AFSCHEID KLAZIEN VAN DEN BERG-BONTJE



Ma heeft haar eigen levensverhaal geschreven, waaruit ik hier iets wil citeren.

 

Toen ze ongeveer 5 jaar geleden de eerste tia’s kreeg drong het voor het eerst tot me door. Er komt ooit een einde. Ik vertelde haar dit en zei dat ik wel hoopte dat ze nog even zou blijven. “Meid” zei ze, “ik ben nog niet van plan om te gaan, maar als het m’n tijd is, dan is het m’n tijd”. Ze bezat het vermogen te aanvaarden, écht te aanvaarden, wat nu eenmaal was. Dit heeft ze met name de laatste jaren keer op keer laten zien.

Ik vroeg haar hoe ze zelf terugkeek op haar leven. Haar antwoord was dat ze vond dat ze een fantastisch leven heeft gehad, waarin ze veel geluk heeft gehad. En spijt? Nee, échte spijt had ze niet. Het had geen zin om te blijven hangen in wat nu eenmaal gebeurd was. Je moest verder.

Ze kon wel eens bot zijn of iets snel veroordelen, zoals bijvoorbeeld homoseksualiteit. Nee, dat was maar niks, tótdat de buurvrouw een wel heel leuke vriendin kreeg.

Zo was ma, als iets dichterbij kwam, stond ze open voor een andere manier van kijken en toonde ze haar respect voor anderen, door de ander te laten zijn wie hij of zij is.

Ze is in de loop der jaren steeds zachter en milder geworden.

 

Toen we nog thuis woonden, was het een zoete inval. Alle vrienden en vriendinnen waren welkom. Ze had graag dat ze kwamen, want door de vrienden leerde ze ook haar eigen kinderen beter kennen. Ze was geïnteresseerd en naar mijn gevoel werd dat gewaardeerd. Als op oudejaarsavond de vriendenclub bij Ton en Bernadette kwam, gingen ze ook altijd ma een gelukkig nieuwjaar wensen. Dat maakte haar blij.

Toen haar eigen kinderen hun liefde tegenkwamen en gingen trouwen, werden de schoondochters en –zonen voor haar gevoel óók haar kinderen en dat gevoel was wederzijds. In plaats van 7 kinderen had ze er nu 13.

 

Ma stond midden in het leven. Ze hield van het leven. Ze heeft heel erg hard moeten werken, al van jongs af aan, maar ze heeft ook heel erg genoten. Ze hield van mensen en maakte ook makkelijk contact. Ze hield van lol maken maar hield ook van diepgaande gesprekken.

Je kon problemen bij haar kwijt, ze leefde mee. Je kon praten over leven én dood, dat ging ze niet uit de weg, ze kon er zelfs grapjes over maken. Toen ze in het Houtens Erf was hadden we het er dus over. Ze vertelde dat ze donor was. Toen ik vroeg “waarvan dan, want ik denk niet dat ze je organen nog kunnen gebruiken, was haar antwoord: Nee, maar ik heb wel heeeel veel huid!

Oh mam, dan lopen er dus allemaal mensen met een stuk bil van je rond. We lagen werkelijk in een deuk”.

De vrouw die aan hetzelfde tafeltje zat, keek ons aan met een blik van: zo praat je niet over de dood. Ma wel dus!

 

Ze was jaren actief voor de Zonnebloem. Ze ging met mensen praten die alleen waren, want, och, die oudjes hadden het zo nodig. Dat zij bijna van haar eigen leeftijd waren en ze zelf ook niet meer echt fit was, tja, er waren altijd mensen die slechter af waren. Zelfs in Mariënstein, terwijl ze zelf hulp nodig had en steeds minder kon, had niemand het zo goed als zij.

 

Na een leven van veel geven, werd ma gedwongen ook te leren ontvangen. Het was heel erg moeilijk voor haar om te wennen aan de hulp die ze nodig had voor zo iets simpels als naar de wc gaan, maar ze reageerde dit nooit af op de mensen die die hulp gaven.

 

Ze is altijd bang geweest dat ze teveel zou vragen, maar tegelijkertijd kon ze ook heel dwingend zijn. Als ze iets in haar hoofd had, dan moest het ook gebeuren, liefst zo snel mogelijk. Dan moest je gewoon je poot stijf houden als het jou niet uitkwam en dan was het ook weer goed wat haar betreft. Het was klaar.

 

Uiteindelijk was ma alleen maar dankbaar voor alles en dat maakte ze ook duidelijk kenbaar, waardoor het goed bleef voelen om naar haar toe te gaan of haar op zondag op te halen.

