd tot kunstenaarsatteliers hebben tot 1940 respectievelijk rond 1960 leden van de familie Boom genoemd. Het ging om de huisnummers 6 en 12, respectievelijk het derde en het zesde huisje op de rij van 12 huisjes.
De huidige bebouwing aan de Herengracht
De Herengracht ligt tussen de hervormde kerk en de gracht rond Huize Almelo. De volgende foto toont één van de twee door de familie Boom bewoonde huizen.
Het zijn maar kleine woninkjes.Toch moet de woonkwaliteit in 1889 enorm zijn vooruitgegaan wanneer de huisjes worden vergeleken met de toen gesloopte bouw.
De in 1888 afgebroken woningen aan de Herengracht
De tekening hieronder staat in het boek 'Twente te pronk'. Het zou gaan om een stuk van H.Tavernier uit 1786. De tekst onder de tekening luidt "Deze tekening zou een illustratie kunnen zijn bij een beschrijving van Almelo uit het eind van de 18e eeuw. Daar wordt gesteld dat 'Almelo tot eene vergaderplaatse strekt voor de wateren die uit het grootste deel der Gerichten van Ootmarsum, Oldenzaal, Borne en Delden daar heen afloopen'. We kijken vanjuit het noordoosten over een brede waterpartij naar de stad.Achter de huizen langs de Herengracht, rijst de Grote Kerk op, rechts is de bebouwing van de Doelen te zien. De weergave en de datering 1786 roepen overigens vragen op. Redenen daarvoor zijn dat de toren van de kerk, sinds het moment dat Tavernier drie jaar, was een heel ander uiterlijk had en dat de waterpartij op de voorgrond vrijwel zeker op fantasie berust, mogelijk bedoeld als verlevendiging van het beeld.
De ligging van de Heerengracht. Het gaat om de rij huisjes direct ten zuiden van de Groote Kerk, rechts van "de Bleeken". Het was in 1817, toen de kaart van de Gemeente Almelo werd gemaakt de dichtstbijzijnde behuizing vanaf Huize Almelo. De kaart was met de hand ingekleurd en bevindt zich in een exemplaar van het boek "de opkomst van Almelo en omgeving"door Mr. G..J. ter Kuile Sr. Dit exemplaar is nu bezit van de maker van de site en was, gezien het ex-libris, ooit van N.M.H. van der Burg, Litt. Hum. Doct.
Wie woonden hier wel niet allemaal ? In de oude huisjes overleden zowel Hendrik als diens broer Gerrit. Hendrik overleed er in 1866, Gerrit in 1875. De vrouw van Gerrit, Jenneken Lubbers stierf er zelfs al in 1860. Zelfs is het zo dat een dochter van Gerrit en Jenneken, Johanna, al in 1844 op de Herengrachtr overleed. Als allereerste kind van Hendrik Boom stierf echter op 7 september 1829. Een zusje van haar, Hendrina Boom was op 11 oktober 1827 nog in de Wateregge gestorven. Dat geeft dus aan dat men in ieder geval vanaf 1829al in de oude vakwerkhuizen woonden. Ook de weduwe van een zoon van Gerrit, Jan Hendrik, namelkijk Hermina Ezendam, stierf in 1888 op de Herengracht; dat was een jaar voordat de oude huizen gesloopt zouden worden. De vrouw van een broer van Jan Hendrik die Gerrit heette, namelijk Lammigjen Boom-Kok, had de twijfelachtige eer in 1893 als eerste lid van de familie Boom in de nieuwe huizen op de Herengracht te overlijden. In het huisje van Hermina Ezendam woonde later haar ongehuwde dochter Johanna Frederica en haar andere dochter Geesje, met haar man Albertus Knoop. Na het overlijden van "vrouw Knoop"in 1939 werd de huur van dit huisje opgezegd. In het andere huisje zouden nog veel langer leden van de familie Boom blijven wonen. Niet alleen Lammigjen stierf hier, dat gold ook voor haar man Gerrit Boom, in 1901. Ook in het gezin van Jan Hendrik Hoekman/Hoekhuis/Hambrugge/Boom zocht men de partners nog vaak in de boerenfamilies in de omgeving
Uitgebreide informatie over de Herengracht vindt u in een artikel op de pagina artikelen en zo.
Generatie IV Zijtakken
.Gerrit Jan Hambrugge laterBoom
Oudste zoon Gerrit Jan zette het boeren op het Jagershuis zoals het Hoekhuis in zijn tijd genoemd ging worden, voort. Zijn vrouw was Janna Holsbrink. Een boerderij met die naam bestaat nu nog, op enkele honderden meters afstand van het Jagershuis in de Wateregge. Hier een foto van het Holsbrink zoals dat er tegenwooridg uiziet.
Het Holsbrink
Jenneke Boom later ook nog steeds Hoekman
Dochter Jenneke Hoekman, de enige uit dit gezin die altijd die achternaam zou blijven hanteren, trouwde met Hendrik ten Brink. In het boek van Eshuis kan worden gevonden dat dit echtpaar boerde op het Groot Boershuis dat ook in de Wateregge ligt. Inmiddels bestaan het Groot en het Klein Boershuis niet meer, maar is er één boerderij met de naam Boershuis
De plek waar de Boershuizen stonden
Janna Boom
Janna Boom trouwde met Abraham Alberts die van de Tukkert kwam. Het "Tukkertsdijkje" ligt nog altijd in de Wateregge, vlak bij het Jagershuis en leidde naar boerderij De Tukker die net niet in de Wateregge, maar ten noorden daarvan in het Sluitersveld lag.Ook nu nog een mooie plek om te wandelen.
Toen Janna, overigens als Johanna in 1859 overleed was dat op het Sluitersveld. Aangifte werd gedaan door Gerrit Jan Hammink en Hendrik Rensink, landbouwers. Abraham was al in 1824, ook op het Sluitersveld overleden waarbij Hendrikus Albers en Hendrikus Leus de aangifte deden.
Het Tukkertsdijkje
Hendrik Boom
Hendrik Boom trouwde twee keer. Ook hij woonde lang op de Herengracht. De eerste maal trad hij in het huwelijk met Fenne van der Weijde. Bij haar huwelijk was haar vader, Berend van de Weijde Cathecuseermeester en gaf dus godsdienstonderwijs, moeder Eva Boom was lanbouwster. Bij het overlijden van Eva werd aangegeven dat ij in de Windshoek woonde. Een van de aangevers was naboer Nijhuis, een boer. Bij de volkstelling van 1795 woonde in de 2e wijk Berend van de Weijde, toen tapper. De aangifte werd toen gedaan door Hend. Janmaat, het gezin bestond uit 2 personen. Als volgende in de telling werd vermeld Jan Nijhuis, die daghuurder was. Het tweede huwelijk was met Gese Schoenmaker, die bij haar huwelijk dienstbaar was. Haar vader, Egbert Schoenmaker was wever.
