EN DIE ANDERE NAMEN ?



En die andere namen ?

Eerder in de site kwam ter sprake dat sommige Booms uit deze familie voorgoed of tijdelijk andere namen aannamen;Hambrugge,Gentshuis en Kollenveld zijn daarvan de voorbeelden.

In dit hoofdstuk wordt geprobeerd te achterhalen wat er met deze namen is gebeurd.

Hambrugge

Over het Hambrugge schreef G.J. Eshuis in zijn boek "Van Boereland tot Stadsrand" :"Aan de noordoostzijde van de Gravenallee, ongeveer halverwege het kasteel en de Hogebrug over de Loolee lag nog tot omstreeks midden 19e eeuw het erve Hambrugge. De ligging van dit erve in aanmerking genomen is er reden zich af te vragen of de naam Hambrugge - oorspronkelijk waarschijnlijk Hanbrugge- mogelijk nog iets te maken heeft met de er destijds dichtbij gelegen Hogebrug (han betekent hoog). Toen het Hambrugge omstreeks midden 19e eeuw afbrandde liet de graaf voor zijn gedupeerde 'naober'een houten noodwoning plaatsen in de weide voor 't kasteel. Dit onderkomen was wel zeer 'tijdelijk'want na enkele weken brandde ook de 'keet'af. Dit gebeurde toen de dochter des huizes en de meid alleen thuis waren. Het gerucht ging toen dat de beide dames als 'tijdkorting'elkaar 't haar hadden geknipt en bij deze ongewone bezigheid de kachel ondersteboven hadden gelopen. De familie Hambrugge werd daarna door de graaf ondergebracht in het Windshuis, dat toen juist leeg stond.

Het Hambrugge was een vicariegoed. Na de reformatie hield dit in dat een deel van de opbrengsten uit zo'n goed ten goede kwamen aan bijvoorbeeld de hervormde kerk of dat studies mede werden bekostigd.In latere tijden zijn de vicariegoederen vaak 'verduisterd' door grootgrondbezitters. Voor het Hambrugge gold in bijvoorbeeld 1826 dat het beheer over de bijfdrage aan, in dit geval de hervormde kerk van Almelo, werd gevoerd door de rentmeester van huize Almelo. Die bijdrage was overigens niet groot: iets meer dan een gulden.

Een klopjacht met gevolgen.

Ook huize Almelo had 'naobers'die in vreugde en droefheid hun heer en vrouw moesten bijstaan. Tot de 'vreugden'behoorden o.a. het deelnemen aan jachtfestijnen, zij het dan meer in de verzorginssector. Deze klopjachten werden door de graaf van Rechteren meestal georganiseerd in samenwerking met baron van Pallandt van Eerde en beurteloings in de jachtgebieden van deze beide deelnemers gehouden. De graaf en de baron kwamen dan elk in het veld met 12 kloppers of drijvers en 2 'marketentsters'. Deze laatsten moesten dan met haasr vieren, 't zij op 't Jagertje bij Almelo of op het jachthuis tegenover kasteel Eerde, pannenkoeken bakken voor de kloppers. Het was op zo'n jachtfestijn, gehouden midden eerste decenia van de 19e eeuw, dus nog in de Franse tijd, dat de toen bijna twintig lentes tellende 'naoberse' mejuffrouw Hambrugge als 'kokkin'kennis kreeg aan de 22 jaar oudere klopper Looms, afkomstig van het tussen Hoge Heksel en Daarle gelegen erve van die naam.

Bij de volkstelling van 1947 kwam de naam Hambrugge in Nederland niet meer voor.

De relatie tussen de Booms en Hambrugge ligt in het eerste huwelijk van Hendrik Boom met Janna Arendse Hambrugge. Alle Hambrugges die trouwden in de tijd van de burgerlijke stand stammen van Hendrik af. Zijn zoons waren Jan, Jannes en Jan Hendrik. Ook waren er nog de dochters Zije , Aele en Gertruit van de Hambrugge. Jan Hendrik nam in de tijd van Napoleon voor hem en zijn vijf kinderen de oude familienaam Boom aan. Hieronder volgen de huwelijken en overlijdens van de andere Hambrugges in de tijd van de burgerlijke stand.Hij was daarmee weer ene "echte Boom"en wordt hier niet behandeld.