Eén ding heeft ma nooit geleerd en dat is zeggen dat ze trots op je was, maar dat was ze wel, op al haar 13 kinderen. Zo kon ze bijvoorbeeld tegen mij zeggen dat ze trots was op Jan, maar zou ze het hem nooit rechtstreeks vertellen.

 

Een tijdje geleden zei ik tegen ma dat ik van haar hield en dat een keer gezegd wilde hebben. Zij zei toen: “Maar Corry, dat weet ik toch wel: dat laat je in alles zien”.

Zo was het dus omgekeerd ook. Ze hield van ons allemaal, van haar 13 kinderen en 15 kleinkinderen en dat liet ze op haar eigen manier weten. Ze zag in ieder van ons het mooie van wie we werkelijk zijn.

 

Het klinkt misschien raar, maar voor ons allemaal is het goed dat ma de drie herseninfarcten kreeg.

Na de eerste in 2002 hebben we 6 weken in tourbeurt voor ma gezorgd, zodat ieder van ons tijd alleen met haar had, waarin hij of zij voor haar mocht zorgen, maar vooral ook met haar kon praten, kon zeggen wat er nog te zeggen viel. Haar lichaam was wel uitgevallen, maar praten en luisteren kon ze nog wel en dat was het belangrijkste.

 

Na de tweede in 2005 kon ze niet meer verstaanbaar praten en toen ze steeds meer achteruit ging in het ziekenhuis, gingen we op 1e kerstdag zingend haar kamer in om gezamenlijk afscheid van haar te nemen en haar zo te laten zien dat ze wat moois achterliet. Dat was het begin van weer een herstel. Het was een bijzonder mooie ervaring. Een paar dagen later zei Carla tegen haar, terwijl ze weer aan het gebak zat in het ziekenhuisrestaurant, dat het onvoorstelbaar was haar zo te zien nadat we allemaal al afscheid hadden genomen. Toen zei ze, “Ach meid, afscheid nemen kan altijd nog. Nu is er nog teveel wat me bindt aan het leven; jullie allemaal”.

 

Tot op het laatst heeft ze genoten van haar leven en wilde ze, feestbeest als ze was, altijd overal bij zijn, zelfs al leek het fysiek onmogelijk. Hans en Mariën zorgden ervoor dat het mogelijk werd dat ma zelfs bij mij, één hoog, zonder lift, kon komen.

 

Haar gevoel van humor heeft haar nooit verlaten. Nadat ze afgelopen Sinterklaas een nieuwe portemonnee kreeg, vroeg Marianne aan haar of hij goed beviel. “Nee”, antwoordde ze. Marianne helemaal verschrikt: “Maar waarom dan niet? “Nou het geld verdwijnt er net zo snel uit als uit mijn oude”.

De laatste levensles die we van haar mochten ontvangen was tijdens het klaverjassen met kerst: Vertrouw op je maat. En vertrouwen is iets waar ze goed in was.

 

Het 3e herseninfarct was ook bijzonder en haar laatste geschenk aan ons. Ton mocht erbij zijn op het moment dat zij haar bewustzijn verloor en ze in coma raakte. We hebben allemaal die dag gekregen om afscheid van haar te nemen.

Truus en ik mochten bij haar waken en ma heeft gewacht met werkelijk gaan totdat Carla en Marianne er ook waren. De 5 vrouwen bij elkaar, heel speciaal.

En zelfs het weer leek een geschenk van haar. Het was heel zacht en aangenaam van temperatuur. Ze had geen mooiere manier kunnen kiezen om te gaan.

 

De kleinkinderen zagen haar graag en  kwamen ook afgelopen zondag naar Mariënstein waar ma opgebaard lag. Het was daar weer een drukte van belang om haar heen. Toen de groep kleinkinderen even buiten liep merkte Sander op: “Zelfs nu oma dood is is het nog gezellig met haar”.

 

Ma heeft ook contact met pa gehouden en 2 weken geleden vertelde ze nog dat ze tegen pa zei dat hij toch moest zien dat ze het nog zo goed had. Mijn overtuiging is dat pa dit wist, maar dat hij ook wist dat haar tijd hier bij ons bijna voorbij was. Mijn overtuiging is ook dat ze nu weer samen is met pa, oma, tante Annie en alle anderen die haar zo dierbaar waren.

 

Lieve ma

Dank voor je leven

Voor alles wat je ons hebt gegeven

Voor je liefde, warmte en aandacht

Voor je optimisme, vertrouwen en kracht

Wij zijn rijk aan alle goede herinneringen

Goede reis ma, het ga je goed.