Vanaf deze plek zal geprobeerd worden om de woonplaatsen van Gerrit Boom. geboren Hambrugge en zijn naamdragende nageslacht, voozover men hierboven al niet is vemeld, systematisch in beeld te brengen. Daarvoor bestaan een aantal middelen:
- bevolkingsregisters. Van de periode van 1850 tot 1917 zijn in Almelo bevolkingsregsisters bewaard gebleven. Deze beslaan de periodes 1850-1860, 1860-1870, 1870-1880, 1880-1890 en 1890-1917. Deze zijn openbaar toegankelijk. In 1917 is overgegaan op een ander systeem; helaas niet voor onderzoek toegelaten.
- overlijdensactes.Tot ongeveer 1900 werd in overlijdensactes vermeld op welk adres men overleed.
- persoonskaarten. Van degenen die in Nederland vanaf 1939 overleed bestaan persoonskaarten. Deze worden bewaard bij het Centraal Bureau Genealogie en zijn daar, tegen een kleine vergoeding, opvraagbaar. In de negentiger jaren van de 20e eeuw zijn de kaarten vervangen door een gecomputeriseerd systeem met zogenaamde persoonslijsten. Op de persoonskaarten staan adresssen vermeld. Indien van recentere datum worden die adressen bij het kopieren helaas afgeplakt. Op de persoonslijsten die men kan aanvragen, worden geen adressen vermeld.
- adresboeken
- Van huizenbezitters zijn gegevens bij het kadaster bewaard.
Helaas is het zoeken in de bevolkinsregisters en overlijdensactes gecompliceerd. Oorspronkelijk werden geen straatnamen gebruikt maar wijk nummers of letters en huisnummers die weer niet corresponderen met de later gebruikte huisnummers per straat. Van de meer recente generaties (ruwweg de laatste vier) tot nu komen de woonplekken meestal uit contacten van de maker van deze site.
In verband met privacy zal van de nu levende Booms worden volstaan met een vermelding van de globale aanduiding van de plek waar men nu woont en zullen geen concrete adressen worden vermeld; wel zal zo veel mogelijk worden geprobeerd om foto's te plaatsen. Sommige Booms hebben hun hele leven op één plek gewoond, anderen hadden meerdere adressen. Deze zullen, waar mogelijk wel worden vermeld, maar als er een foto wordt geplaatst zal die meestal van de laatste woning of van een woning waar men erg lang heeft gewoond, zijn.
Generatie V
Gerrit Boom en Jenneken Lubbers hadden zes kinderen die volwassen werden en zouden trouwen.
Bevolkingsregister SA 1850-1860: wijk 2 nummer 63. Dochter Janna werkt dan als dienstmaagd in wijk 3 nummer 460, Bevolkingsregister SA 1870-1880: wijk 2 nummer 62 en K 7 161 Overlijdensacte Gerrit 1874: wijk 2 nummer 62, overlijdensacte Jenneken Lubbers 1860 2e wijk op de Heerengracht
De twee zoons woonden, zoals hierboven al beschreven, lang aan de Herengracht. Jan Hendrik overleed in 1874 in de "oudbouw", broer Gerrit in 1901 in de "nieuwbouw".
Jan Hendrik Boom (geb. 1821)
Bevolkingsregister AA 1860-1870 wijk B nr 18, op 24-07-1868 naar Stad Almelo, SA 1870-1888 wijk 2 nr 66, later k 165. Dochter Hendrika, geboren op 6 april 1870 verhuist op 23 juni 1860 naar Ambt Almelo. Overlijdensacte Jan Hendrik 1874 SA wijk 2 nummer 66, overlijdensacte Hermina Esendam 1888 wijk 7 nummer 165. In 1866 overlijdt een zoontje in AA aan de Visschedijk. SA wijk 2 nummer 66 was aan de Herengracht. Niet alleen werd Jan Hendrik daar dus geboren, hij overleed er ook. Het overlijden van Hermina was niet aan de Herengrachtr. Logisch, want de "oude" bebouwing daar was in 1888 gesloopt en de nieuwbouw nog niet opgeleverd; tijdelijk zullen de bewoners dus ergens anders zijn ondergebracht.
In de tuin van een boerderij aan de Visschedijk staat dit huisje; mogelijk woonde Jan Hendrik in een dergelijk woninkje.
Als wijkje bestaat de Sligte niet meer, maar er zijn nog wel een onherkenbare 1e en 2e Sligtestraat
Gerrit Boom (geb. 1825)
Bevolkingsregister SA 1880-1890 B 171 wijk 7 nummer 161, naar 6/145. SA 1890-1917 vorige woonplaats 7 149 G 176 doelenstraat Heerengracht 6. Overlijdensacte Gerrit Boom 1901 SA wijk G 176, overlijdensacte Lammigjen Boom-Kok 1893 G 176
De Herengracht in de 21e eeuw
Geesje Ten Cate-Boom
De man van Geesje Boom, Isaac ten Cate had een smederij aan de Steege, later Oranjestraat geheten. Op de foto is hij de man die een wijzend gebaar naar zijn dochter (in het witte schort) maakt; het eten was klaar en ze moest naar binnen.
Bevolkingsregister SA 1890-1917: komend van J 204, wonend K 111, vermelding Molenstraat 28 bij dochters. Overlijden Geesje Boom 1909: SA k 14, Overlijden Isaac ten Cate 1894 SA 14. Volgens vermeldingen in "Almelo vroeger en thans" De Steege", later vernaamd in "Oranjestraat"
De Steege/Oranjestraat met helemaal links Isaac ten Cate en zijn dochter (met wit schort)
Een heel klein gangetje naast de plek waar ooit smederij van Isaac aande Oranjestraat stond, herrinnert nog aan deze Almeloër.
In de Molenstraat is veel veranderd.Ongeveer op de plek waar Geesje Ten Cate - Boom woonde zijn nu nieuwe woningen in historische stijl gebouwd.
Dina Voerhuis-Boom
Overlijdensacte Bernardus Mannes Voerhuis 1894 : SA D 38, overlijdensacte Dina Boom 1903: SA D 38. Bij verhoor staatscommissie 1890: wonend in een frische woning aan de Zaagkuilen die in eigendom is.