 

De letterlijke tekst van de acte van naamaanname, waarvan hieronder een extract ("Uit de minuten van aangenomen familienamen berustende ter Secretary der Stad Almelo), dat als huwelijksbijlage was gevoegd bij het huwelijk van Gerrit Boom geboren Hambrugge in 1820, luidde:

"Par devant nous Maire de la commune d' Almelo, canton et Arrondissement d'Almelo, Departement des Bouches de l'Isle, s'est présenté Jan Hendrik van 't Hambrugge, le quel a declaré qu'il adopte le nom de Boom pour nom de famille, quíl a trois fils et deux filles, savoir Gerrit Jan, agé d'environs vingt huit ans, Hendrik, agé d'environ vingt quatre ans, Gerrit agé d'environ vingt un ans, Janna agée de trente ans, Jenne agée d' environ quine ans et le Coparant ayant délaré de ne savoir ecrire ni signer, Nous avons signé le vingt un Août mil huit cent douze.Le Maire J. van Riemsdijk"  Hiermee was het voor deze tak van de Hambrugges uit en over met het gebruik van deze familienaam. Dat gold overigens niet voor de naam Hoekman; daarop wordt nog teruggekomen.

De huwelijken van de kinderen van Hendrik waren de volgende.

  • Op 28 mei 1768 trouwt Zije van de Hambrugge in de Heerlijhkheid dochter van Hindrik van de Hambrugge met Gerrit Hinnen in de Heerlijkheid, zoon van Hendrik Hinnen
  • Het huwelijk van Aale van de Hambrugge in de Heerlijkheid met Hendrik van de Brandriet weduwnaar van Hendriena van de Brandriet vindt plaats op 25 juli 1773.n Eshuis schrijft dat op de Brandriet, gelegen in de meest noord-oostelijke uitschieter van de Wateregge, lang twee families woonden, één katholieke en één protestantse. Over de laatste wordt onder meer vermeld :"Van de protestantse Brandriets die in de 'andere egge'van de boerderij woonden, huwt 11 september 1800 een Hendrik Brandriet, weduwnaar van Aaltjen Hambrugge, met Geertruid Knoef, wed. van Jannes Keuzekamp uit het 'gerigte van Delden'. Stijne van de Brandriet, dochter uit het eerste huwelijk van Hendrik Brandriet, huwt in 1808 met Abram van 't Olde-of Klein Ibbenhorst. Deze Abram, in de boerschap nadien altijd 'Brandriets Aobram'genoemd, blijft op 't papier echter Ibbenhorst heten. Ter illustratie van het feit dat de bewoners van de Brandriet voor wat de naoberschop'betrof,georiënteerd waren op het naburige Albergen, mag dienen dat Brandriets Abram 'n Schöpman (Kemna) uit het Geziet tot 'bouwnaober' had. Het ploegen geschiedde doorgaans met twee paarden odat de 'een paards boeren' beurtelings het paard van een naober moesten lenen. De boer van de Brandriet was tevens ook 'de boer'(die de dodenwagen moest varen) voor zijn Albergse naobers. "
  • Op 10 oktober 1776 trouwt Jannes Hambrugge in de Heerlijkheid met Maria van de Wheere, jonge dochter van Hendrik van de Wheere. Jannes kwam door een ongeval om het leven. Het register van aangegeven lijken van het gericht Almelo vermeldt namelijk: "1811 de 12 Julij geven Abraham van den Tukkert, Gerrit Hoekhuis en Jenne van het Hoekhuis aan, dat heden avond tusschen zes en zeven uuren bij ongeluk van een voeder hooij in de mate van Jan Hendrik Hoekhuis, gelegen kort aan Getkate zijn land is gestort Jannes Hambrugge waardoor veroorzaakt is, dat hij slegts na ogenblikkelijke tekenen van leven te hebben gegeven, overleden is in den ouderdom van 64 jaren, nalatende een kind."  Een voer hooi had een enorme hoogte.
  • Op 5 mei 178. trouwt Jan van Hambrugge met Jenneken Wilmink, nagelaten dochter van Helderen nu wonende op Huise Almelo, dochter van Dirk Wilminck.
  • Tot slot huwen op 3 juni 1787 Gertruit Hambrugge, nagelaten dochter van Hendrik Hambrugge en Hendrik Schotveld, nagelaten zoon in de Heerlijkheid van Egbert Schotveld.