Dina Boom was getrouwd met Bernardus Mannes Voerhuis. Hij was één van degenen in Twente die in 1890 werden verhoord door de Staatscommissie die een onderoek deed naar de arbeidsverhoudingen in Nederland op dat moment. Op zeker moment vertelt hij iets over zijn woonsituatie. Hij woonde in de Zaagkuilen, in een "frisch"huis dat van hemzelf was.
Stukje uit het verhoor van de Staatscommissie naar de woonplek van Bernardes Mannus Voerhuis
Foto van het plekje in Almelo waar de Zaagkuilen te vinden was.
Over de woonplek van Janna Boom en haar man Herman Vonke, ook in Stad Almelo, is nu nog niets te vertellen. Herman overleed in wijk 6 nummer 104. Waar dat precies was moet nog worden uitgezocht
Janna Vonke - Boom
Bevolkingsregister 1860-1870 SA k steeg wijk 2 nummer 193, 1880-1890 SA wijk 6 104, later wijk 5 - 53, 1890-1917 A 99 later B 172 per 26-02-1900 naar Ambt Almelo B 220. Overlijdensacte Herman Vonke wijk 6 nummer 104, overlijdensacte Janna Boom wijk 6 nummer 104
.Geertruid Veneman-Boom
De man van Geertruid Boom, Hendrikus Veneman had samen met zijn vrouw Gerrit Jan Veneman en diens vrouw Everdina Frederika Boom een roggebroodfabriek in de Prinsenstraat. Hieronder een foto van de fabriek.
De Roggebroodfabriek van Veneman aan de Prinsenstraat. Meerdere panden op een rij waren hier in bezit.
Dienstbodenregister 1860-1870 K Havenplein, wijk 3 no 71. Bevolkingsregister SA 1870-1880 wijk 4 141 w4 140 2-180 naar 7 180 SA 1880-1890 V25 w 2 no 180 naar F 156 AA 1890-1900 vorige SA A 134. Hendrik heeft dan als beroep tijdelijk geen bakker maar tolgaarder in gemeente gekomen op 13 mei 1897 naar V90, AA 1900-1910 V74 - A 134 op 26 juni 1903 naar SA, SA 1890-1917 op 20 juni 1903 uit AA F 194, Hendrik is dan weer bakker, 11-08-1908 naar AA. SA 1890-1917 (2e lijst) vorige woonplek 2 164 nr F 193 bij overlijden Geertruid: Prinsenstraat 46. Overlijdensacte Geertruid Boom 1924: geen adres, Overlijdensacte Hendrikus Veneman 1913: Holtjesstraat (om de hoek van de Prinsenstraat) . Adresboek 1915: Veneman Wed H. geb. G. Boom, Prinsenstraat 42
Generatie V Zijtak 1
Van de kinderen van Gerrit Jan Boom was er ook geen een die géén landbouwer werd.
Jannes Boom
Jannes Boom,die m een neef en nichtje, kinderen van de vrouws broer (Hemmink) die op 't Weidehuis in de Visschedijk woonden, bij zich in huis". Voordat de familie Hemmink op het Weidehuis woonde, was ze afkomstig van het nabijgelegen Frerikshuis.Janna was de dochter van Gerrit Jan en de kleindochter van Jannes Hemmink. Eshuis schrijft: "De naam Weidehuis wordt ons pas vertrouwd uit een huwelijksacte van het jaar 1783.Dan huwt een Jannes Hemming die voordien Rengelink heette, met Geertruid, dochter van Hendrik Hemmink en Harmine Colthof. Voornoemde Jannes Hemmink wordt ook wel 'Jannes van het Weidehuis'genoemd. Hij overleed in 1844.Zijn zoon Gerrit jan Hemmink moet (in 1795) nog op het Frerikshuis zijn geboren.De verhuizing naar het Weidehuis heeft waarschijnlijk plaats gevonden na 1795 en voor 1813. Vermeld wordt ook nog dat de vader van Janna welgesteld was en dat, toen hij in 1878 overleed het door zijn nakomelingen te verdelen kapital rond f 10.000 bedroeg !' De Freriksboer en de Weideboer waren in de Visschedijk de enige tweepaards boeren. Op de foto het Weidehuis
Het Weidehuis
. Hieronder het Jagershuis, zoals dat er vanaf 1885, het jaar dat Jannes Boom overleed, uitzag. Weduwe Janna Hemmink moet hier nog hebben geboerd.
Het Jagershuis
Gertruid Boom
Geertruid Boom trouwde met Hendrik Fikkert. Waar zij woonden moet nog worden uitgezocht. In ieder geval is wel duidelijk dat ook hier met iemand uit een echt Almelose boerenfamilie werd gehuwd. Het Repertorium Nederlandse familienamen vermeldt: "De familie Fikkert zal haar naam wel hebben meegekregen van het Eerve Fikkert dat eens lag halverwege de vroegere Veemarkt en de Zagekuil. Dit erve dat in 1752 wordt vermeld als vicariegoed staat in het vuurstedenregister van 1675 aangeduid met de naam Viccert. Deze naam, vroeger de algemeen gangbare benaming voor de bewoners van een vicariegoed werd later, afgaande op de uitspraak, geschreven als Fikkert.
Hendrina Boom
Hendrina Boom trad in het huwelijk met Jan Tijhof. Ook het Tijhof was een Almelose boerderij. Erbji lag het Tijhofsbos met 'tijplaats'en diepe vijver bij zware eiken, mogelijk gebruikt om vrouwen aan de heksenproef te onderwerpen.
Het Tijhofsbos
Geeze Boom
Geeze Boom en Jannes Veerenhuis woonden in de Schelfhorst. Bij het overlijden van Geeze was één van de aangevers Jan Heilenhuis, landbouwer. In de Schelfhorst ligt nog altijd het Heilenhuis. Het boerderijtje van Geeze en Jannes moet daar dus vlakbij hebben gelegen.
Het Heilenhuis
. Generatie V Zijtak 2
De getrouwde kinderen van Hendrik Boom en Geeze Schoenmaker tenslotte, woonden allemaal in de Stad Almelo. Zij overleden op de volgende adressen.
Geertruid Boom is nog onbekend, haar man Jan Kippers in wijk 1 nummer 186. Everdina Frederika Boom vertrok naar het overlijden van haar man Gerrit Jan Veneman naar Hengelo. G.J. overleed in wijk 2, nummer 181 en Johannes Sijlva in wijk F 244. Nader onderzoek moet nog worden gedaan naar de precieze lokaties.
Maria Boom
Bij de overlijdenacte van Maria Sijlva-Boom staat met potlood vermeld dat zij overleed aan de Adastraat.
De Adastraat in 2008
Everdina Frederika Boom
Met haar man, diens broer en diens vrouw leidde Everdina het roggebroodfabriekje aan de Prinsenstraat. Waaar zij toen woonden moet nog worden uitgezocht; grote kans dat dit in of bij de Prinsenstraat was. Na het overlijden van haar man verhuisde Everdina Frederika naar Hengelo, waar haar dochter was gehuwd met een aannemer. De vrouw van de broer van haar man was een nichtje van Everdina Frederika, namelijk de al hier boven behandelde Geertruid Boom.
Geertruid Boom
Nog uit te zoeken
Generatie VI
Gerrit Boom (geboren 1865)
Bevolkingsregister SA 1890-1917 V 145, C 176a, ... 138, M 178, op 27 juli 1908 naar Ambt Almelo, AA 1900-1910 van Stad Almelo op 27 juli 1908 B 234c B 369 vertrokken naar B 252, AA 1910-1917 vorig adres B 211 B 369 Nieuwstraat 66. Adresboek 1915: Boom G, détacheur, Nieuwstraat 66, Persoonskaart: Almelo Nieuwstraat 66 (overleden 1939). In ieder geval woonde men tot 1913 aan de Brugstraat.
Het huis waar Gerrit Boom en later ook Truitje Edelijn-Boom woonde is het pand direct naast het hoekpand
Janna Berendina De Witte-Boom
Adresbroek 1915: Witte, H. de , schoenmaker Prinsenstraat 42, Persoonskaart Hendrik de Witte: Prinsenstraat 24. Prinsenstraat 42 was naast de roggebroodfabriek van Veneman en diens eigendom. Het huisje tussen de twee hogere panden met de doorlopende wittge balk, waren de woning en schoenlapperswinkel van Hendrik.
De foto is van het complex aan de Prinsenstraat waar Venemans Roggebrood (officieel nummer 46) gevestigd was. De schoenmakerij was op nummer 42 gevestigd en het pand met de dichtgetimmerde dakkapel.
Jan Sijbrand Boom, Jan Hendrik Boom, Femia Boom, Hendrika Geertruida Boom en Jenneken Boom
Deze vijf Bomen, kinderen van Gerrit Boom en Lammigjen Kok zijn, ongehuwd, hun hele leven bij elkaar blijven aan de Herengracht 6. In 1934 overleed Femia Na het overlijden van Hendrika Geertruida in 1961 en rond het sterven van Jenneken in 1962 zijn Jan Hendrik (overleden 1963) en Jan Sijbrand (overleden 1972) verhuisd naar bejaardencentrum De Klokkenbelt Adresboek 1915: Boom J.H. ijzerdraaier Heerengrachtr 6, Boom J.S. wever, Heerengracht 6. Bij vermelding in adresboek op straat staat als hoofdbewoner van nummer 6: F. Boom Ook hun ouders zelf woonden hier al !Helemaal zeker is dit niet, maar waarschijnlijk zijn de vijf broers en zusters de laatste bewoners van huisje nummer 3 (huisnummer 6) geweest. Bij elkaar hebben leden van de familie Boom van 1829 tot 1962, dus 133 jaar aan de Herengracht gewoond. Hieronder een beeld van de Hengracht rond 1960
Herengracht 6, rond 1960 en een foto van het huisje na 2000, op de onderste foto de Klokkenbelt
Veel huur werd er niet betaald, zo was in de jaren tusssen de eerste en de tweede wereldoorlog de jaarhuur per huisje lang zestig gulden. Dat blijkt onder meer uit een keurig bijgehouden administratie in het grootboek van de graven,
Grootboek met huur van Heerengracht 6
Hendrika Nijkamp-Boom
Bij overlijdensacte Hendrika (1936) met de hand in de kantlijn geschreven: Haghoekweg 13. Persoonskaart Johannes Nijkamp (overleden 1954) Haghoekweg 13 en per 18 januari 1952 Vriezenveenseweg 2. (Bejaardenhuis De Klokkenbelt)
Haghoekweg 13
Geesje Knoop-Boom en Johanna Frederika Boom
Bij Geesje en haar man Albertus Knoop woont ook tientallen jaren ongehuwde zus Johanna Frederika Boom in.. Zij liggen ook alle drie in het zelfde graf.
Bevolkingsregister SA 1890-1917: 7-153, G 173, Heerengracht 12. Bij overlijdensacte Geesken Knoop-Boom staat met de hand bijgeschreven Heerengracht 12. Grootboek administratie graaf vermeld dat huur wegens overlijden vrouw Knoop in 1939 wordt opgezegd. Persoonskaart Albertus Knoop: Heerengracht 12, vanf 31 januari 1940 Bornerbroeksestraat 337. Adresboek 1915: Knoop A, sterker, Heerengracht 12. Op de foto het gangetje achter de huisjes.
Achterkant woningen Heerengracht en overzicht grootboek graven Van Rechteren Limpurg met overzicht betaalde huur
Jan Boom (geb. 1858) en Johanna Hermina Boom
Bij Jan Boom en zijn echtgenote woonde ook vele jaren Johanna Hermina Boom, ongehuwd. Zij zijn ook met drie personen in één graf begraven.
Bevolkingsregister SA 1880-1890 vorige woonplaats W1 b1 153 W 5 nummer 69 8-162 vertrokken naar ? 321. SA 1890-1917 no 32 c/163 1e Vijverstraat 17. Johanna Hendrika (dochter) per 2 augustus 1905 als dienstbode naar Den Haag. Op 3 juni 1913 naar Ambt Almelo; AA C 158c dan Braakweg 8 en Rohofstraat. Jan Hendrik verlaat woning,n aar B 243. Overlijdensactes Jan Boom en Margaretha Boom-Verboom: geen adres. Zus Johanna Hermina Boom overlijdt in 1938. Met de hand bij overlijdensacte geschreven: Rozenstraat 86. (Zie bij volgende generatie Johanna Hendrika Slot-Boom). De Braakweg is om de hoek bij de Rohofweg. De straat bestaat nog steeds, maar alle huizen zijn gesloopt en door nieuwbouw vervangen.
De Rohofstraat in 2008
De 1e Vijverstraat. Nummer 17 moet het eerste huis van het blokje met de donkergeschilderde dakgoot zijn. Deze foto werd gevonden op het www. Maker van de site heeft geprobeerd in contact te komen met degene die de foto heeft gepubliceerd. Indien deze via het gastenboek contact opneemt dan worden zijn gegevens alsnog bij het onderschrift geplaatst.