 

Op 5 april 1811 trouwen in Almelo Jan Hendrik Hambrugge, de 28 jarige zoon van Jan Hambrugge en Jenne Wilmink en de 32 jarige Hendrikia Hinnen, de 32 jarige dochter van Gerrit Jan Hinnen en Fenneken Letteboer.Jan Hendrik overleed, 80 jaar oude op het Sluitersveld op 21 september 1862. Hij was op dat moment weduwnaar.

  • Uit dit gezin trouwt te Ambt Almelo op 16 oktober 1830 als eerste de 18 jarige Janna Hambrugge met de 30 jarige Jannes Beverdam, zoon van Jan Beverdam en Elisabeth van de Driene. Janna overleed, 81 jaar oud, op 10 april 1894 als weduwe van Jannes in Wijk N nummer 40 van Stad Almelo
  • Jenne Hambrugge, trouwt, als ze 20 jaar is, op 7 juli 1837 te Ambt Almelo met de dan 25 jarige Berend Boom, zoon van Gerrit Boom en Hendrine Rengeling. Jenne overleed op 40 jarige leeftijd, op 19 september 1856 op het Sluitersveld in Ambt Almelo. Haar man was toen landbouwer.
  • Twee jaar later, op 31 augustus 1839 huwt Euphemia Hambrugge, 25 jaar oud, met de 29jarige Hendrik Kluppels, zoon van Gerrit Jan Kluppels en Dika Alberts. Moeder Hendrika wordt bij dit huwelijk vermeld als "ook genoemd Dika van den Tukkert". Euphemia overleed op 25 december 1899, op 85 jarige leeftijd te Ambt Almelo als weduwe op het Sluitersveld. Met haar overlijdenk, nog géén week voor het begin van de 20 eeuw, stierf de familie Hambrugge definitief uit.
  • Op 4 juni 1842 trouwt tenslotte zoon Gerrit Hambrugge, dan 22 jaar, in Ambt Almelo met de 28 jarige Berendina Boom, dochter van Arend Boom en Aaltje Nijrees. Gerrit werd maar 28 jaar oud want hij overleed al op 10 februari 1847 op het Sluitersveld. Hij was toen wever. Twee dagen later overleed, ook op het Sluitersveld, zijn twee jarig zoontje Jan Hendrik. De aangifte hier werd gedaan door Jan Hendrik Hambrugge, 68 jaar en Hendrik Boom, 53 jaar, beiden landbouwers, de eerste grootvader en de tweede nabuur. Met betrekking tot dit echpaar schrijft Eshuis: "Hoe de bewoner van het naast 't Lammershuis gelegen boerderijtje aan de bijnaam 't Huusken kwam heb ik niet kunnen nagaan. Mogeljk lag deze naam al voordien op deze behuizing. 't Huusken was midden negentiende eeuw bewoond door een Jan Hendrik van 't Hag die in 1849 was gehuwd met Berendina Boom. Deze laatste was eerder gehuwd geweest met een Gerrit Hambrugge."