De Braakweg bestaat nog steeds maar er is geen enkele woning uit de tijd dat Jan Boom er woonde meer te vinden.
De woning aan de Braakweg was eigendom van Jan Boom en Margaretha Boom - Verboom. Dat blijkt onder meer uit de onderstaande correspondentie van Jan Hendrik Boom, namens zijn moeder "de weduwe Boom",over het om niet, onder voorwaarden, afstaan van een strook grond bij de woning.
Gerrit Boom (geboren 1853)
Gerrit Boom vertrekt op 23 maart 1874 - als eerste naamdragende nakomeling van Gerrit Boom geboren Hambrugge, op 23 maart 1874 uit Almelo. Hij vestigt zich in Hengelo.
Met zijn eerste vrouw Jentje Tabois, woont Gerrit hier aan de Ring 282. Na haar spoedige overlijden woont Gerrit tijdelijk als kostganger bij het gezin van de ook uit Almelo afkomstige Hendrik Vollink. Hier staan als adressenvermeld Driene 95 en Haaksbergerstraat 24 (dit laatste zou ook een later adres van de kamerverhuurder kunnen zijn). Hierna gebeurt er iets vreemds. Gerrit staat in het bevolkingsregister vermeld als komende van Driene 95. Daar staat ook ene Johanna Barbara Boom geboren Wensink. Gerrit is echter nooit met deze vrouw gehuwd geweest. Vervolgens staat vermeld Anna Alieda Wevers, de "echte" tweede echtgenote van Gerrit. Hun adres is Ring 242b. Hier worden ook de kinderen geboren.
Vanaf 1890 woont hij in een eigen woning aan de Weemendwarsstraat 23 / 28, later krijgt de straat een nieuwe naam. Adres is dan Wetstraat 57. Dochter Egberdina Judika Hermina Boom vertrekt op 27 januari 1905 naar Hilversum, woont an 31 januari tot 14 maart 1906 weer thuis, vertrekt op 14 maart 1906 naar Amsterdam en komt op 29 januari 1908 weer thuis.Zij is coupeuse. Wegens huwelijk op 27 september 1916 naar Lonneker. Broer Jan Hendrik Willem woont van 9 september tot 13 oktober 1907 in Haltern (Duitsland) . Gerrit zal aan de Wetstraat overlijden. (zie verder bij Jan Hendrik Willem Boom).
De rechter woning van het blok was de Weemendwarsstraat, nu Wetstraat en het huis waar Gerrit Boom met zijn gezin van 1890 tot 1922 woonde.
Éen van de zoons van Jan Hendrik, Gerrit genaamd vertrok naar Hengelo. Hij zou er meer dan veertig jaar bij de Nederlandse Katoenspinnerij blijven werken. Hoewel niet zo standaard voor een spinner kocht hij hier, binnen 8 jaar na huwelijk, in 1890, een stukje grond aan de toenmalige Weemendwarsstraat, nu de Wetstraat. Hier bouwde hij, met nog iemand een twee onder een kapwoning, waar hij tot zijn overlijden in 1922 met zijn gezin zou blijven wonen.Het is het rechterhuis van het blokje.
Koopacte grond
Was in de vorige generatie nog maar één Boom ontrouw aan Almelo, in de volgende generatie zullen 2 Booms nooit in Almelo wonen, zijn er 2 die voor hun werk elders wonen, maar na hun pensionering wel terug komen en zijn de andere vier wel hun hele leven honkvast in Almelo gebleven.
Generatie VII
Jan Hendrik Willem Boom
Na zijn huwelijk trekt Willem in , in de woning aan de Belstraat 69 in Enschede. Hier woonde het gezin van zijn echtgenote Johanna Boom-Rosink. Na het overlijden van haar ouders in resp. 1905 en 1911 was zij hier met haar broer en zus blijven wonen. Een paar maanden na het overlijden van vader Gerrit Boom, trekt het gezin op 20 mei 1922 in bij moeder Anna Alieda Boom-Wevers aan de Wetstraat 57 in Hengelo. Moeder zelf zal op 20 september 1923 verhuizen naar haar dochter in Enschede.Op 8 juli 1924 verhuisd het gezin naar de voor hen gebouwde woning aan de Vondelstraat 30. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1966 kan Willem niet alleen blijven woning. De woning wordt publiekelijk geveild en Willem zelf verhuisd, wegens plaatsgebrek in Hengelo en tegen zijn zin, naar bejaardencentrum "Elthetho" in Rijssen waar hij in 1968 o.overlijdt. Het ouderlijk huis van Johanna Rosink stgaat aan de rechterkant, direct rechts naast het gangetje. Achter die gang was een loods waar de schildersmaterialen van zijn schildersbedrijf stonden en waar de verf werd aangemaakt. Het huis aan de linkerkant was ook van de familie Rosink. Hier woonde onder meer een oudere halfbroer van Johanna die het schildersbedrijf van zijn vader had voortgezet.
Enschede, Beltstraat
Hengelo, Vondelstraat 30 kort na de bouw
De zoon van Gerrit, Jan Hendrik Willem, was timmerman bij de firma Stork. Eigenlijk had hij, net als zijn bijna gelijknamige neef Jan Hendrik Boom in Almelo, aannemer willen worden. De vrouw van Willem vond het risico daarvan echter te groot. Misschien is het daarom dat hij, kort na het overlijden van zijn vader een eigen huis liet bouwen aan de Vondelstraat 30 in Hengelo. Hij schreef hiervoor onder meer eigenhandig het hele bestek. Links de blauwdruk, rechts een bladzijde uit het ook bewaard gebleven bestek.
Blauwdruk en bestek Vondelstraat 30, door en voor Jan Hendrik Willem Boom
Van 1924 tot aan het overlijden van de vrouw van Willem, Johanna Boom-Rosink, op 80 jarige leeftijd, in 1966 bleef het echtpaar hier wonen. Daarna verhuisde Willem, wegens plaatsgebrek, naar een bejaardenhuis in Rijssen, "Elthetho", waar hij twee jaar later overleed.