Op 14 maart 1812 huwden in Almelo de 24 jarige Hendrika van 't Hambrugge, zus van Jan Hendrik en de 46 jarige Jan Hendrik Janssen uit Den Ham, zoon van Jan Hendriks en Ebbe Jans. Hendrika overleed op 69 jarige leeftijd in de Windshoek te Ambt Almelo als weduwe van Jan Hendriks Looms. Deze moet bij zijn huwelijk dus nog het patroniem hebben gebruikt, maar later de naam Looms hebben gebruikt. Het is dus dit echtpaar dat wordt genoemd in het verhaal van Eshuis.

Op 25 februari 1819 trouwden te Stad Almelo de 33 jarige Hendrina van de Hambrugge en de 39 jarige Berendn Hannink uit Diepenheim, zoon van Jan Hannink en Hendrina Schreurs. Hendrina overleed als echtgenote van Berend Hannink, dagloner, op 23 oktober 1844 op 63 jarige leeftijd in de 1e wijk van de Stad Almelo aan de Molenstraat.

Op 7 februari 1822 tenslotte huwden te Ambt Almelo de 30 jarige Derk van 't Hambrugge met de 40 jarige Janna Hofste of Hogfstede, weduwe van Jan Grimberg de dochter van Gerrit Hofste en Griete Bennink. Derk stierf, 50 jaar oud, als landbouwer in De Achterhoek te Ambt Almelo op 27 januari 1844.

  • Uit dit gezin huwde op 21 april 1852 te Ambt Almelo de 29 jarige Janna Hambrugge met de 30 jarige Hendrik Grobben, dochter van Willem Grobben en Johanna Getkate. Janna overleed, 54 jaar oud, op 12 februari 1877 in de Eschoek te Ambt Almelo.
  • Op 26 februari 1853 traden in Ambt Almelo de 26 jarige Johanna Hambrugge en de 26 jarige Jan Hendrik ter Brugge zoon van Hendrik Jan ter Brugge en Jenneken Vrielink. Johanna stierf, nog maar 41 jaar, te Ambt Almelo in de Achterhoek op 16 april 1868.

Als laatste Hambrugge trouwt op 25 november 1865 de 23 jarige Aaltje Hambrugge, dochhter van Gerrit Hambrugge en Berendina Boom met de 26 jarige Mannes Hammink, zoon van Gerrit Jan Hammink en Harmina Schapink. Aaltje overleed in Ambt Almelo op 7 juni 1898 op het Sluitersveld in Ambt Almelo.

Van één Hambrugge, Hendrina,  is onduidelijk van wat er van haar geworden is. Wel is duidelijk dat zij ongehuwd moeder was, want:

  • op 15 november 1811 overleed Janna Hambrugge, oud 14 dagen. De vader onbekend, de moeder Hendrina Hambrugge.
  • op 5 juli 1813 werd n.n. een jongetje, levensloos geboren. Wederom was géén vader bekend en was de moeder Hendrina Hambrugge.

Twee andere, vrouwelijke Hambrugges, overleden in de tijd van de burgerlijke stand.

Janna Hambrugge, dochter van Jannes Hambrugge en Maria van de Weer, overleed 50 jaar oud op het Sluitersveld te Ambt Almelo. Zij was de echtgenote van Albert Bakhuis, die kleermaker was.

Hendrika Hambrugge overleed, 63 jaar oud in de 1e wijk in de Molenstraat te Stad Almelo. Haar ouders waren niet bekend en zij was zelf de echtgenote van Berend Hannink die dagloner was.

Omdat de laatste generaties Hambrugge alleen maar vrouwen kenden die in het huwelijk traden, moest de naam Hambrugge wel uitsterven.

Of de Booms trouwens blij moesten zijn met het feit dat ze zich een periode Hambrugge hebben laten noemen, is nog maar de vraag. De schoonvader van Hendrik Boom later Hambrugge en zijn vrouw Geese behoorden niet tot de "high society". Dat blijkt onder meer uit de getuigenis die zij moeten afleggen in augustus 1730 en die zich bevindt in het Huisarchief van Huize Almelo.

Huisarchief Almelo inv. no 996. Almelo den 24en Aug. 1730.