Egberdina Judika Hermina Grevenstuk - Boom
Na als jong meisje even als coupeuse in Hilversum en Amsterdam te hebben gewoond ,verdween Mina na haar huwelijk in 1916 voorgoed uit Hengelo. Zij vestigde zich namelijk in Lonneker, op het adres 3 C 187, later werd dit 1967 en nog later F 3382. Waarschijnlijk was één van deze aan de Dennenweg. Na het overlijden van haar vader Gerrit Boom, in 1922 trok haar moeder Anna Alieda Wevers bij Mina en haar gezin in; in de overlijdensadvertentie van 1926 wordt als adres de Dennenweg in Lonneker genoemd. Minimaal één van de andere adressen moet de Haaksbergerstraat zijn geweest. Op 17 december 1928 vestigde het gezin zich aan de Broekheurnerweg 75 in Enschede. Op 22 september 1930 wordt op de persoonskaart van Antony Bernard Grevenstuk vermeld Getfertweg 147, op 19 oktober 1933 Hoogstraat 90, en vervolgens op 3 mei 1937 Blekerstraat 11, waar Antony Bernard Grevenstuk uiteindelijk in 1943 overlijdt. Mina zelf zal op een zeker moment verhuizen naar het Hervormd Bejaardenhuis in Enschede; tot dat moment woont zij aan de Blekerstraat.
Broekheurneweg 75, het rechter huis op de foto
De woning aan de Getfertweg 147
Het huisnummer 90 bestaat niet (meer). De linkerzijde van het witte pand is nummer 92, het donkerrode pand rechts heeft nummer 88. Mogelijk is het witte huis ooit verbouwd of was er sprake van een achterwoning. Bekend is dat de familie Grevenstuk - Boom het in de crisis erg slecht heeft gehad.
Geheel links is nog de bedrijfsdeur van het pand Blekerstraat 7, het bedrijfspand van drankenfabriek Wezo te zien. De uitbouw daarnaast is nummer 9. Het huis waarvan twee ramen en de deur is te zien is Blekerstraat 11. Hier woonde Mina tot zij in de jaren zestig van de negentiende eeuw naar het Hervormd Rusthuis vertrok.
Jan Hendrik Boom (geboren 1882)
Volgens het adresboek van 1915 woont Jan Hendrik dan aan de Bornerbroekse weg nummer 30. Bij de inschrijving van het aannemersbedrijf, waarvan hij firmant is bij de Kamer van Koophandel Klifman, Smit en Boom) wordt als zijn woonadres Bornerbroeksestraat vermeld. Dit is ook het enige adres op zijn persoonskaart: in 1956 overlijdt Jan Hendrik aan de Bornerbroeksestraat 129 b. Later woonden Ineke Rutgers en haar man Arnold Nieuwenhuis, kleindochter van Jan Hendrik, met haar man, nog in het huis ernaast, Bornerbroeksestraat 129c. In dit huis woonden daarvoor de dochter van Jan Hendrik, Margaretha Boom en haar man Jan Hendrik. Het blok werd overigens - bijna vanzelfsprekend - gebouwd door Klifman, Smit en Boom.
In het huis op de bovenste foto, Bornsesrbroeksestraat 129B woonde Jan Hendrik Boom. Het blokje van drie dubbele huizen op de onderste foto (Bornsestraat) werd door Klifman, Smit en Boom gebouwd.
Johanna Hendrika Slot-Boom
Voor haar huwelijk was Johanna Hendrika Boom dienstmeisje in Den Haag. Zij trouwde in 1909 en in de adreslijst van 1915 vinden we haar man, Barend Slot terug als: Slot, B ,kleermaker, Boompjes 3. De persoonskaart van Barend Slot vermeld Almelo Rozenstraat 86 en vanaf 9 november 1954 het bejaardenhuis aan de Vriezenveenseweg 2. Aan de Rozenstraat was in 1938 ook de ongetrouwde tante van Johanna Hendrika, Johanna Hermina Boom overleden. Deze had altijd ingewoond bij de ouders van Johanna Hendrika en zal na hun overijden zijn ingetrokken bij haar nichtje en haar gezin.
Bovenste foto: Boompjes 3, onderste foto Rozenstraat 86 waar niet alleen werd gewoond maar waar ook de kleermakerij gevestigd was.
Hendrik Boom
Hendrik was werkaam bij de belastingen.Waarschijnlijk werd hij zeer regelmatig overgeplaatst. Zijn persoonskaart geeft, vanaf zijn huwelijk op 25 jarige leeftijd in Almelo de volgende adressen: Roermond, vanaf 27 november 1933 Kerkrade Nummer II straat 12 bv, vanaf 2 november 1953 Maastricht Kasteel Hillenraadweg 53a, vanaf 6 oktober 1959 trot 1 april 1960 het adres van broer Gerard, Sluisstraat 14 III in Amsterdam, vanaf dat moment Jadcob Marisstraat 77huis en vanaf 12 november 1960 Willem de Zwijgerlaan 102 III. Na zijn pensionering verhuist Hendrik op 28 mei 1970 naar de Vriezenveenseweg 62 in Almelo waar hij in 1979 overlijdt.
Vriezeveenseweg 62
Gerard Boom
Gerard vestigt zich ,nog ongehuwd, in Almelo waar hij voor de firma Palthe werkzaam is ( en zal blijven). Adressen vanaf ijn huwelijk in 1928 zijn "div. adressen", vanf 27 okober 1936 Sluisstraat 14 3h en,net als zijn broer verhuist ook Gerard na beëindiging van zijn werkzame leven, op 5 december 1969, naar Almelo waar hij aan de Vrielkinkslaan 18 gaat wonen. Hier overlijdt hij ook in 1974. Zijn weduwe, Johanna Boom-Tusveld, verhuist al spoedig naar Castricum waar ook haar dochter woont. Hier zal zij nog lange tijd wonen en uiteindelijk ook overlijden. Op de foto de Sluisstraat, in Amsterdam Oud Zuid, in recente tijden op een foto uit het Stads Archief Amsterdam. Hoe dat met die verschillende adressen in Amsterdam zit is niet duidelijk, want beide kinderen werden daar geboren aan de Veerstraat nr. 73 I. Gerard was zelf,tot zijn huwelijk in de kost geweest aan de Nieuwendijk.
Sluisstraat Amsterdam en Vrielinkslaan 18
Lambertha Jansje Kamerling - Boom
Hun hele huwelijk, van 1931 tot 1992, woonden Lambertha Jansje en haar man, vlakbij broer Hendrik, in dezelfde straat, net om de hoek, 20 huisnummers verder op de Vriezenveenseweg 42. Na het overlijden van Lamberta Jansje vertrok Gerrit Jan naar de Klokkenbelt waar hij in 2000, op 100-jarige leeftijd overleed.
Vriezenveenseweg 42
Truitje Edelijn-Boom
Zij huwt op 30 november 1945 met Jan Willem Edelijn. Het echtpaar gaat, per die datum, wonen aan de Brugstraat 47a, waarna het op 28 maart 1955 verhuist naar de ouderlijke woning van Truitje, Nieuwstraat 66. Dit is ook haar woonadres wanneer zij in 1970 overlijdt. Haar echtgenoot verhuist dan naar de Ootmarsumsestraat 90. Het huis aan de Brugstraat bestond in 2008 nog. De woning aan de Nieuwstraat is vervangen door een winkelpand. Het huis stond direct schuin tegenover de molen aan de Nieuwstraat, een mooi uitzicht ! In de Brugstraat, bewoonde men slechts twee kamertjes, op de eerste verdieping aan de voorkant. De oorlog was net afgelopen en de woningnood was groot.
Brugstraat 47a links en rechts het uitzicht dat men had vanuit de woning aan de Nieuwstraat 66
Generatie VIII
Van deze generatie woonden er maar twee van de zeven in Almelo. In 2007 zijn ook nog twee van de zeven naamdragers in leven, waarvan één met echtgenote, wat ook geldt voor de weduwes van drie van de andere naamdragers. Het huis van een andere naamdrager wordt bewoond door zijn zoon. Dat houdt dus in dat vanaf deze generatie geen concrete laatste woonadressen worden gegeven.voorzover er nu nog "Bomen"wonen.
Gerrit Jan Boom
Vele jaren woonden Gerrit Jan en zijn gezin in een twee onder een kap woning in Enschede. Oorspronkelijk werd dit huis gehuurd, later kon Gerrit het kopen. Hij heeft hier tot zijn overlijden op 84 jarige leeftijd, in 2002 gewoond. Nu woont zijn oudste zoon er met zijn gezin. In de eerste jaren van zijn huwelijk woonde Gerrit Jan aan de Pathmossingel 157 in Enschede. Hier werden alle drie kinderen geboren.
Pathmossingel 157
De familie Boom woont nu al twee generaties in de rechter woning van dit 2 onder 1 kap blokje in Enschede
Johan Andries Boom
Lange jaren woonde Johan aan de Isaac Sweersstraat in Hengelo. Zijn grote liefde hier was de enorme moestuin achter het huis !. Op latere leeftijd, toen de kinderen al lang het huis uit waren, verhuisden Johan en zijn vrouw naar een meer comfortabel appartement, gelijkvloers en zonder tuin . Als eerste woning had het echtpaar de Paulus Potterstraat 39 in Hengelo gehad waar in 1955 ook jongste zoon Han Wim nog werd geboren. Hier werd de eerste vijf jaar van het huwelijk gewoond.
Op de bovenste foto de Isaac Sweerssstraat 31, op de onderste foto de latere woning, direct boven de doorgang naar het binnenterrein van het appartementencomplex
Jan Gerrit Boom
In 1946 ging Jan Gerrit, vanuit het ouderlijk huis, in militaire dienst. Tot eind 1949 woonde hij dan ook in Batavia (nu Jakarta) en Bandung. Na terugkeer uit militaire dienst werd hij voor zijn werk bij de Nederlandse Spoorwegen naar Hardenberg gestuurd. Omstreeks 1952/53 vertrok hij naar Utrecht waar hij eerst op kamers aan het Veemarktplein nummer 21 en later aan de Weerdsingel Oostzijde 20 woonde. Toen er getrouwd werd, verhuisde het echtpaar Boom-Goorkate naar een nieuwgebouwde huurflat aan de Duurstedelaan 26I (later vernummerd in 66) te Utrecht. In 1967 volgde een verhuizing naar een nieuw gekochte woning aan de Nijldreef 31, waarna rond 1980 werd verhuisd naar de Appelboom 36 in Culemborg. Jan is inmiddels overleden en woonde nog korte tijd in zorgcentrum de Kulenburg in Culemborg. Annie Goorkate, verhuisde naar Utrecht en uiteindelijk naar Bilthoven. Zij woont daar, midden in het bos in een heel apart verpleeghuis.
Duurstedelaan 26 I, later 66. Tweede verdieping met de zijramen. Foto uit 2008
Nijldreef 31, foto uit 2008
Appelboom36 in Culemborg (rechter woning van het blokje van twee)
De Kulenburg
Jacobus Antonie Boom
Tot zeer recent woonde de weduwe van Jacobus Antonie Boom aan het Flevoplantsoen 6 in Almelo. Inmiddels (winter 2008) staat het huis leeg.
Flevoplantsoen 6 is het huis waaar de auto staat geparkeerd.
Margaretha Rutgers - Boom
Met haar echtgenoot, Jan Rutgers, had Margraretha jarenlang een kruidenierszaak aan de Ootmarsumsestraat 334 in Almelo. Inmiddels is dit pand gesloopt en is hier een electrowinkel gebouwd. Geprobeerd wordt nog een foto uit de tijd van Rutgers te krijgen. Bij het overlijden van Jan, woonde het echtpaar aan de Bornerbroeksestraat 129c, naast het huis waar de ouders van Margaretha hadden gewoond en dat door het aannemersbedrijf waar haar vader firmant was, zal zijn gebouwd. In de tijd dat ze hun winkel hadden woonden zij achter de kruidenierswinkel. Neef Dick herrinnert zich dat dat een heel spannend huis was waar hij graag was. Winkel, pakhuis en woonhuis !. Overigens had het echtpaar altijd boxers die dan ook nog altijd Arco heetten.
De plek aan de Ootmarsumesestraat waar de winkel van Rutgers gevestigd was (nummer 334)
Gerrit Boom
Op onderstaande foto staan Gerrit Boom en Corrie Boom-Schoemaker voor hun huis in Heemstede, op de dag dat zij - in mei 2007- hun 50 jarige bruiloft vieren.Zij wonen daar al sinds medio 1972. Na hun huwelijk woonden zij eerst, tot juni 1970 aan de Sophialaan 53 en daarna ongeveer twee jaar ana de Lokhorst 39 in Leiderdorp.
Gerrit Boom en zijn echtgenote voor hun woning in 2007
Ali(ce) van Dusschoten - Boom
Met Ali(ce) moet nog contact worden opgenomen voor het krijgen van een foto van haar woning.
Generatie IX
Maurita Betty van Nieuwenhuijsen- Boom
Oorspronkelijk woonden Maud en haar gezin aan de Javastraat, de straat die bezongen is een liedje van Willem Wilmink, de bekende dichter die zelf in deze straat woonde. Later verhuisde het gezin naar de Oliemolensingel nummer 133 Inmiddels wonen Maud en Frank al geruime tijd in het buitengebied van Enschede, dicht tegen de duitse grens.