Mij Edel en Mij Edelachtbaer Heere Burgemeester Boom, heeft Jan Weerman geseijdet dat aan de Hambrug het Albert Meijer een pack kleren hadde gestolen in Amsterdam, Rap Arent bij geseten, daer wijl sij haer eede voor doen ick Interragatoria, waarop nom-fisci wegens de Hoogheid van den Huijse en de Heerlijkheit Almelo, naer voorgaande citatie en grevisatie van de sware straffe des meineeds gerichtelijk onder eede gehoord sullen worden: Aerent van 't Hambrugge en sijn huisvrouw Geese

1. Getuigen ouderdom af te vragen. Arent Hambrugge segt ongeveer 38 Jaren te zijn Geese segt oud te zijn ongeveer 48 jaren

2. Of op laatstleden donderdag zijnde geweest den 24 deser niet aan getuigens huis sijn geweest, Arent Raphuis en Jan Berentsen van de Wheere. Getuige Arend Hambrugge affirmat Getuige Geese affirmat.

3. Of niet waer ende waerachtig, dat er selver tijt voorschreven Jan Berent van de Wheere in presentie van getuigen en Arent Raphuis, seer veele smaatredenen heeft uitgebraekt op Aele van de Wheere met haare kinderen, seggende onder anderen, dat haar schoonsoon Albert Meijer een kleed aan hadde, het welke hij tot Amsterdam hadde gestolen, met bijvoeginge, wil hij er meer van hebben, ik, sal het hem wel voor het hooft seggen. Getuige Arent Hambrugge, segt gehoort te hebben dat Jan Berentsen van de Wheere, doe ter tijt gesegt hebbe, van dieven en banktrotters, sinder iemant te noemen en dat hij geetuige verders sin dingen heeft gaan doen en daarom niet weet dat Jan Berentsen meer gesekt hebbe. Geese verklaart doe ter tijt, grote bonen te hebben sitten doppen, en dat Jan Berentsens vrouw Geertruid (Jansen Jordens) doe aan mede gedopt heeft en dat sij getuiginne als doen heeft horen seggen van een der beiden Arent Raphuis of Jan Berentsen van de Wheere, dat sij spraken van dieven en bankrotters, sonder namen te noemen en weet niet verder.

4. Of mede niet waer en waerachtig, dat Jan Berentsen op geseijde tijt en in presentie als voren heeft gesecht, dat Albert Meijer ene klocke gestolen hadde.Getuige Arent Hambrugge segt hier van niets te weten. Geese segt sulx niet gehoort te hebben en daarvan niet te weten.

5. Sulx getuigen wijders hebben te veklaren, wat voor expressiën of uitdrukkingen Weerman doenmaals van Albert Meijer sijn vrouw en vrouw Moeder al meerder gebruikt heeft, sonder daer iets te verswijgen op poene als nae rechten. Getuige Arent Hambrugge segt niets meer te weten. Geese segt daar niet meer van gehoort te hebben of te weten.

Ik Joan Frederik Nilant der Rechten Doctor en wegens Sijn Hooch Graeffl. Excellentie de Hoogh Geboren Heere Adolph Henrick des Heiligen Roomschen Rijx Vrijheere van Almelo en Vrieseveen, Landdrost van Sallant etc. edtc. etc. Richter der Heerlikheit Almelo, certificere kragt deses, dat voor mij en Ceurnoten Otto Jansen en Jan Hendrik van 't Hag persoonlijk erschenen zijn de bovengenoemde twee getuigen en heeft de eerste getuige Arent Hambrugge naa voorgaande ernstige waarschouwinge van de sware straffe des meineeds onder solemnelen eede en de tweede getuiginne Geese wegens Lichaams swakheit, sondeer eede, verklaart, so en als onder ieder articul geregistreert staat, in waarheids oorconde, hebben ik Rigter voornoemt desen getekent en gesegelt.

Actum Almelo den 16 en 22 Sept. 1730   Joan Frederik Nilant Rigter

Genshuis/Gentshui/Gendshuis