Aan de huidige woning van Maud en haar man, in het buitengebied van Enschede tussen de stad en de duitse grens en aan de zuidzijde grenzend aan het Aamsveen, zullen meer foto's worden besteed. Reden daarvan zijn het feit dat, door de aankoop van een stukje boerenland naast de woning, een paar jaar geleden, Maud haar boerenachtegrond (alhoewel al zo'n 200 jaar geleden) niet heeft willen verloochenen. Haar man Frank blijkt diep in zijn hart een zigeuner te zijn. Dit blijkt wel uit de door hem zelf gebouwde pipo-wagen. Verder is hun huis, "De Gieteling", met het bijgebouwde gastenverblijf "Zeezicht op de Heide" alleszins de moeite van het fotograferen waard te zijn.
De woning van Maud met hieronder het gastenverblijf
De verwijzing naar de eeuwenoude boerenafkomst van Maud
Booms landje
En tot slot het toekomstige verblijf van de man van Maud, Frank
De zelf gebouwde Pipo wagen van Frank
Wim Hans Boom
Met zijn eerste partner woonde Willem in een zelf grondig opgeknapte woning in Enschede. Toen zij uit elkaar gingen verhuisde hij naar een daarachter gelegen Koesthuis aan de Wagelerstraat. Daar woonde hij -en had ook een atelier - tot hij in 2002 naar zijn huidige woning verhuisde.
Het huis waar Hans Wim is opgegroeid (rechter huis van het blokje op de linkerfoto) en waar hij nu met zijn gezin woont met op de voorggrond zijn antieke Citröen Ami
Op de onderste foto het Koetshuis waar hij daarvoor woonde en ook een atelier had)
Hans Arno Boom
Hans heeft op veel plekken gewoond. In 2008 woonde hij in een woning die eigendom is van een van zijn ex-partners, die de moeder van zijn jongste zoon is. De woning bevindt zich in de "vorstenbuurt" in het centrum van Enschede.
De zijde van de straat waar Hans Arno in 2008 woonde.
Anke Christina Veenhuis-Boom
Anke woont met haar man al vele jaren in Haaksbergen.
De woning van Anke en haar man
en een foto van hun tuin
Han Wim Boom
Han heeft met zijn gezin altijd in zijn geboorteplaats Hengelo gewoond, de eerste jaren na zijn huwelijk op een flat,nu al vele jaren in zijn, sterk verbouwde woning.
De woning van Han Wim Boom
Wilhelmus Boom
Als eerste zelfstandige woning bewoonde hij een huurappartement aan de Kroezel 74 in Oss.
Helmoed, zoals de roepnaam van Wilhelmus luidt, kocht in 1990 het toen nog te bouwen appartement links boven, in de nieuwe wijk Voordorp in Utrecht.Hij woont daar nog steeds met plezier. De auto van Helmoed staat voor het gebouw geparkeerd.
De woning van Helmoed ligt op de bovenste verdieping, links. Op deze verdieping zijn maar 2 woningen gelegen zodat er zicht over het hele gebouw is.
Helmoed houdt van een strakke inrichting; dat blijkt ook uit het interieur van zijn woonkamer:
Helmoed heeft een garagebox. Deze bevindt zich in een andere wijk en toch maar op 100 meter afstand van zijn appartement. Hij woont in de wijk Voordorp, in het laatste gebouw voor een spoorwegovergang. Direct aan de overkant van die spoorbaan, aan de andere kant van de weg, bevindt zich in de wijk Tuindorp Oost zijn garage. Het wonen aan de spoorbaan geeft overigens nauwelijks overlast; het gaat om de zogenaamde Ooster- of Maliebaanspoorweg die niet wordt gebruikt voor reizigersvervoer en die niet langs het station van Utrecht, maar uitsluitend langs het spoorwegmuseum voert.
Maria Adelheid Boom
Na als studente in Utrecht op kamers te hebben gewoond en een kort verblijf in een woning op een industrieterrein in Rijswijk, woonde Annemarie ongeveer twintig jaar aan De Graafschap in Capelle aan den IJssel. Rond de kerstdagen 2008 verhuisde zij naar De Bilt.
De ingang van het complex waar Annemarie een maisonette op de tweede en derde verdieping bewoonde.
Gerard Cornelis Philippe Boom
Zicht op het huis van Gerard Boom en zijn gezin in West Friesland waar hij tot medio 2008 woonde. In verband met een nieuwe baan is hij toen verhuisd naar Waardenburg.
De woning van Gerard in Westfriesland. In 2008 zijn zij verhuisd.
Het huis van Gerard en zijn gezin in Waardenburg.
Johanna Margaretha van der Vossen-Boom
Hanneke woont met haar gezin het noord Brabantse Bosschenhoofd.
De woning van Hanneke en haar gezin
Jan Hendrik Boom
Jan Hendrik (Dick) woont sinds 2001 met zijn echtgenote in Aadorp, vlakbij het Kanaal.
De woning van Jan Hendrik is het linker huis van de twee-onder een kapwoning (dus de woning midden op de foto)
Generatie X
Deze generatie is deels nog zo jong dat ze nog thuis woont. Een ander deel van deze generatie woont op kamers. De oudste leden van deze generatie voeren inmiddels wel een zo als dat heet, zelfstandige huishouding. Dit laatste geldt in ieder geval voor de zonen van Jan Hendrik Boom, Marc Boom en Eric Boom. Ook de drie oudste kinderen van Hans Arno Boom wonen niet (meer) "thuis".
Marc Boom
Marc woont sinds 2007 met zijn vriendin Roxane Jager in een nieuwbouw twee onder een kap woning in Almelo
De woning van Marc Boom in Almelo.
Eric Boom
Eric Boom woont in een centrum in een nieuw complex. Bijzonder hier is echter dat aan de buitenkant duidelijk de link met het verleden is gelegd: het exterieur vertoontg trekjes van een vakwerkcomplex.
Het complex waar Eric Boom woont
Deze pagina kwam mede tot stand door de onmisbare hulp van de heren Jan Nijhof en Jan Harzevoort. Beiden zijn sterk geinteresseerd in de historie van hun woonplaats Almelo en weten daar ook erg veel van. Zij zijn een halve dag met de maker van deze site op stap geweest voor het maken van foto's van woningen waar de in deze site behandelde familie woonde.